François Levrau

‘Wie een liberale bril opzet, ziet de wereld in dubbelzicht’

François Levrau Dr. Sociale Wetenschappen, verbonden aan Centrum Pieter Gillis (UAntwerpen)

Vindt iedereen die onze manier van leven superieur vindt, daarom ook zijn gading bij Open VLD? François Levrau (Universiteit Antwerpen) is daar niet van overtuigd.

Gwendolyn Rutten van Open VLD stelt zich voor als de concrete veruitwendiging van het ‘superieure liberaal-democratische bestel’ teneinde de pluim van dat (abstracte) bestel op de hoed van haar liberale partij te kunnen steken. In een tijd waar sommigen het hebben over een ‘clash of civilisations’ is dat electoraal en retorisch wellicht een goede zet, maar de pluim hoort haar niet (alleen) toe.

In een interview aan het Laatste Nieuws laat Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten duidelijk verstaan dat “Onze manier van leven superieur is aan alle andere in de wereld.” In dit interview lijkt ze haar pijlen te richten op al diegenen in het Westen die blijkbaar niet van mening zijn dat “onze manier van leven superieur is.” Zo heeft ze het over diegenen die “sommige achterlijke gebruiken goedpraten met een misplaatst gevoel voor tolerantie en relativering.” De radicale islam”, zo geeft ze aan, is “niet het nieuwe normaal.” Ze heeft het ook over diegenen die niet inzien dat geloof enkel maar thuishoort in de privésfeer. “Ik heb respect voor wie gelovig is, maar val er mij niet mee lastig. (…) Doe thuis wat je wil, maar vraag van mij niet dat ik daar rekening mee houd.” Rutten richt haar pijlen echter ook op “moraalridders” die te betuttelend optreden en aangeven dat we geen vlees mogen eten, alcohol drinken, op de buiten wonen, de open haard aansteken, met de auto rijden, enz. En, in dezelfde lijn, viseert ze ook politici die zich teveel moeien met hoe het individu zijn loon uitgeeft door echocheques, maaltijdcheques en dies meer naar voren te schuiven.

Liberale diplopie

Ik ben het goeddeels met Gwendolyn Rutten eens dat het liberaal-democratische denkkader ‘superieur’ is – al houd ik niet zo van dat woord omdat het te beladen is. Niet langer worden gedomineerd door een tiran, niet leven in een patriarchale cultuur en dus over de mogelijkheid beschikken om behoorlijk vrij het eigen leven in te kleuren, lijkt me inderdaad een belangrijke stap voorwaarts. De paradox is dat ik net omwille van die vrijheid kan kiezen om me te laten onderdrukken. Op voorwaarde dat ik het echt wil en dat ook zelf heb beslist, kan ik dus beslissen om mijn autonomie te laten inperken. Men is nu eenmaal vrij om het leven in te richten volgens de eigen opvatting van wat het ‘goede leven’ is.

Maar, ondanks het feit dat ik Rutten dus deels kan volgen, ben ik het toch vooral ook met heel wat punten van Rutten oneens. Hoe dat komt, heeft precies te maken met wat ik de ‘liberale spin van Rutten’ zou willen noemen. Wat zij immers onvoldoende uitlegt is dat uit het politiek-filosofisch kader van de liberale-democratie niet noodzakelijkerwijze het liberalisme à la Open VLD voortvloeit. Toegegeven, het is wat verwarrend, maar het onderscheid is wel belangrijk. Wat Rutten met haar uitspraken insinueert, is dat elkeen die meent dat ons denkkader ‘superieur’ is, als vanzelf tot het beleidsprogramma van de Open VLD zal komen. Dat hoeft natuurlijk niet zo te zijn. De Open VLD hoeft niet te suggereren de concrete politieke veruitwendiging van het ‘superieure’ liberaal-democratische denkkader te zijn.

‘Wie een liberale bril opzet, ziet de wereld in dubbelzicht’

De liberale beginselen waaraan onze Westerse identiteit is verknocht, zijn immers betrekkelijk vaag en abstract. Wat feitelijk bestaat is een algemeen liberaal-democratisch kader waaraan een aantal waarden en principes zijn gekoppeld zoals ‘gelijkheid’, ‘vrijheid’, ‘solidariteit’, ‘neutraliteit’, ‘scheiding Kerk-Staat’, enz. Maar, uit dit paradigma vloeien hoegenaamd geen eenduidige interpretaties over die waarden en principes voort. Over de concrete invulling bestaat nauwelijks consensus. Hoogstens is er sprake van een ‘familiegelijkenis’, maar de invullingen lopen soms dermate uiteen dat men goed bij de les moet blijven om te beseffen dat ze uiteindelijk betrekking hebben op dezelfde waarden en als zodanig geformuleerd worden binnen hetzelfde liberale denkkader. Ook wordt vanuit het politiek-filosofische (liberale) denkkader niet duidelijk hoe die waarden en principes zich precies tot elkaar verhouden.

De implicatie is dat er uit dit paradigma niet zomaar één beleid kan worden gedestilleerd dat dan op een schier absolute wijze antwoord zou bieden op de vraag wat de liberale waarden precies betekenen en hoe ze zich ten aanzien van elkaar verhouden. Sterker nog, vanuit het liberale denkkader kan een zelfde maatschappelijk fenomeen (zoals het verschil tussen rijk en arm en de verschijning van hoofddoeken in de publieke ruimte) worden aanvaard, maar ook sterk worden gecontesteerd. Of nog, wie de liberale bril opzet, die ziet de wereld in dubbelzicht en lijdt dus aan diplopie.

Het komt er daarom voor politici op aan om goed aan te geven welke interpretatie ze maken van dat abstracte kader en hoe ze de verschillende waarden precies tot elkaar laten verhouden. Dit maakt precies waarom ik vind dat de invulling die Rutten maakt, over het algemeen niet de beste is. Naar de essentie geplooid komt het erop neer dat wie, zoals Rutten met de banier van de ‘vrijheid’ zwaait, er zich veel sterker rekenschap van moet geven dat dit slechts een lapje stof betreft dat werd gesneden uit een groter doek waarop ook het motief van de gelijk(waardig)heid en de solidariteit staan afgedrukt. Het lijkt me dat Rutten, als voorvrouw van de Open VLD, teveel belang hecht aan ‘vrijheid’ en dit ten koste van ‘solidariteit’ en ‘gelijkheid’. Laat mij kort vier voorbeelden geven.

Ecocheques

Rutten bepleit in haar interview de afschaffing van echocheques. Inderdaad, mogelijks had het individu met een nettoloonsverhoging wat meer vrijheid verkregen om datgene te kopen wat hij wil, maar door het kleine bedrag van de ecocheque, weet men nu zeker dat de aankoop van het individu een milieuvriendelijk product zal zijn. Aan de individuele vrijheid wordt dus door de ecocheques wat geknaagd, maar dat knagen komt de solidariteit – we willen allen in een gezonde omgeving leven, toch? – wel ten goede. Dit is geen patriarchale ingreep van de overheid omdat wat op het spel staat niet het belang van één individu betreft, maar dat van de gemeenschap als zodanig. Precies omdat er meerdere (liberale) principes in het geding zijn, mag Rutten niet de schijn wekken dat ecocheques maar moeilijk zouden te verzoenen zijn met ons ‘superieur bestel’ dat is geënt op de individuele vrijheid. Opnieuw, het gaat om individuele vrijheid in de mate dat die zich op een redelijke wijze verhoudt tot ‘gelijkheid’ en ‘solidariteit’. Dat betekent uiteraard niet dat de ecocheque daarom de beste manier is om ‘vrijheid’, ‘gelijkheid’ en ‘solidariteit’ met elkaar te verzoenen of om beleidsmatig aandacht te hebben voor het milieu. Maar, dat is voer voor een andere discussie.

Vrijheid van religie

Een ander voorbeeld. Vrijheid van religie betreft een vrijheid om te geloven wat men wil, maar ook een vrijheid om in de publieke ruimte expressie te geven aan datgene wat men gelooft. Wie dus, zoals Rutten aangeeft, stelt dat religie enkel in de privéruimte behoort, die verengt die fundamentele vrijheid tot het ‘forum internum’. Dat is vreemd, temeer omdat Rutten net voorstander is van een grote vrijheid. Vrijheid van religie is ten andere ook een wezenlijke pijler van dat liberale denkkader. En, als ‘geloof’ inderdaad een beschermingsgrond is, dan moet die worden behandeld zoals we bijvoorbeeld ook een ‘handicap’ behandelen. Toegegeven, de vergelijking loopt misschien op een aantal punten mank, maar als het inderdaad een beschermingsgrond betreft, dan is Ruttens uitspraak “Geloof hoort thuis in de privésfeer. Doe thuis wat je wil, maar vraag van mij niet dat ik daar rekening mee houd.” behoorlijk wrang. Vervang ‘geloof’ met ‘handicap’ en u begrijpt wat ik bedoel. Anders dan wat Rutten lijkt te suggereren, impliceert de idee van een neutrale publieke ruimte dus niet vanzelfsprekend dat alle religieuze tekens moeten worden geweerd. Men kan vanuit het liberale denkkader de neutraliteit immers ook verdedigen als een ‘inclusief model’. Hoe kan men als overheid van burgers verwachten dat ze leren omgaan met diversiteit, als ze binnen haar eigen loketten geen diversiteit aanvaardt? Natuurlijk kan en wordt hier ook over gediscussieerd, maar het punt is dat Rutten niet kan hard maken dat haar stelling, namelijk dat religies in de privésfeer behoren, meer in lijn zou liggen met het ‘superieure’ liberale denkkader.

