Wie deed het beter als premier: Alexander De Croo of Charles Michel?
Hoe heeft de regering-De Croo het er tot nu toe van afgebracht? Knack wikt en weegt de prestaties van de federale regering en vergelijkt ze met die van de regering-Michel. Deze week zoeken we, met de hulp van prominente commentatoren, het antwoord op de vraag: is Alexander De Croo (Open VLD) een betere premier dan Charles Michel (MR)?
Wat was ook alweer de quote van basketballegende Michael Jordan waarmee Alexander de Croo zichzelf als premier presenteerde? ‘Met talent kun je wedstrijden winnen, maar je hebt een team nodig om kampioenschappen binnen te halen.’ In de ochtend van 30 september 2020 verscheen De Croo, met de andere gedoodverfde premier Paul Magnette (PS) naast zich, voor de Wetstraatpers om te melden dat zeven partijen 493 dagen na de verkiezingen een regeerakkoord hadden bereikt. We zijn bijna twee jaar later en en ten laatste over twee jaar komt de kiezer opnieuw aan het woord. Heeft de regering-De Croo al wedstrijden gewonnen en rijft ze de kampioenschappen binnen?
Knack zet de prestaties van de Vivaldi- regering van Alexander De Croo in perspectief met die van de vorige Zweedse ploeg onder leiding van Charles Michel. Natuurlijk, vergelijken is altijd moeilijk en er is één heel groot verschil: de regering-De Croo kwam tot stand tijdens de coronapandemie, en moest in vredestijd ongeziene lockdownmaatregelen nemen. De regering-Michel moest dan weer reageren op de dramatische terreuraanslagen in Brussel en Zaventem en stuurde militairen de straat op, ook nooit gezien in vredestijd.
De regering-Michel I had een heel andere samenstelling, wat een vergelijking al interessant maakt. Ze was duidelijk centrumrechts, met slechts vier verwante partijen, de MR, de Open VLD, de CD&V en de N-VA. De regering-De Croo kent een veel heterogenere, eerder centrumlinkse samen- stelling met zeven partijen (MR, Open VLD, PS, SP.A, Ecolo, Groen en CD&V), waarbij de liberalen en socialisten zelfs elkaars ideologische tegenpolen zijn. Waar Charles Michel de leiding had over een coalitie zonder meerderheid in Franstalig België, heeft Vivaldi (nipt) geen meerderheid in Vlaanderen.
Een vergelijking tussen twee ploegen die op hetzelfde veld moesten spelen geeft meer inzicht dan een evaluatie in het ijle. En er zijn ook overeenkomsten tussen beide regeringen. Jarenlang werd geklaagd dat een regering niet goed kon besturen omdat ze voortdurend geconfronteerd werd met verkiezingen. Maar de regeringen-Michel en -De Croo zijn twee regeringen die voor het eerst zouden kunnen regeren zonder tussentijdse, regionale verkiezingen. Een unicum in de drukke Belgische verkiezingskalender.
Goede middelmaat
Charles Michel en Alexander De Croo zijn allebei geboren in 1975, liberaal, zonen van politieke toppers. Ze waren ooit partijvoorzitter en schopten het tot premier – en raakten dus verder dan hun vaders. Beiden werden ze ook toevalligerwijs eerste minister en zeker niet omdat hun partijen genoeg stemmen behaalden om die positie te claimen. Ze werden premier omdat iemand anders ervoor paste. Bart De Wever (N-VA) had er in 2014 geen zin in. En toen de CD&V verrassend Marianne Thyssen voordroeg als Europees commissaris zag Kris Peeters (CD&V) zijn kans op het premierschap aan zich voorbijgaan. Dus werd het Charles Michel. De Croo werd maar eerste minister omdat Paul Magnette voor de eer bedankte. ‘Het werd al snel duidelijk dat noch Michel, noch De Croo de grote chef van de regering kon zijn’, zegt Carl Devos, professor politologie aan de UGent. ‘Ze kregen allebei te maken met krachtige schaduwpremiers, respectievelijk De Wever en Magnette.’
‘Charles Michel was een grote teleurstelling’, zegt Guy Tegenbos, gewezen journalist en columnist bij De Standaard. ‘In zijn regering zaten een aantal zeer zwakke ministers. En er werd voortdurend gekibbeld, vooral onder de Vlaamse regeringspartijen. We dachten toen dat die zich wilden profileren omdat ze op hetzelfde kiespubliek mikten. Toen de regering-De Croo tot stand kwam met partijen die zich níét richten op hetzelfde kiespubliek, werd verwacht dat die meer samenhang zou tonen in de compromissen. Dat is vanaf dag één een illusie gebleken, er is nooit enige samenhang geweest.’
‘Alexander De Croo is een getalenteerde politicus, laat dat duidelijk zijn’, oordeelt Rik Van Cauwelaert, columnist bij De Tijd en gewezen hoofdredacteur van Knack. ‘Hij mist alleen de slagkracht van een echte premier, door het kleine partijtje dat hij maar vertegenwoordigt in de regering. Charles Michel was minder getalenteerd. Hij was een goede middelmaat, weet u wel. Hij trok zich op aan zijn vader Louis en diens clan. Dat doet De Croo niet.’
Gevraagd naar een vergelijking tussen de twee politici, is Linda De Win maar iets milder voor De Croo dan voor Michel. Als VRT-journaliste liep ze jarenlang rond in de Kamer voor Villa Politica en kreeg ze geregeld met de premiers te maken. ‘Charles Michel vond het al geweldig om premier te mogen worden, en zo te worden genoemd’, herinnert ze zich. ‘Premier zijn en echt zijn stempel drukken lukte hem veel minder goed. Zijn ego begon te groeien, en hij reageerde al geprikkeld op één enkele scherpe vraag van een journalist. Zijn omgeving schermde hem ook af van elke kritiek. Alexander De Croo overkomt hetzelfde, hoewel in iets mindere mate. Premier worden doet iets met een mens: ze voelen zich dan allemaal wat verheven boven alles en iedereen.’
De herder van het land
Het begon voor De Croo goed. ‘Hij heeft geluk gehad,’ zegt Tegenbos, ‘hij kwam na een periode waarin we de diepste ellende hebben meegemaakt. Tijdens de wereldwijde coronapandemie had de regering van premier Sophie Wilmès (MR), met Maggie De Block (Open VLD) als minister van Volksgezondheid, een bijzonder slecht figuur geslagen. Toen De Croo aan het roer kwam, vormde hij onmiddellijk een tandem met zijn minister voor Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) en dat werkte.’ Devos: ‘Na Wilmès was De Croo een echte verademing.’
Zelfs Dave Sinardet, professor politologie aan de VUB, is vandaag complimenteus voor De Croo in die periode, al was hij een van de ondertekenaars van het Wintermanifest, dat erg kritisch stond tegenover het pandemiebeleid van de regering. ‘Er was veel kritiek op bepaalde maatregelen in heel Europa’, zegt Sinardet vandaag. ‘Maar al bij al is de coronacrisis door de regering-De Croo in België goed beheerd. Premier De Croo was een goede crisismanager en een uitstekende communicator.’
Devos: ‘De Croo slaagde erin om het Overlegcomité, waarin alle regeringen van het land zitten, samen te brengen, iets wat nog nooit had gewerkt. Hij heeft dat verstandig gemanaged, omringde zich met experts en Vandenbroucke, en kreeg lijn in het coronabeleid. En hij kwam zelf niet te veel op het voorplan, hij liet anderen schitteren. Toen leverde hij zijn beste prestatie. Hij bracht rust in een land dat ten prooi gevallen was aan angst en nervositeit. Hij ontpopte zich tot een herder en je zag elementen van een staatsman. ’
Politieke vernieuwing
Zodra de coronacrisis grotendeels achter de rug was, deemsterde premier De Croo weg. Zijn regering had bij aanvang beloofd om ons land klaar te maken voor 2030, daar lag de horizon. Toen er geen excuses meer waren om niet aan dat grote werk te beginnen, liep het mis. Schoonmoeders begonnen zich steeds meer te bemoeien, met MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez als grootste querulant. Op die momenten van spanning bleek De Croo geen regeringsleider van het kaliber Jean-Luc Dehaene of Guy Verhofstadt, premiers die op tafel sloegen en duidelijk de richting aangaven. ‘De Croo en Michel zijn geen politieke beesten die trekken en sleuren tot er een akkoord is’, vindt Sinardet. ‘Zeker De Croo is meer een manager dan een bevlogen politicus. Hij gaat heel voorzichtig te werk, zonder duidelijk een eigen stempel te drukken.’
Devos treedt Sinardet bij. Het ‘ultieme dieptepunt’ zag hij een paar weken geleden toen PS-voorzitter Magnette samen met zijn vicepremier en minister van Werk en Economie Pierre-Yves Dermagne een persconferentie gaf over nieuwe koopkrachtmaatregelen die er volgens hen moeten komen. Devos: ‘Als zijn voorzitter een persconferentie wil geven, is dat prima, maar als vicepremier moet je daar niet zitten. Dermagne werkt voor de regering en het land, niet voor de PS. Hij heeft toen de regering in diskrediet gebracht door buiten de regering om een herziening van het regeerakkoord te vragen.’
Pensioenhervorming
Een ander pijnlijk voorbeeld was het voorstel van Karine Lalieux (PS) in september vorig jaar voor een pensioenhervorming. Lang op voorhand aan- gekondigd, want het zou het begin worden van de herfst waarin de regering-De Croo na corona de grote hervormingen aanvatte. Helaas: Lalieux lanceerde in kranteninterviews enkele voorstellen die zelfs nog niet besproken waren met de coalitiepartners. ‘Dit is trouwens tekenend voor de manier waarop regeringen al langer werken’, vindt Rik Van Cauwelaert. ‘Ministers zien zichzelf als heer en meester op hun bevoegdheidsdomein. Coalitiepartners hebben daar niets meer te zoeken zodra de bevoegdheden zijn verdeeld. Alexander De Croo slaagt er niet in daar iets aan te doen.’
Nochtans hadden de premier en zijn ministers in het regeerakkoord met veel klaroengeschal aangekondigd dat ze op een nieuwe manier aan politiek zouden doen, meer nog: er zou politieke vernieuwing komen. In het regeerakkoord werden alle elementen opgesomd die voor verbetering vatbaar waren, van het kiesstelsel over de partijfinanciering tot de hervorming van de Senaat. ‘Daar is niets van gekomen’, constateert Devos. ‘De premier is daar tekortgeschoten, want dat is een chefsache. De Croo had er zelf voor moeten zorgen dat daarvan iets werd gerealiseerd. Op dat vlak heeft hij me zeer teleurgesteld.’
‘Het is wat lachwekkend geworden om vandaag te lezen hoe Alexander De Croo zijn sportidool Jordan over het belang van een team citeerde’, zegt Sinardet. ‘Het was allemaal terecht wat de premier aan het begin van Vivaldi zei. De toon zat goed, want de mensen zijn het politieke gehakketak ook echt beu. Daarom is het zo’n teleurstelling dat deze regering helemaal niets geleerd heeft van het kibbelkabinet-Michel.’
Het begon al bij de vorming van de regering. Vooraf waren er allerlei mooie verklaringen over ‘de afslanking van de regering’. De Croo had het over een ‘sobere regering van 10 ministers’. Het werd 1 premier, 14 ministers en 5 staatssecretarissen. De regering-De Croo telt dus 20 excellenties, bij de regering-Michel waren er dat 18. We moeten al teruggaan tot 2009 om een regering te vinden die meer leden telde: de regering-Leterme II bestond uit 1 premier en 14 ministers (het wettelijke maximum), 7 staatssecretarissen en 1 regeringscommissaris. Dat waren dus 23 regeringsleden, evenveel als haar voorganger, de regering-Van Rompuy.
Ook van het terugdringen van het aantal kabinetten en kabinetsleden kwam niets terecht. Aangezien de regering-De Croo zeven vicepremiers telt, ligt ook het aantal kabinetten hoger. Want een vicepremier heeft twee kabinetten: een als vakminister (bijvoorbeeld Financiën of Justitie) en een als vicepremier (voor de algemene zaken). Ook het aantal kabinetsmedewerkers nam toe tot 832, terwijl de regering-Michel er maximaal 769 had. Het gevolg? De kostprijs steeg van 56 naar 68 miljoen euro per jaar. Dat maakt de regering-De Croo bijna een kwart duurder. Vanaf dag één bleken de mooie woorden over politieke vernieuwing in de praktijk loze beloften.
De afwezige premier
Ondertussen presenteert premier De Croo zich des te meer op het internationale forum. Devos: ‘Als regeringsleider profileerde hij zich al internationaal, en nu hij een aantal bevoegdheden van minister van Buitenlandse Zaken Wilmès heeft overgenomen, kan hij zich daar nog meer tonen.’
‘Met zijn internationale optredens heeft hij me positief verrast’, zegt Guy Tegenbos. ‘Hij maakt daar indruk, kan bevlogen toespraken houden, weet hoe hij zijn toehoorders moet bespelen. Dat is zijn habitat. In het buitenland kan De Croo goed verdoezelen dat dit land niet meer aan elkaar hangt. Voor mij wordt het met de dag duidelijker: net als Michel hoopt hij op een internationale carrière.’ Het is wellicht niet toevallig dat zowel Michel als De Croo ooit nog minister van Ontwikkelingssamenwerking was, waar natuurlijk veel zaadjes worden geplant voor internationale contacten.
‘Het is erg jammer dat de meeste premiers in België hun positie op een bepaald moment als springplank beschouwen voor een internationale carrière’, vindt Van Cauwelaert. ‘We zien het nu weer: out of the blue vindt De Croo dat ons land 2 procent van het bbp aan defensie moet uitgeven. België is daar nog nooit in geslaagd. En ik moet ook nog de eerste politicus ontmoeten die een visie heeft over wat we vervolgens met dat geld moeten doen en hoe we een leger moeten uitbouwen. Hij wil dat alleen als visitekaartje kunnen afgeven.’
Met een oorlog aan de grenzen van Europa is het geen overbodige luxe om een premier te hebben die zijn weg weet op dat internationale toneel. Maar het kan de indruk wekken dat hij minder interesse heeft voor de problemen in eigen land. ‘Terwijl De Croo zich internationaal profileerde, was hij in het binnenland vaak afwezig’, vindt Sinardet. ‘Het gaat nochtans echt niet goed met zijn regering. Je zou verwachten dat een premier op zo’n moment zijn verantwoordelijkheid opneemt en er weer schwung in probeert te krijgen. Dat lijkt hij ondertussen wel te beseffen.’
De methode-De Croo
Het blijft dus wachten op de grote hervormingen die de regering-De Croo beloofde. De teleurstelling over de huidige en de vorige regering gaat vaak over een klein aantal grote dossiers waarin geen vooruitgang wordt geboekt: pensioenen, arbeidsmarkt en fiscaliteit. ‘Heel veel experts pleiten vandaag nog altijd voor broodnodige hervormingen. Dat betekent dat de regering-Michel er niet in geslaagd is veel vooruitgang te boeken. Anders zou die roep vandaag niet zo luid klinken’, aldus Sinardet.
Premier Michel maakte er met zijn regering een gewoonte van grote akkoorden te sluiten waarin de meest verschillende beslissingen in één groot compromis aan elkaar gebonden werden. In 2015 werd de fameuze taxshift afgeklopt, in 2017 werd er een zomerakkoord gesloten, in de zomer van 2018 werd nog een jobdeal beklonken over hervormingen op de arbeidsmarkt. Allemaal met veel losse eindjes, maar toch klopte premier Michel zich elke keer uitgebreid op de borst tijdens een persconferentie.
‘Michel heeft wél een taxshift gerealiseerd’, zegt Carl Devos. ‘Ja, die hing met haken en ogen aan elkaar en sloeg een gat in de begroting, maar zijn regering heeft ons toch die taxshift nagelaten. Wat laat de regering-De Croo na? Ik weet voorlopig niet wat ik daarop moet antwoorden.’
Niet iedereen is even enthousiast over de taxshift. Knoeiwerk, vindt Van Cauwelaert. ‘De regering-Michel heeft onze fiscaliteit alleen maar ingewikkelder gemaakt, en belastingverminderingen doorgevoerd die niet gefinancierd werden. Ook daarom had de regering-De Croo inderdaad een kans om eindelijk een billijke en verstandige belastinghervorming door te voeren. Zo’n hervorming is het allerbelangrijkst, ook in het licht van een staatshervorming die de regering zegt voor te bereiden.’
Alexander De Croo trachtte al een aantal keren zijn kernkabinet te verzamelen rond een grote deal: de arbeidsdeal van dit voorjaar is daar het recentste voorbeeld van. Daarbij bleven niet alleen de buitenwacht, maar vaak ook de coalitiepartners onvoldaan achter. Dat komt deels door de methode-De Croo. Michel onderhandelde in aparte onderonsjes met zijn vicepremiers en tastte tergend langzaam het terrein af. Dan sloeg hij plots verrassend toe tijdens nachtelijke onderhandelingen en sloot hij een akkoord dat vervolgens zeer voluntaristisch werd aangekondigd. De Croo krijgt het verwijt dat de onderhandelingen te chaotisch verlopen. Ze moeten ‘rigoureuzer voorbereid worden’, verklaarde PS-voorzitter Magnette voor de televisiecamera’s. Vaak bestaan er geen teksten, ook niet over de akkoorden die worden afgeklopt.
‘De Croo slaagt er niet eens in om zijn Franstalige zusterpartij in toom te houden’, oordeelt Linda De Win. ‘Daarom worden zelfs in kleine dossiers geen beslissingen genomen. Iedereen voelt dat de korting op de sociale bijdrage voor voetballers onrechtvaardig is, en dat gokreclame beter aan banden wordt gelegd. Helaas, één stoorzender is genoeg om die dossiers weer af te voeren zonder oplossing. En zo’n ploeg zou dan doorbraken forceren in grote dossiers? Ik zie niet in hoe deze regering het eens zou raken over iets als een pensioenhervorming.’
Tomorrowland
De premier lijkt zelf ook te beseffen dat zijn regering niet meer in staat is om belangrijke beslissingen te nemen. Of hij ziet in ieder geval in dat er iets moet gebeuren om het vertrouwen in zijn ploeg te herstellen. De Croo kondigde recent aan dat hij een groot zomerakkoord wil afsluiten, waarin alsnog knopen worden doorgehakt. Of hij hierbij een herhaling van het zomerakkoord van Michel in gedachten heeft, is niet duidelijk. De kritiek op dat akkoord was nietsontziend. Zelfs vanuit de eigen meerderheid: CD&V’er Eric Van Rompuy maakte er een sport van om te wijzen op de gebrekkige financiering. Maar het bracht de regering-Michel wel op een zomerdag in 2017 naar Tommorowland, voor een aantal ongemakkelijke groepsfoto’s. Misschien krijgen we zulke foto’s deze zomer ook weer te zien.
Aan ambitie is er in ieder geval geen gebrek. Er werden een heel aantal werven in het vooruitzicht gesteld: het defensiebudget verhogen richting 2 procent van het bbp, maatregelen om de koopkracht en concurrentiekracht te vrijwaren, een zoveelste arbeidsdeal, de onderhandelingen met Engie om de kerncentrales toch langer open te houden, meer middelen voor gerecht en politie en een pensioenhervorming.
‘Ik vind het een goed idee van premier De Croo dat hij met zijn regering een doorstart wil nemen’, zegt Devos. ‘Maar ik vind het teleurstellend dat ze er opnieuw voor kiezen om elk risico te vermijden. Waarom nam hij de fiscale hervorming niet op? Waarom worden de begroting en het budgettair parcours niet ernstig onder handen genomen? Het is de taak en de opdracht van de premier om dat op de agenda te plaatsen. Als hij er niet in slaagt om zulke onderwerpen op tafel te leggen, schiet hij als politicus tekort.’
‘Ik hoop dat die doorstart lukt’, zegt Linda De Win. ‘Het zou goed zijn voor het land. Want wat anders? Als ik Sammy Mahdi kwansuis op televisie hoor zeggen dat de CD&V een nieuwe voorzitter nodig heeft om vervroegde verkiezingen voor te bereiden, hou ik mijn hart vast. Alleen een groot zomerakkoord kan misschien een uitweg bieden. Maar ik zie helaas niet in waar de PS en de MR elkaar in deze coalitie nog kunnen vinden. Ik klink nu wel heel somber, nee?’
Knack Licht door
Drie jaar na de verkiezingen en in de aanloop naar het zomerakkoord licht Knack de prestaties van de Vivaldi-regering door. Minister na minister gaan we de komende weken na wat deze regering al gedaan heeft gekregen, en welke werven open blijven liggen. Om alles wat in perspectief te plaatsen vergelijken we het werk van Vivaldi met dat van de Zweedse regering onder leiding van Charles Michel. We beginnen met de verwezenlijkingen van de twee premiers, volgende week is het de beurt aan de ministers van Energie Marie-Christine Marghem (MR) en Tinne Van der Straeten (Groen) en de ministers van Defensie Steven Vandeput (N-VA) en Ludivine Dedonder (PS).