Herlees: Woede, verontwaardiging en tranen aan de poorten van Ford Genk
Een droge ‘onmenselijke, crapuleuze’ mededeling. Afgelezen van een briefje. De sluiting van Ford Genk kwam als een donderslag bij heldere hemel. Zonder uitleg, zonder mededogen. Knack.be stond aan de poorten van Ford Genk tussen mensen die na twintig, dertig jaren dienst, in minder dan vijf minuten op straat werden gezet. Herlees het verslag over woede, verontwaardiging, onbegrip. En angst voor de toekomst.
Een droge mededeling. Afgelezen van een briefje. De sluiting van Ford Genk kwam als een donderslag bij heldere hemel. Zonder uitleg, zonder mededogen. Knack.be-verslaggever Simon Demeulemeester stond op 24 oktober 2012 aan de poorten van Ford Genk tussen mensen die na twintig, dertig jaren dienst, in minder dan vijf minuten op straat werden gezet. Hij hoorde dezelfde ‘onmenselijke, crapuleuze mededeling’ en zag woede, verontwaardiging, onbegrip. En angst voor de toekomst.
‘Wat kom jij doen, ouwe zak?’
Een tiental rode hesjes, evenveel groene windjacks aan de poort van Ford Genk, het is nog vroeg. “En? Goed geslapen?”, klinkt het. Niet echt, is het antwoord. De meesten sliepen niet. “Ik zei tegen de vrouw: pak de fles wijn maar.”
De arbeiders van Ford Genk zijn kwaad, zegt Huub, militant van ABVV Metaal. Huub is 47 en heeft bijna 25 jaar dienst op de teller. Veel heeft hij nog niet te zeggen. “Afwachten”, ook al leeft er weinig hoop over de toekomst: “Ik voel me nog jong, maar als ik ergens aankom, vragen ze: ‘Wat kom jij doen, ouwe zak?’ Vroeger begon je als jonge gast bij Ford Genk, of in de bouw. Maar nu?”
ACV’er Vincenco vierde vorige week zijn 35e jaar bij Ford en heeft nog vier broers in dit bedrijf werken. Ook hij is kwaad: “Ford heeft ons voor de gek gehouden.” Dat voor de gek houden: het zal die dag nog veel terugkomen.
‘Waarom altijd Ford Genk?’
“Waar zit onze Belgische Eurocommissaris Karel De Gucht nu, met zijn grootspraak?” Gianfranco (48 jaar oud, al 28 jaar in dienst) is de makke Belgische houding moe. “Zijn wij te klein om een stem te hebben in Europa? Moeten we daarom altijd achter Frankrijk en Duitsland huppelen?”
Gianfranco spuwt almaar kwader wordend een spervuur van vragen uit: “Waar zijn we mee bezig als bedrijven kunnen verhuizen naar Tsjechië en Roemenië zonder dat onze politici er iets aan doen? Wat is ons probleem? Waarom altijd Ford Genk? We hebben onszelf al genoeg bewezen, wat willen ze nog meer? Wat moeten we nog meer doen?”
Ze waren tenslotte altijd de beste leerlingen van de Ford-klas, weet hij. “Onze mensen gingen in andere vestigingen de auto’s afstellen. We hebben de know how, Ford Genk is ons leven en wij leven van Ford Genk. Wat moeten wij doen? Ons herscholen? Willen we best, maar op onze leeftijd gaat dat minder vlot. Moeten we gaan studeren? Of in de bouw gaan werken? Alle mensen hier hebben problemen met hun rug, de nek en de schouders!”
Gianfranco en Vincenco willen maar een ding: hun werk behouden. “En ook dat van de komende generaties verzekeren. We strijden hier ook voor onze kinderen.”
Het is tekenend voor de sfeer: Indian Summer aan de poorten van Ford Genk, maar de toekomst is somber. En dan moest het mes nog vallen.
‘Hier zijn de paletten!’
Er mogen geen afgewerkte auto’s naar buiten. Iedereen mag binnen, zegt Huub. Maar enkel lege vrachtwagens mogen buiten. “Er staan nog zo’n 1.000 auto’s binnen. Dat is ons kapitaal en ons drukkingsmiddel. Als ze mensen buitengooien zonder vergoeding, verkopen we ze.” Het klinkt fors, maar Huub is geen uil. Hij weet dat het een waterig symbooltje van verzet is.
Net als de eeuwige paletten (‘Hier zijn de paletten’, wat geschreeuw, een beetje gelach) en de eenzame autoband, die in de vuurtonnen tonnen belanden. Onaangestoken, want plots is het bijna 09:00 uur. De flink aangegroeide groep gaat naar de hoofdingang.
‘Godverdomme, na twee minuten al? Dat is toch geen onderhandeling?’
De rode ogen van een ACLVB’er maken duidelijk dat het verdict gevallen is. Een sms komt amper enkele minuten na 09:00 uur binnen: collectief ontslag. De productie verhuist naar Valencia. “Godverdomme! Na twee minuten al? Dat is toch geen onderhandeling!”
Dan begint het te gonzen. “Dit is crapuleus, we worden koud gepakt, ze lachen gewoon met ons. Hier ben ik niet goed van. Afvloeiingen had ik verwacht. Maar iedereen buiten?” Een ACV’er leest door een megafoon de mededeling van de directie voor. “Dit hebben ze op 5 minuten voorgelezen”, zegt hij verontwaardigd.
De werknemers krijgen hun directie niet te spreken. De Europese directie al helemaal niet, die zit in Brussel. “Dat de Europese directie de ballen heeft dit zo te communiceren! Aan Kris Peeters gaan ze het wel uitleggen.”
De ontslagen zorgen voor woede en geslagenheid, maar de manier waarop alles gecommuniceerd wordt, maakt de mensen ziedend. Maaike, die haar job bij een toeleveringsbedrijf verliest: “We worden eerste voorgelogen en moeten nu nog wachten tot maandag voor meer informatie: zijn wij honden, misschien?” Er wordt geschreeuwd en mensen huilen.
Niet de 99%, wel de 12%
“Eerst inleveren, en dan buiten!” roept iemand. Een gevoelige snaar, dat inleveren. Alsof het gerepeteerd is, klinkt plots overal ‘12%’. “Krijgen we die 12% nu terug?” De arbeiders hebben al loon ingeleverd. Tegen hun zin, dat spreekt, maar in ruil voor de belofte van werkzekerheid.
Volgens een arbeider (“Schrijf maar meneer X”) werd die loonsverlaging door de vakbond goedgekeurd, maar zonder overleg met het werkvolk. “Wij wilden dat helemaal niet. Nuja, het heeft ook wel een voordeel: nu kunnen ze niet zeggen dat we niet bereid waren in te leveren.”
‘Ik verkoop mijn Ford meteen’
Een karig greintje optimisme, blijkt uit de reacties van Serge en Wilfried, 44 en 43 jaar, en 22 jaar en 25 jaar dienst. Zij hebben niet het minste geloof in toegeeflijkheid. “Wij zijn het gewoon dat er beloftes gebroken worden. Dat loonsverlies van 12%, dat moest zogezegd ‘de toekomst verzekeren’. Het stond zelfs op papier! Maar het enige wat dat vandaag betekent, is dat ze onze ontslagpremies gaan betalen met wat ze ons afgepakt hebben.”
Ook Huub schampert over de beloftencarroussel bij Ford Genk: “14 dagen geleden beloofden ze ons nog 3 modellen, vandaag zeggen ze dat we met onze kloten op straat liggen. 50 jaar geleden legden ze de eerste steen, vandaag de grafsteen.”
Opnieuw klinkt een kreet: “Dat de directie zelf hun auto’s maakt!” “Natuurlijk hebben we geen goesting om nog te komen werken,” zegt Dominguez (47). “Welk nut heeft dat, na zo’n schup in het gezicht? Mensen zijn er doodziek van. Mijn schoonbroer zat binnen toen de directie de mededeling deed. ‘Dit kan ik niet slikken,’ zei hij.”
Wilfried: “Of er nu nog mensen komen werken of niet: wie zal nog een Ford kopen die nu gemaakt is? Alleszins: ik verkoop die van mij meteen.” Serge zucht: “We zijn te braaf. In Spanje moet je dit niet doen. Daar zou het niet pakken.”
Een man begint te schreeuwen dat het genoeg geweest is, dat ze zich genoeg hebben laten doen. Hij krijgt applaus. “Eindelijk!”. Maar er volgt geen bestorming van het directiekantoor. Tekenend voor de vreemde, al bij al rustige, sfeer. Sommigen mensen staan te huilen in elkaars armen, met een zwerm camera’s, fotografen en journalisten om zich heen. Anderen staan te lachen – uit spanning?
‘Ik ben 57, mij sturen ze wel op brugpensioen. Maar wat met mijn zoon en dochter? Die werken hier ook’
Ondertussen komt er kritiek op de vakbond. Pino (57 jaar), al 35 jaar aan het werk in Genk: “De lening van Rohnny Champagne (voorzitter ABVV Metaal Limburg) zal wel betaald zijn.” Een militant neemt het op voor de vakbond. “Wat moesten ze doen?” Pino kaatst de bal terug: “Dat weet ik niet! Daarvoor stemmen we op jullie! Wij worden al 10 jaar voor de gek gehouden! Had ik geweten, ik had in de stoel van Champagne gezeten.”
Pino maakt een wegwerpgebaar. “Ik maak me geen zorgen om mezelf. Ik ben al 57, ik zal wel met brugpensioen gestuurd worden. Maar mijn zoon en dochter werken hier ook.”
Burgemeester van Genk Wim Dries (CD&V): ‘Het is alle hens aan dek. We gaan knokken’
De burgemeester van Genk Wim Dries staat bij een vrouw die op huilen staat – een alleenstaande moeder. Hij weet zich geen houding te geven en is duidelijk aangeslagen. “We gaan knokken. Het is alle hens aan dek: dit is een catastrofe voor de stad en de regio. Er ligt geen plan B klaar.”
Harrie De Witte, de plaatselijke PVDA-kopman, komt met betraande ogen bij de vrouw staan. “Och, dag Harrie,” krijgt ze nog net gezegd. Het wordt haar teveel en ook De Witte krijgt het lastig als hij zijn hand op haar schouder legt.
‘Ford zal bloeden voor ons’
Mensen beginnen naar huis te gaan. Het is woensdag, het leven maalt genadeloos door: de kinderen moeten opgehaald. Huub toont zich nog strijdbaar: “Desnoods leggen we beslag op het gebouw.” Een van de vele voorstellen, gelanceerd in de heersende “Ford zal bloeden voor ons”-stemming.
Beslag leggen op het gebouw, auto’s verkopen en op tafel proberen kloppen in Brussel. De mannen en vrouwen van Ford Genk kregen een zware klap, maar velen weigeren hun tweede wang toe te keren.
Moedig. Maar de windmolen, met daarop in manshoge letters ‘FORD’, doet teveel aan Don Quichots verloren strijd denken. Huub en Serge, Vincenco en Pino, Dominguez en Maaike – samen gemakkelijk honderd jaar aan het werk in Ford Genk – krijgen een Limburgse winter.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier