‘Wat ook de oorzaak van het conflict is, de oorlog zelf is het kwaad, het grootste kwaad, altijd een groter kwaad dan het onrecht dat de aanleiding tot het conflict is geweest’, schrijft filosoof Gerard Bodifee in reactie op Mark Van de Voorde.
Een groot en nucleair bewapend land valt een kleinere buurstaat aan, waarvan de bevolking zich met grote verbetenheid verzet. Alweer is een oorlog uitgebroken, met alles wat oorlog betekent: de gruwel van een nietsontziende drift om te doden en te vernietigen, een kluwen van schuld en onschuld, het totale verlies van de waarde van een mensenleven. Wat staat ons te doen, wij die vanop korte afstand toekijken, relatief veilig onder de NAVO-paraplu? Mag een land dat niet bij de strijd betrokken is, of een groep van landen, het belaagde land ter hulp snellen met alle middelen die nodig zijn om de aanval af te weren? Concreet: Mag of moet de NAVO Oekraïne militaire bescherming aanbieden? Mag België wapens leveren?
Mark Van de Voorde heeft het probleem vanuit moreel en theologisch oogpunt geanalyseerd en komt tot de conclusie dat gewapende hulp bieden een morele plicht is, ook al zondigt men daarmee tegen het christelijk gebod ‘gij zult niet doden’. Wie niets doet, is medeplichtig aan schuldig verzuim, oordeelt hij. Daarom moeten westerse landen de wapens leveren waar Oekraïne om vraagt. Dat daardoor steeds meer landen bij de oorlog betrokken raken, beseft hij ook maar bespreekt hij niet en dat verandert in elk geval zijn conclusie niet.
Het argument dat Van de Voorde gebruikt om de aangevallen partij gewapenderhand te hulp te komen, kan aannemelijk lijken, en is in essentie gebaseerd op het algemeen gehuldigde principe dat het een morele plicht is om onschuldige en zwakke individuen te beschermen tegen kwaadwilligheid van anderen. Niemand ontkent dat een kind beschermd moet worden tegen wie het wil aanranden, ook als daarvoor geweld moet gebruikt worden; ja, zelfs als daarvoor de dader gedood zou moeten worden. Geweldloosheid kan nooit een absoluut principe zijn.
Wie wapens levert, is medeplichtig.
Gerard Bodifee
Maar dat betreft individuen, met hun persoonlijke rechten en plichten, individuen die in eigen persoon slachtoffer of dader zijn. Heel anders liggen de verhoudingen tussen staten. Daar zijn burgers slachtoffers van wat duistere machtsmechanismen uitvoeren. Toen de Franse vredesactivist Jean Goss gevraagd werd naar zijn ervaringen als soldaat in de Tweede Wereldoorlog, vertelde hij dat hij zich nooit zich zal kunnen bevrijden van de schaamte en de wroeging tegenstanders gedood te hebben omdat hij besefte daarbij niet de schuldigen getroffen te hebben, maar onschuldige pionnen in het meedogenloze spel dat door anderen gespeeld wordt. De ware verantwoordelijken blijven buiten schot. Wie daarentegen de aanvaller doodt die zich aan een kind vergrijpt, treft de schuldige.
In een oorlog worden onschuldige jonge mannen naar het front gestuurd om daar andere onschuldigen te doden. In de razernij van het gevecht (of al bij de voorbereidingen ervan) gaat veel onschuld verloren, dat is waar, maar dat is precies eigen aan oorlog. Elke oorlog, zonder uitzonderling, zet mensen aan tot wreedheid, wraak en wekt een killing instinct dat elk moreel en rationeel besef uitschakelt. Niet zonder reden noemt de Amerikaanse oorlogsjournalist Chris Hedges oorlog het ergste van alle kwaad.
Maar oorlogen breken uit, steden worden gebombardeerd, kinderen sterven onder het puin. Zullen we dan maar wapens leveren in deze ongelijke strijd? Wat staat de landen te doen die niet rechtstreeks bij de gruwel betrokken zijn? Er kan maar één juiste houding zijn: water, en niet olie, op het vuur gooien. Wie wapens levert, is medeplichtig. Wat ook de oorzaak van het conflict is, de oorlog zelf is het kwaad, het grootste kwaad, altijd een groter kwaad dan het onrecht dat de aanleiding tot het conflict is geweest. De strijd moet stilgelegd worden door de aanvoer van wapens en munitie naar de strijdende partijen af te snijden.
Als wapen producerend land draagt België een immense verantwoordelijkheid. Het voornemen dat ons land in principe huldigt om geen wapens te leveren aan landen die in oorlog zijn, is een prijzenswaardig standpunt dat misschien een deel van de morele schuld kan wegnemen die intrinsiek verbonden is aan de productie van oorlogswapens. Het is dan ook zeer ontmoedigend vast te stellen hoe dit voornemen onmiddellijk vergeten werd nadat het publiek, de overheid en de commentatoren zich lieten meeslepen met de oorlogsretoriek en strijdlust die in heel West-Europa momenteel de kop opsteekt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier