Jago Kosolosky
‘Wij pleiten voor open grenzen (op vlak van journalistiek)’
‘Terwijl de wereld ons dwingt tot internationale samenwerking en smeekt om mondiale remedies voor alles van het coronavirus tot de klimaatcrisis, is er nog steeds veel te weinig aandacht voor mondiale journalistiek.’ En dat betreuren Gie Goris en Jago Kosolosky, respectievelijk huidig en toekomstig hoofdredacteur van MO*.
Informatie is levensbelangrijk. Wie daar in deze coronatijden nog aan twijfelt, moet dringend uit zijn bunker kruipen. De Chinese overheid belemmerde wekenlang een efficiënte aanpak van het nieuwe virus door de heersende cultuur van censuur. De Amerikaanse president zorgde voor een vergelijkbaar effect door te spotten met de wetenschap. En in Italië werd de ernst van het verhaal geminimaliseerd om economische belangen niet te schaden.
Doorheen alle verschillen, blijkt dat overheden vandaag overal uitermate imago-gevoelig zijn, wat vooral betekent dat ze zélf willen bepalen welke informatie er naar buiten komt en welk verhaal de bovenhand krijgt. Daarom bestaat de journalistiek: om niet te gehoorzamen aan de wetmatigheid van communicatiediensten, ook niet als ze in wetten vastgelegd wordt – zoals in China.
Wij pleiten voor open grenzen (op vlak van journalistiek).
Alleen, het zijn niet enkel politici die volledige communicatiecontrole nastreven en hun imago boven de waarheid en enige transparantie plaatsen. Ook bedrijven, organisaties en zelfs sommige media bezondigen zich daaraan. Het zou voor ons makkelijk zijn hier te schrijven dat het “dé mainstreammedia” zijn die de journalistieke opdracht onder de mat van winst- en bereikcijfers vegen. Maar zo zwart-wit is de wereld (gelukkig) niet. Opkomen voor de plicht om de onaangename waarheid, de onzichtbare dromen of de complexe samenhang der dingen te tonen en te duiden, is ook voor media-zonder-winstoogmerk een dagelijkse opdracht. Hoe gretig iedereen ook klikt op messcherpe opinies of smeuiige verhalen, ze maken van lezers geen geïnformeerde burgers. En hoe relevant en noodzakelijk lokale of nationale berichten ook zijn, als ze losgekoppeld blijven van de wereldwijde ontwikkelingen, versluieren ze meer dan ze verhelderen.
“Informatie is van levensbelang om redelijke keuzes te maken”, zei Nobelprijswinnaar Amartya Sen in een interview met MO* enkele jaren geleden. Maak daar maar “correcte informatie” van. Want “misleidende informatie of de opgefokte emoties van communautaire identiteiten” zijn tegenwoordig alomtegenwoordig en verhinderen juist het gesprek dat noodzakelijk is, aldus Sen. De coronacrisis maakt dat duidelijk, maar de klimaatcrisis is op iets langere termijn wellicht een nog veel pijnlijker, want dodelijker, voorbeeld. Journalistiek moet niet de twijfel voeden die bewust opgepookt wordt door cynische politici of opiniemakers, ze moet integendeel vasthouden aan correcte informatie – ook al is die ongemakkelijk of zelfs verontrustend.
Mondiale journalistiek zou, na een halve eeuw intensieve mondialisering, een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Maar dat is ze niet. Er is natuurlijk een niet eindigende stroom berichten uit Trumpland en er is de blijvende obsessie met oorlog en rampen in verafgelegen gebieden, maar hoeveel Vlaamse journalisten krijgen vandaag nog de tijd en de middelen om zich in te werken in wat écht bepalend is voor onze toekomst? En dan gaat het niet enkel over de mondiale klimaatverandering en de daarbij horende transitie, maar ook over de vernietiging van het Midden-Oosten, het enorme potentieel van Afrika, de ontregeling van boomend Azië, de geopolitiek van energie, de kracht van het vrouwenprotest in Latijns-Amerika, de menselijke verhalen achter meer dan zestig miljoen gevluchte en ontheemde mensen, de verontrustende toename van terroristisch geweld in de Sahel…
Toch geldt voor deze en zo veel meer mondiale trends en hun lokale vertalingen wat we hierboven al zegden: informatie is van levensbelang. Zo lang olie- of tabaksmultinationals hun kennis over klimaatverandering of kanker kunnen verbergen, sterven gewone mensen aan de gevolgen van hun businessmodel. Zo lang autoritaire populisten het podium en de sociale media monopoliseren, kunnen ze van elke leugen een electorale goudmijn maken. We beseffen maar al te goed dat informatie op zich onvoldoende is om dat te keren, maar ze is wel noodzakelijk. Investeren in redacties met een mondiale blik en met dito expertise is daarom een opdracht voor elk medium, en dus een maatschappelijke noodzaak. Investeren in professionele journalisten die tijd hebben om te onderzoeken en te schrijven, die de complexe realiteit op het terrein kunnen ervaren, die onverkort kritisch zijn voor alle communicatie van de macht maar die ook de eigen sympathieën blijven in vraag stellen.
MO* heeft de voorbije zeventien jaar getoond dat die investeringen kennis, inzicht en begrijpen opleveren. Kwalitatieve meerwaarde voor lezers en samenleving. We zijn blij dat we daarmee niet helemaal alleen staan en eigenlijk zouden we liefst nog wat meer concurrentie hebben. Want het belang van mondiaal nieuws is niet louter een zaak van intellectuele bevrediging, en al zeker geen kwestie van branding. Mondiale informatie voedt het debat over de inrichting van de gemondialiseerde samenleving. Open de grenzen voor informatie, geef journalisten de kans en de opdracht wereldwijd naar de waarheid te zoeken, betrek de lezer bij alles wat hem of haar raakt of zou moeten raken. De Wetstraat en de Dorpsstraat zijn belangrijk, maar journalisten moeten ook (kunnen) berichten over Tahrir Square en de Avenida de los Derechos Humanos.
Vanaf 1 augustus 2020 neemt Jago Kosolosky (28) het roer over van Gie Goris (65) als hoofdredacteur van MO* (magazine en nieuwssite). Iedereen kan het journalistieke werk van MO* ondersteunen door proMO* te worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier