Bijgedachte | België

‘Wie wil werken, vindt een baan’: klopt dat?

Er is in Vlaanderen quasi volledige tewerkstelling, wat er voor zorgt dat vacatures moeilijk ingevuld raken. © ANP / Flip Franssen
Ewald Pironet

Voor bijna een op de twee vacatures is geen werkervaring of opleiding vereist. Waarom is dan toch niet iedereen aan de slag?

‘Nog nooit zoveel vacatures die geen diploma of ervaring vereisen’, kopte zakenkrant De Tijd. Het blijkt dat het aantal vacatures waarvoor geen werkervaring nodig is, steeg van 34 procent in 2016 naar 48 procent tijdens de eerste acht maanden van 2024. En het aantal vacatures waarbij geen diploma gevraagd wordt, steeg in diezelfde periode van 41 naar 49 procent. Dat leren cijfers van de Vlaamse arbeidsbemiddelaar VDAB die de hr-dienstengroep Acerta Consult analyseerde.

Dat voor bijna een op de twee vacatures geen diploma of werkervaring wordt geëist, is een record. Dat heeft alles te maken met de krappe arbeidsmarkt. In Vlaanderen bestaat de Vlaamse bevolking op arbeidsleeftijd (20- tot 64-jarigen) uit 3,9 miljoen personen. Daarvan is afgerond 77 procent aan de slag, zowat 3 procent is werkloos. Dat komt neer op vrijwel volledige tewerkstelling, zoals arbeidsmarktexpert Jan Denys in zijn net verschenen boek Iedereen aan’t werk! beschrijft en recent in Knack uitlegde.

Bedrijven hebben het nu dus moeilijk om nieuwe werknemers te vinden. Daarom stellen ze zich flexibeler op in hun zoektocht naar nieuwe krachten en zijn ze minder veeleisend. Een diploma of werkervaring wordt minder vaak gevraagd, een enthousiaste en gemotiveerde sollicitant is soms al voldoende.

Lang werkloos

Het feit dat voor de helft van de vacatures geen diploma of ervaring vereist is, lijkt moeilijk te rijmen met de vaststelling dat een op de drie werkzoekenden in Vlaanderen tussen 25 en 64 een jaar of langer werkloos is. In Brussel en in Wallonië is dat zelfs meer dan een op de twee. Uit onderzoek van Liam D’hert (UGent) blijkt ook nog eens dat mensen die minstens een jaar werkloos zijn, gemiddeld zo’n 21 procent minder kans hebben op een job. Die kansen slinken verder als de werkloosheidsduur oploopt tot anderhalf jaar en meer.

Met andere woorden: het komt erop aan die werklozen zo snel mogelijk aan een nieuwe job te helpen. Dat is ook waar het nieuwe regeerakkoord van de Vlaamse regering-Diependaele op lijkt aan te sturen: wie werkloos wordt, moet vanaf de eerste dag een taalopleiding of opleiding tot knelpuntberoep volgen, in afspraak met de arbeidsbemiddelaar VDAB. En de VDAB moet ook sneller sancties opleggen als de werkzoekende weigert mee te stappen in een traject.

Huisvrouwen en -mannen

Nu vormen de werklozen maar een kleine groep van de mensen in Vlaanderen die niet aan de slag zijn. Een veel grotere groep zijn de inactieven. Dat zijn mensen die geen werk hebben en er ook niet naar op zoek zijn. Ze worden ook de ‘niet-beroepsactieven’ genoemd. Onder de Vlamingen op arbeidsleeftijd behoort 21 procent tot de inactieven. Dat is een op de vijf, een erg groot aantal.

Wie die groep van naderbij bekijkt, ziet dat van die 21 procent ongeveer 2 procent ontmoedigd is: ze zijn niet op zoek naar werk omdat ze denken dat ze te jong of te oud zijn, dat ze niet de juiste vaardigheden hebben enzovoort. Daarnaast blijkt zo’n 3 procent van die 21 procent huisvrouw of -man te zijn. En dan zijn er nog de studenten en gepensioneerden, telkens goed voor 5 procent van de inactieven.

Een restaurant zoekt personeel. © ANP / Harold Versteeg

Heterogene groep

De grootste groep, zo’n 6 procent van de 21 procent inactieven, is arbeidsongeschikt: ze kunnen niet werken door een handicap, langdurige aandoening of ziekte. Die groep is de jongste jaren fel gestegen, allicht niet toevallig toen het recht op een werkloosheidsuitkering strenger werd. Uit cijfers van het Steunpunt Werk (KULeuven) blijkt dat er in tien jaar tijd in Vlaanderen 34.000 arbeidsongeschikten zijn bij gekomen, een stijging van 19 procent. In 2022 vielen 214.400 personen op arbeidsleeftijd onder deze categorie.

De groep inactieven of niet-beroepsactieven is dus een vrij heterogene groep. Ook aan hen besteedt het nieuwe Vlaamse regeerakkoord aandacht: ‘We stimuleren de grote groep van niet-beroepsactieven zonder werkloosheidsuitkering om zich in te schrijven bij de VDAB’, zo staat er. ‘In opvolging van de verplichte inschrijving bij de VDAB van leefloongerechtigden, inburgeraars en sociale huurders, zetten we in samenwerking met de lokale besturen en partners versterkt in op de intensieve arbeidsbemiddeling van niet-beroepsactieven en hun toeleiding naar passende jobs.’ We zullen zien of en hoe dat zal lukken.

Langdurig zieken

Federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) nam de voorbije regeerperiode al enkele voorzichtige maatregelen om het aantal langdurig zieken te verminderen. In heel België tellen we nu 500.000 langdurig zieken. Dat is ongeveer zeven procent van de beroepsbevolking en daarmee staan we aan de top in Europa.

Vandenbrouckes plannen voor de re-integratie van langdurig zieken en de hervormingen in de ziekteverzekering waren erg voorzichtig. ‘Ze plaatsen geen voet maar een teen tussen de deur: het is een begin, de volgende regering neemt het best meer maatregelen om het aantal langdurig zieken te verminderen’, aldus Denys en de Gentse arbeidsmarktexpert Stijn Baert in een gesprek met Knack. Het is uitkijken welke stappen die nog te vormen federale regering op dit vlak straks zal zetten.

Ook de Vlaamse regering-Diependaele wil de langdurig zieken graag opnieuw aan het werk krijgen. In het Vlaamse regeerakkoord staat: ‘We zorgen voor een verhoogde en duurzame terugkeer naar werk van langdurig zieken via een multidisciplinaire aanpak. (…) We introduceren die terug-naar-werkbenadering ook in de gezondheidszorg via de huisartsen, de eerstelijnszones en de revalidatiecentra. (…) Langdurig zieken met een arbeidscontract stimuleren we om deel te nemen aan loopbaanbegeleiding met het oog op hun terugkeer naar werk.’

Kinderopvang

Het gegeven dat voor bijna een op de twee vacatures geen diploma of werkervaring wordt geëist, geeft voedsel aan de vaak gehoorde stelling ‘wie wil werken, kan werken’. In die stelling zit vandaag veel waarheid, al is er zeker één belangrijke bemerking bij te maken: wordt wie een job aanneemt daar ook altijd voldoende beter van?

Het is zoals Stijn Baert zei in een dubbelinterview met professor sociaal werk en sociaal beleid Wim Van Lancker (KULeuven) in Knack: ‘Een kortgeschoolde alleenstaande moeder, die tegen een laag loon gaat werken en daarvoor een beroep moet doen op kinderopvang, zodat ze, als ze die opvang al vindt, er financieel amper beter van wordt, doet die zich vandaag geen onrecht aan?’ Met andere woorden: werken moet financieel echt wat meer opleveren dan een uitkering.

Strenger activeringsbeleid

Wie wil en kan werken, vindt dus kansen op de arbeidsmarkt. Zeker vandaag. Politici hebben daarbij een dubbele opdracht. Ten eerste: een sneller en meer aanklampend activeringsbeleid voeren, iets wat alvast de Vlaamse regering wil doen. Nu is er vaak kritiek op een strenger activeringsbeleid, want er moet tegelijkertijd voor gezorgd worden dat zo’n beleid niet meer mensen in de armoede duwt. Dan ben je nog verder van huis.

Maar, zoals Wim Van Lancker in het eerder geciteerde dubbelinterview met Baert anderhalf jaar geleden al zei: ‘De succesvolste landen op het vlak van activering van werklozen voeren geen soft activeringsbeleid. Bij ons ligt daar nog veel ruimte voor verbetering, ook in Vlaanderen. Het verbaast me dat de VDAB er vaak niet in slaagt om langdurig werklozen te bereiken en naar de arbeidsmarkt te leiden.’

Meer loon

Van Lancker plaatste daar zelf een belangrijke kanttekening bij: ‘Je mag mensen voor hun verantwoordelijkheden plaatsen,’ vervolgde hij, ‘alleen komt dat voor veel politici neer op het inperken van de uitkering. Maar los je zo het probleem op? Nee. Je vergroot daarmee de armoede. Activeren is zorgen voor voldoende aanbod aan taalcursussen en opleidingen, voor beter openbaar vervoer zodat mensen vlot op het werk raken, voor goede en betaalbare kinderopvang. We hebben veel te weinig aandacht voor de context waarin werkzoekenden keuzes moeten maken.’

Naast een sneller en meer aanklampend activeringsbeleid wacht de politici dus nog een tweede opdracht : ervoor zorgen dat werken financieel meer loont. De nog te vormen federale regering moet daartoe eindelijk met een fiscale hervorming komen die ervoor zorgt dat een werknemer netto meer overhoudt. De Vlaamse regering-Diependaele moet dan weer zorgen voor voldoende en betaalbare kinderopvang, voor een betaalbaar en goed werkend openbaar vervoer zodat men op het werk raakt enzovoort. Hoe beter dat wordt gerealiseerd, des te meer de stelling waarheid wordt: wie wil werken, heeft werk.


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content