De betekenis van de hoofddoek

Rutten stelt dat de hoofddoek een “vrouwonvriendelijk symbool” is. Die interpretatie hoeft zeker niet de enige te zijn. Sommige moslima’s dragen de hoofddoek vast wel uit eigen keuze en voelen zich heus niet ‘onderdrukt’. Nu kan men inbrengen dat moslima’s de hoofddoek misschien wel uit eigen beweging dragen, maar wat ze niet door hebben, is dat ze hun hoofd uiteindelijk wel hebben gewikkeld in de stof van een ‘patriarchaal symbool’. Wie echter zo redeneert, die heeft behoorlijk wat werk te verzetten. Men zou immers geredelijk kunnen beweren dat ook minirokjes en stiletto’s vrouwonvriendelijke symbolen van een patriarchale cultuur zijn. Vrouwen dragen ze misschien in het Westen wel uit eigen wil, maar die vrouwen lijden net zoals de moslima onder een ‘vals bewustzijn’. Immers, wat die westerse vrouwen niet door hebben is dat ze ‘zo weinig stof’ dragen omdat dat net is wat mannen willen en visueel pleziert. Als Rutten niet wil worden lastig gevallen door het zicht van een ‘onderdrukkende hoofddoek’, dan ook niet door een dame met dito stiletto’s? Het punt is dat dit soort discussies niet op deze manier moeten worden gevoerd. Het gaat erom dat de vrouw of het individu in kwestie zich vrij en goed voelt met de manier waarop ze zich presenteert. Indien wel, dan is er weinig aan de hand. Indien niet, dan kan/moet de discussie over onderdrukking en misogynie starten. Het gaat er bovendien ook niet om dat Rutten “rationeel nooit zal kunnen begrijpen” waarom een vrouw een hoofddoek zou willen dragen, gezien men net zo goed zou kunnen denken dat het “rationeel” moeilijk te begrijpen is waarom iemand zonder schroom op het strand monokini zou willen liggen of haar gezicht zou willen verbergen onder een dikke laag maquillage. Opnieuw, binnen een aantal evidente maatschappelijke spelregels, mag iedereen doen wat hij/zij wil, ook wanneer die beslissingen misschien op het eerste zicht wat vreemd of zelfs onbegrijpelijk zouden zijn.

Conservatieve islam

In de discussies over ‘conservatieve islam’ gaat het erover wat ‘vrijheid van religie’ precies betekent, gegeven dat er ook andere waarden meespelen zoals de ‘gelijkheid van man en vrouw’. Wanneer twee ‘waarden’ met elkaar botsen, moet gekeken worden wat er nu precies uit hoofde van de vrijheid van godsdienst wordt gevraagd en hoe die precies indruist tegen andere rechten en principes. In de meeste gevallen lijkt het erop dat men deze afweging op een redelijke wijze kan maken. Ik zie ook weinig mensen beweren dat de ‘radicale islam’ “het nieuwe normaal” zou zijn. In tegendeel, de eerste politicus die vindt dat de radicale islam (al hangt het er natuurlijk ook wel vanaf hoe je ‘radicale islam’ nu precies interpreteert) moet kunnen, evenwaardig is en ons politiek bestel moet gaan inkleuren, moet ik eerlijk gezegd nog tegenkomen. Er is (gelukkig) geen enkele politicus die staat te springen voor de invoering van de Sharia. Die invoering zou overigens ook niet zomaar kunnen, daar zij op gespannen voet zou staan met het principe van de scheiding van Kerk-Staat. Opnieuw een spin van Rutten. Jammer dat de politiek thans zo sterk gedijt op een retoriek van eufemismen en dysfemismen.

Besluit

Zoals aangegeven is het liberale politiek-filosofische kader behoorlijk abstract, want geënt op een aantal kernwaarden en principes. Wat Rutten in het interview doet, is een poging om vanuit dat kader een rechtstreekse lijn te trekken naar haar partij zodat de lof voor dat ‘superieure’ politiek-liberale bestel kan worden gespeld op de hoed van de Open VLD. In een tijd waar sommigen het hebben over een ‘clash of civilisations’ is dat mogelijks electoraal gezien een schrandere zet. Echter, de lof die dat bestel toekomt, komt niet alleen de Open VLD toe. Iedereen is immers gedekt door dezelfde grondwettelijke bepalingen van het ‘superieure’ politiek-liberale denkkader. Het moet echter vooral gaan om concreet beleid, en dan is het nog maar de vraag of de Open VLD inderdaad het sterkst dat bestel concretiseert. Soms wel, soms niet, maar niet altijd en stellig niet altijd op een ‘superieure’ wijze.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content