Wie zit eigenlijk te wachten op de komst van de paus?

Walter Pauli

De katholieke gemeenschap kijkt uit naar het vierdaagse bezoek van paus Franciscus aan België. Tegelijk blijft het onzeker of en in welke mate de samenleving de kerk dat feestje gunt.

‘Welkom paus Franciscus!’ Met die slogan ontvangt de katholieke kerk van België de bijna 88-jarige Argentijnse kerkleider. Officieel is de paus hier op uitnodiging van de Katholieke Universiteit Leuven en de Université Catholique de Louvain voor hun zeshonderdste verjaardag, feitelijk dient zijn bezoek vooral als morele oppepper voor een zieltogende kerkprovincie.

Het bezoek is beperkt gehouden. Franciscus landt donderdag op Melsbroek. De dagen nadien bezoekt hij eerst de politieke en maatschappelijke powers that be van het land. Nadien ontmoet hij afgevaardigden van de katholieke gemeenschap en ‘zijn’ jezuïeten (Franciscus is de eerste jezuïet die tot paus werd verkozen). ‘Het hoogtepunt’, zo laat de organisatie weten, is de zondagse misviering in het Koning Boudewijnstadion voor 40.000 toeschouwers – aan de 37.500 zitplaatsen in de tribunes werden langs de piste 2500 bijkomende plaatsen ‘voor jongeren’ toegevoegd. Dat al die (gratis) tickets binnen een paar dagen de deur uit waren, is alvast een opsteker voor het organisatiecomité. Het bevestigt de indruk dat Franciscus een van de schaarse wereldleiders blijft met de allure van een oudere rockster. Hij is nog altijd populair en in eigen katholieke kring zelfs geliefd.

Onnozel

Het bezoek aan België wordt gevat in de slogan ‘hoopvol onderweg’. De Belgische katholieke kerk hoopt dat het pausbezoek ook hier een ‘oproep tot vernieuwing en optimisme’ zal zijn, waarbij de paus ‘iedereen uitnodigt voor een betere toekomst te gaan, waarin elkeen een motor kan zijn van verandering en verzoening’. Dat laatste zou wel eens negatiever kunnen uitvallen dan verhoopt. Ook de Belgische katholieke kerk heeft een kruis te dragen: het seksueel misbruik.

Paus zal ‘in alle discretie’ vijftien slachtoffers van seksueel misbruik ontmoeten

Dat schandaal ettert intussen al vijftien jaar en het einde is niet in zicht. In 2010 nam de Brugse bisschop Roger Vangheluwe ontslag omdat hij zich jarenlang had vergrepen aan een minderjarige neef (nadien bleek dat er nog meer misbruik was geweest). ‘Dat was een beetje een relatietje’, vertrouwde Vangheluwe een jaar later toe aan VT4, in het enige tv-interview dat hij gaf nadat hij zich had teruggetrokken in ‘het verborgene’ – de facto in een benedictijnerabdij. ‘Verborgene’, ‘relatietje’: dat onnozele woordgebruik staat sindsdien in het collectieve geheugen gegrift, als pijnlijke illustratie van hoe de katholieke hiërarchie blijkbaar niet in staat was om de ernst van de gebeurtenissen in te schatten en daar ook naar te handelen. Sindsdien blijft seksueel misbruik als een molensteen hangen om de nek van de hele katholieke kerk in België. Het kleeft dus ook aan dit pausbezoek.

Het is van 2010 geleden dat kinderpsychiater Peter Adriaenssens (KU Leuven) als voorzitter van de ‘Commissie seksueel misbruik in een pastorale relatie’ een explosief eindrapport afleverde: ‘Zowat elke instelling en elke school – en dan met name de scholen met een internaat – heeft ooit te maken gehad met misbruik’, stond er. Die vaststelling veroorzaakte een schok, niet alleen binnen de katholieke gemeenschap maar in het hele land. Die crisis is nog altijd niet voorbij.

Kristien Hemmerechts: ‘Vroeger móést je naar de kerk. Nu mag het bijna niet meer’

‘A bas la calotte!’

Vooral de aangrijpende getuigenissen over onrecht, leed en blijvende pijn in het bekroonde VRT-programma Godvergeten reten vorig jaar oude wonden weer open. De frustratie en de woede waren groot, zeker als ze gepaard gingen met enig gewetensonderzoek. Welke katholiek kan oprecht zeggen werkelijk nooit eens te hebben weggekeken van wat hij of zij wist?

Het was ook een kans om rekeningen te vereffenen. Voor een aantal niet-katholieken, en zeker voor een overtuigde kern vrijzinnigen, is deze kerkelijke crisis het ultieme bewijs van het eigen gelijk. In het door en door geseculariseerde Vlaanderen van vandaag vormen zij een belangrijke stem: iedereen erkent dat er zonder hen geen nieuwe wetgeving gekomen zou zijn rond abortus en euthanasie. Ook hun aloude kritiek op de kerk klinkt daardoor gezaghebbender dan ooit. Het ‘à bas la calotte!’ van de Franse Revolutie is in Vlaanderen vandaag haast gewenst sociaal gedrag geworden.

Wat de kerk ook doet als tegemoetkoming: het zal altijd too little, too late zijn.

Het gaat niet om kritiek van anonieme internettrollen. Naar aanleiding van het pausbezoek tweette Mario Van Essche, advocaat, voorzitter van het Humanistisch Verbond, bestuurder bij het Mechelse theater ’t Arsenaal en lid van de Nationale Evaluatiecommissie voor Zwangerschapsafbreking: ‘De KU Leuven viert haar 600e verjaardag met een bezoek van de paus. Met déze paus. Met deze immorele paus. Alsof de tijd al die eeuwen is blijven stilstaan. #WeAreNotGoingBack’. De katholieke kerk als een immorele en dus te bestrijden instelling: dat inzicht leeft vandaag al lang niet meer alleen in de beslotenheid van de logewerkplaatsen. De kerk wordt met aandrang geacht te zwijgen, minstens tot het aangedane leed is goedgemaakt. En dan nog. Wat de kerk nog doet aan symbolische daden of echte tegemoetkomingen is haast voorspelbaar too little, too late. Hoeveel geld men ook geeft, hoeveel uren men ook luistert, hoe vaak en luid men schuld bekent: het baat niet.

Zelfs de erg geëngageerde bisschop Johan Bonny moest vorig jaar door het stof nadat hij een paar als fout gepercipieerde zinnen had uitgesproken in het Radio 1-programma De ochtend (‘ Wij mogen nu de boel opkuisen en we krijgen er geen dankbaarheid voor, of het nu komt van Rome, van de media of de publieke opinie’). Bonny heeft intussen ontslag genomen als aanspreekpunt voor slachtoffers van seksueel misbruik. Op zijn 69e werd hem zowel door het Vaticaan als door de andere Belgische bisschoppen de nodige hulp geweigerd, zo gaf hij te verstaan.

Tien jaar Franciscus: hoe kijkt katholiek Vlaanderen naar zijn paus?

Kansen verknoeien

Het is geen louter Belgisch fenomeen. Overal in het Westen slaan gelovigen aan het muiten. In het nog altijd diepkatholieke Ierland is de kans zelfs groot dat het stoffelijk overschot van de ooit zo invloedrijke bisschop Eamonn Casey binnenkort uit de crypte van de kathedraal van Galway zal worden gehaald. Casey werd ontmaskerd als een seksueel roofdier dat tal van slachtoffers maakte. De Ierse premier Simon Harris steunt die claim. Zelfs het bisdom van Limerick beloofde zijn volledige medewerking voor de opgraving. Het is een symbolische straf, maar wel een met betekenis.

Als zo’n diepgaande crisis in zo veel uiteenlopende landen zo lang blijft aanslepen, komt ook de figuur van de paus in het vizier. Bij zijn verkiezing in 2013 heerste vooral optimisme. De gezaghebbende Vaticaanwatcher Austen Ivereigh schreef in 2014 een uitstekende biografie van Franciscus: The Great Reformer – Francis and the Making of a Radical Pope. In 2019 schreef hij een nieuwe biografie: Wounded Shepherd: Pope Francis and His Struggle to Convert the Catholic Church. Positivisme had plaatsgemaakt voor een onmiskenbaar gevoel van ontgoocheling en scepsis, ook bij gelovige katholieken. Zeker, Franciscus heeft geprobeerd om te hervormen. Hij werd tegengewerkt en gesaboteerd. Invloedrijke kardinalen maakten hem verdacht als een gevaarlijke ketter en dreigden zelfs met een schisma. Franciscus bond in en legde daardoor in zekere zin zelf een hypotheek op het pauselijke gezag. Dat lijkt definitief tanend.

Franciscus plooide onder de druk en legde zo zelf een hypotheek op het pauselijke gezag.

De wereld is veranderd, niet alleen in het Vaticaan en in Ierland maar ook in België. In 1985 was het bezoek van Johannes-Paulus II aan ons land nog een triomftocht voor hem en zijn kerk. Het moet de laatste massale uiting zijn geweest van de kracht en de dominantie van de organiseerde katholieke gemeenschap. Ook De Standaard wijdde achteraf een bijzonder lovende brochure aan dat pausbezoek, getiteld Een golf van geestdrift. In Gent was de paus voorgegaan in een misviering voor jongeren. De Standaard schreef daarover: ‘De plechtigheid werd bijgewoond door naar schatting 130.000 tot 150.000 mensen, maar dat kunnen er net zo goed 10.000 meer geweest zijn. Dit was een voor België nooit eerder gezien religieus feest, groots in zijn spontaniteit, woorddienst, gezangen en zijn diepe beleving.’

Na afloop van dat bezoek concludeerde de redactie (met daarbij invloedrijke intellectuelen als Manu Ruys, Hugo de Ridder, Gaston Durnez en de jongere Mia Doornaert): ‘Vandaag herbegint het gewone leven in Vlaanderen. Naarmate de roes wegebt, zal men de oude problemen terugvinden. Maar misschien in een ander licht: de christelijke identiteit heeft opnieuw een duidelijk profiel gekregen, een waarover men zich niet hoeft te schamen. De massale opkomst wijst erop dat de katholieken zich te lang hebben beschouwd als een bange, onverschillige kudde zonder herder. Maar hun paus reist om te leren, en ons aan te leren. (…) De kansen op de wederopbouw van een versterkte en overtuigde geloofsgemeenschap zijn nog niet verkeken. Zullen zij krachtig worden aangegrepen? Of gaat men ze verknoeien?’

Identiteitscrisis

Alleen de laatste zin zou profetisch blijken. We zijn 39 jaar verder, en Inge Schelstraete, cultuurjournaliste bij uitgerekend De ­Standaard, is de gangmaker van een actie tegen het pausbezoek. Het gaat om een bescheiden maar veelzeggende kopie van een massale actie van Ierse vrouwen, Say Nope to the Pope. In 2018 bestelden ze tickets voor het pausbezoek maar bleven thuis. Resultaat: op een terrein voorzien op 485.000 aanwezigen kwamen maar 115.000 Ieren op­dagen. Schelstraete hoopt op enig zichtbaar effect in het Koning Boudewijnstadion, schreef ze op haar Facebook-pagina. ‘Ik reserveer een kaartje omdat ik daar recht op heb. Als Belgische belastingbetaler betaal ik mee voor de veiligheid van alle bezoekende staatshoofden, ongeacht wat ik van hun standpunten denk; dat geldt ook voor de paus. Maar een massabijeenkomst van zo iemand hoef ik niet zomaar te steunen. Als het Boudewijnstadion niet vol is, is dat een correctere weergave van de populariteit van de paus en het Vaticaan in België.’ Zij het dat ook een vol huis weinig zegt over de werkelijke invloed van Franciscus op het doen en laten van de Belgen. Zelfs niet van de eigen katholieke instellingen.

© AFP via Getty Images

Kijk naar de KU Leuven. In 1985 werd paus Johannes-Paulus II verwelkomd in het stadion van Stade Leuven (nu OHL). Duizenden proffen, assistenten en studenten hoorden rector Pieter De Somer het ‘recht op dwalen’ claimen voor zijn instelling en zijn onderzoekers. De Somer sprak die woorden uit in een tijd dat het Vaticaan onder Johannes-Paulus II niet terugschrok om streng op te treden, vooral tegen academici (theologen, moraalfilosofen, bio-ethici…) die te ver afweken van de roomse lijn. De Somer trok voor Rome een streep in het zand: tot hier en niet verder reikt uw leergezag. Hij raakte een essentieel pijnpunt aan en deed dat voor een groot publiek.

Anno 2024 wordt de paus ontvangen in de universitaire Hallen, dus in een eerder beperkte ruimte (er zijn in Leuven beduidend grotere aula’s). Een voordeel aan zo’n ongetwijfeld bomvolle zaal is dat het niet opvalt dat een aantal professoren niet wil komen. Er wordt nu al naar de toespraken uitgekeken: zal rector Luc Sels de paus zeggen waar het op staat, net als Piet De Somer destijds? Op de jongste promotie van de afgestudeerden verklapte Sels al de hoofdlijn van zijn toespraak. Hij zal Franciscus verwelkomen als de laatste wereldleider die het opneemt voor de vluchtelingen, voor hen ‘die het eigen land ontvluchten voor schendingen van de mensenrechten en aan de grens van Europa geconfronteerd worden met schendingen van de mensenrechten’. Dat is een waardering die Franciscus toekomt, en vluchtelingen zijn inderdaad een mondiaal en dus ook een Belgisch en een kerkelijk probleem.

Tegelijk vormen vluchtelingen niet de kern van het debat over de wezenlijke problematische toestand van de katholieke kerk. Die identiteitscrisis raakt elke school en elke instelling die zich nog katholiek noemt (denk aan het conflict met generaal-overste René Stockman en vervolgens met Rome dat de Belgische Broeders van Liefde trof). En dus ook iedere universiteit die dat nog doet – toch als het niet schaadt. Waarom noemt de Katholieke Universiteit Leuven zich in het buitenland anders bij voorkeur ‘KU Leuven’, zonder verwijzing naar ‘Catholic’? De Franstalige zusteruniversiteit noemt zich in het buitenland nadrukkelijk Université Catholique de Louvain. Daarbij maakt het niet uit of men dat probleem zelf benoemt of niet: het ís er. Bij dezen heeft rector Sels, wellicht onbedoeld, een begin van een antwoord gegeven op de cruciale vraag hoe relevant een pausbezoek aan België nog kan zijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content