Wilmès vs. De Bleeker op Begroting: de minister met rugwind en de staatssecretaris in de coronastorm
Tijdens de regering-Michel kon de begroting nog profiteren van een gunstige rugwind, de regering-De Croo kreeg te maken met een felle coronastorm. ‘De minister van Begroting heeft in dit land geen totaalbeeld van de openbare financiën.’
De liberalen hebben niet zo’n goede reputatie als het gaat over het beheer van de openbare financiën’, zegt begrotingsexpert Wim Moesen (KU Leuven). Econoom Etienne de Callataÿ formuleert het scherper: ‘De regeringen-Verhofstadt, -Michel en nu -De Croo voerden geen degelijk budgettair beleid. Regeringen met een liberale premier blijken bar slecht te zijn voor onze openbare financiën.’
Tijdens de Zweedse coalitie en in de Vivaldi-regering hadden we niet alleen een liberale premier, maar zaten er ook liberalen op het departement Begroting. Onder Charles Michel (MR) was er eerst een jaar lang zijn partijgenoot Hervé Jamar en toen die benoemd werd tot gouverneur van Luik werd Sophie Wilmès minister van Begroting.
Onder Alexander De Croo (Open VLD) werd diens partijgenote Eva De Bleeker geen minister maar wel staatssecretaris voor Begroting. Opmerkelijk is dat zij werd toegevoegd aan de minister van Justitie, Vincent Van Quickenborne (Open VLD). ‘Wat daar de logica van is, ontgaat me’, zegt expert openbare financiën Herman Matthijs (VUB en UGent). ‘Bovendien is De Bleeker ook bevoegd voor consumentenbeleid, maar wat kun je daarmee als je verantwoordelijk bent voor begroting? Als ze bevoegd was voor bijvoorbeeld openbaar ambt of administratieve vereenvoudiging, had dat wel aangesloten bij begroting.’
Regeringen met een liberale premier blijken bar slecht voor onze openbare financiën.
Etienne de Callataÿ, econoom
Wat de specialisten ook vreemd blijven vinden is dat in België de bevoegdheden over begroting en financiën niet in één hand zitten. ‘In een normaal land is er één iemand én bevoegd voor begroting, de uitgaven, én voor financiën, de inkomsten’, zegt Moesen. Matthijs beaamt: ‘De minister van Begroting heeft bij ons geen totaalbeeld van de openbare financiën en kan dus ook veel minder doen.’
Wielertoerist
De regering-Michel formuleerde bij haar aantreden in 2014 een heel heldere doelstelling: aan het einde van de regeerperiode moest de begroting structureel in evenwicht zijn. Moesen: ‘De regering-Michel bouwde het tekort af van 3 procent naar minder dan 1 procent in 2018, maar gebruikte daarvoor een truc: de vennootschappen moesten meer belastingen vooraf betalen. En dan nog haalde ze de beloofde 0 procent niet.’ De Callataÿ: ‘Tijdens de regering-Michel kenden we relatief goede jaren, maar we hebben toen de kans niet gegrepen om onze openbare financiën structureel gezond te maken.’
Ook André Decoster, hoogleraar overheidsfinanciën aan de KU Leuven, maakt brandhout van het begrotingsbeleid onder Michel: ‘De regering bleef steevast onder de planning en schoof haar zelf geformuleerde doelstelling jaar na jaar voor zich uit.’ Volgens Decoster viel de daling van het tekort in grote mate te verklaren door de economische conjunctuur, en niet door het regeringsbeleid. ‘Een wielertoerist die opschept met zijn gemiddelde snelheid, maar die wel het hele parcours forse meewind had of vooral afdalingen voor de wielen kreeg: dat was de regering-Michel. Ze verdient een zware onvoldoende voor begroting’, luidt zijn conclusie.
Paraplu
De regering-De Croo werd geconfronteerd met de coronacrisis, waarvoor ze veel geld moest uittrekken: extra uitgaven voor de gezondheidssector, voor de koopkracht en om het industriële weefsel overeind te houden. ‘Daarom kun je die regering budgettair moeilijk vergelijken met de regering-Michel’, vinden alle specialisten. Het begrotingstekort steeg door de coronacrisis van 1,9 procent in 2019 naar 9,1 procent van het bbp in 2020. Vorig jaar kwam het uit op 5,5 procent en dit jaar wordt een tekort van zo’n 5 procent verwacht.
Moesen: ‘De coronacrisis heeft ons economisch iets minder geraakt dan andere Europese landen en we zijn er ook iets vlugger van hersteld. Dat kwam dankzij zaken als de tijdelijke werkloosheid en allerlei aanvullende rege-ringsmaatregelen. Maar dat kost geld, in 2020 20 miljard. In 2021 was dat nog altijd 14 miljard. We hadden die maatregelen toch al meer kunnen afbouwen. En de regering blijft geld uitgeven, met bijvoorbeeld een energiecheque van 100 euro voor iedereen. Bovendien krijgt ze minder geld binnen door de verlaging van de btw op energie van 21 naar 6 procent. Dus neemt het tekort nauwelijks af.’
De Callataÿ: ‘De regering-De Croo is te genereus geweest met haar steunmaatregelen en ook te weinig selectief: waarom moest bijvoorbeeld iedereen die energiecheque van 100 euro krijgen?’ Moesen wijst erop dat de regering-De Croo daarbij handig gebruikmaakt van de ontsnappingsclausule die Europa aanreikt: ‘Europa schortte de begrotingsregels op. Het begrotingstekort van de lidstaten moest in 2021 en 2022 niet onder de 3 procent liggen en dat werd nu uitgebreid tot 2023. Van die paraplu maakt de regering handig gebruik.’
Iedereen kijkt met een bang hart naar wat zal volgen. ‘De vergrijzingskosten slaan nu toe’, zegt econoom Gert Peersman (UGent). ‘We hebben die voor ons uit geschoven, maar het begrotingstekort zal daardoor de volgende jaren oplopen.’ Matthijs: ‘De hoge inflatie is ook geen goed nieuws, want we zullen weer meer rente moeten betalen als we lenen. De rentelast zal opnieuw wegen op onze overheidsfinanciën.’
Moesen: ‘Ik hoop dat de regering-De Croo de volgende weken een duidelijk ankerpunt vastlegt over waar ze met de begroting wil raken. Daarbij blijft het belangrijkste uitgangspunt dat je alleen leent voor investeringen, niet voor lopende uitgaven zoals het betalen van de ambtenaren. Of de regering zo’n ankerpunt zal vastleggen? Ik twijfel. Ik denk dat De Bleeker daar wel oren naar heeft, maar weegt zij als staatssecretaris zwaar genoeg?’
Volgende week
Pensioenen met Daniel Bacquelaine (MR) en Karine Lalieux (PS), en Financiën met Johan Van Overtveldt (N-VA) en Vincent Van Peteghem (CD&V)