Openbaar ministerie vraagt ‘principiële maar duidelijke straf’ voor YouTuber Acid

Vlaamse YouTuber Acid op de correctionele rechtbank van Brugge op 7 september 2023 © Belga

Het openbaar ministerie heeft donderdag in de zaak tegen Nathan Vandergunst, beter bekend als YouTuber Acid, ‘een principiële maar duidelijke straf’ gevraagd. Volgens de procureur maakte de jongeman zich onder meer schuldig aan belaging en aan laster.

‘In zijn videoboodschap (van 31 mei 2023 over de zaak-Reuzegom, red.) was hij rechter en aanklager tegelijk, zonder dat mensen zich konden verdedigen’, aldus de procureur. Hij maakte ook de vergelijking met een schandpaal uit de middeleeuwen. ‘De strafwet is wel degelijk met de voeten getreden’, klonk het.

Volgens de procureur is de correctionele rechtbank bevoegd, omdat het niet om een drukpersmisdrijf gaat. Het openbaar ministerie volgde hiermee in belangrijke mate het pleidooi van advocaat Wim De Colvenaer, die namens zijn cliënten -een ex-Reuzegommer en zijn ouders, uitbaters van een bekend restaurant in Antwerpen- de YouTuber had gedagvaard.

De ex-Reuzegommer vraagt 1 euro morele schadevergoeding, zijn ouders eisen 200.000 euro voor de geleden schade aan hun zaak. Beide partijen waren donderdag niet op de zitting aanwezig, volgens hun advocaat ‘omdat ze de media-aandacht altijd hebben geschuwd’.  De Colvenaer vroeg om Vandergunst te veroordelen voor onder meer belaging, laster en haatspraak. ‘De rust voor mijn cliënten is op een ernstige wijze verstoord. Zelfs tot op vandaag heeft het restaurant last van valse reservaties en valse recensies’. Hij wees er ook op dat zijn cliënten niet bij het proces-Reuzegom waren betrokken of zijn veroordeeld. ‘Acid had in zijn video een aantal legitieme vragen kunnen stellen, over de strafmaat of het niet-noemen van de veroordeelden door de media. Maar hij heeft een grens overschreden door namen te noemen van mensen die er niets mee te maken hadden.’

Advocaat Walter Van Steenbrugge, die Vandergunst verdedigde, vroeg daarentegen resoluut de vrijspraak. Hij baseerde zich vooral op het feit dat zijn cliënt rechtstreeks was gedagvaard zonder strafdossier. ‘Er was geen verhoor, geen pv, geen onderzoek,… dat heb ik in mijn carrière van bijna 38 jaar nog nooit meegemaakt’, aldus de advocaat. Volgens Van Steenbrugge is zijn cliënt hierdoor benadeeld en moet de rechtbank de vordering onontvankelijk verklaren. Ze kan ook niet oordelen of er sprake is van laster als ze niet weet of de verklaringen van Vandergunst waarheidsgetrouw zijn of niet, klonk het.

Recht op vrije meningsuiting

Ook volgens Van Steenbrugge is het recht op vrije meningsuiting absoluut, waarbij hij verwees naar de Belgische grondwet. ‘Die laat dissidente meningen toe, reden waarom ook een beroepsrechter hier niet mag over oordelen maar een volksjury’. Maar volgens meester De Colvenaer is het recht op vrije meningsuiting niet absoluut, verwijzend naar de toetsingscriteria van het Europees Hof. De advocaat van de burgerlijke partijen wees er ook op dat hier geen sprake is van een drukpersmisdrijf -waarvoor assisen is bevoegd- omdat het gaat om een audio-visuele boodschap en geen materieel geschrift. Hij verwees naar een arrest van het Hof van Cassatie van oktober 2013 over eveneens een filmpje op YouTube. Van Steenbrugge zei ook nog ‘beschaamd te zijn dat de burgerlijke partij 200.000 euro schadevergoeding vraagt (…) Het wordt een item, mensen met geld voeren procedures omdat men niet meer aan het debat zou deelnemen. Het zou dus een heel slecht signaal zijn om mijn cliënt te veroordelen voor het uiten van zijn mening.’

Een uitspraak volgt op 22 februari. Acid zei na afloop van de zitting dat ‘hij geen geld heeft verdiend aan zijn filmpjes’, zoals op de zitting beweerd werd door de advocaat van de tegenpartij die zei dat het de YouTuber enkel om het geld te doen was. ‘Ik heb hier niets aan verdiend, integendeel, ik ben sponsors verloren.’

De video werd bijna 200.000 keer bekeken voor hij offline werd gehaald.

Partner Content