Hoeveel verdient een priester, imam en aartsbisschop in België?

© Getty
Valérie Deridder

Hoeveel betaalt ons land aan een priester, rabbi of imam? En wie vergoedt het onderhoud van kerken, synagogen en moskeeën? En mag een geloofsgemeenschap ook vanuit het buitenland gefinancierd worden?

België heeft zes erkende erediensten: de rooms-katholieke, de protestantse, de israëlitische of joodse, de anglicaanse, de orthodoxe en de islamitische. De federale overheid ondersteunt die godsdiensten financieel.

De lonen van eredienaars worden betaald door de Federale Overheidsdienst Justitie. Dat geldt voor alle dienaars van de erkende geloofsgemeenschappen in ons land. Volgens cijfers uit 2022 gaat het om 2759 priesters, 297 vrijzinnige consulenten, 131 protestantse dienaren, 97 islamitische imams, 74 dienaren van de orthodoxe kerk en 40 joodse rabbijnen. In 2022 kostten die lonen in totaal 99.694.860 euro. Er werd toen ook 22.000.000 euro aan pensioenen uitgekeerd.

De lonen zijn vastgelegd in de wet betreffende de wedden en titularissen van de erediensten. In die wet, die uit 1974 stamt, zijn de niet-geïndexeerde bedragen opgenomen van de bedienaars per erkende eredienst. Met de indexaties sinds dan meegerekend, verdienen een pastoor en een imam vandaag 2279 euro bruto per maand. Een rabbijn verdient 2447 euro bruto. Aartsbisschop Luc Terlinden strijkt 11.623 euro per maand op voor zijn ambt.

Wie betaalt de werking van erediensten?

Provincies en lokale besturen staan in voor de werkingskosten van de eredienst: de kosten van water, elektriciteit, maar ook kleine onderhoudswerken en beheers- en administratiekosten. Dat werd zo bepaald in het eredienstendecreet van 2004.

Of je voor die kosten steun krijgt van de gemeente of de provincie, hangt af van de godsdienst. Zo betalen gemeenten voor rooms-katholieke, protestantse, anglicaanse en israëlitische erkende lokale geloofsgemeenschappen. De provincies steunen de lokale islamitische en orthodoxe geloofsgemeenschappen en zorgen ook voor de financiering van de vrijzinnige levensbeschouwing. Daarnaast moet de financierende overheid (gemeente of provincie) voor de bedienaar van de eredienst een pastorie, woonst of woonstvergoeding voorzien.

Van wie zijn de kerkgebouwen?

Iets meer dan de helft van de parochiekerken in ons land is eigendom van de stad of de gemeente, de rest is eigendom van de kerkfabriek, een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid. Op religieuze gebouwen wordt geen onroerende voorheffing betaald.

Mogen geloofsgemeenschappen ook financiering uit het buitenland ontvangen?

Geloofsgemeenschappen mogen financiering uit het buitenland ontvangen, al bestaat daar wel politieke discussie over. In 2021 diende Bart Somers, toenmalig Vlaams minister voor Samenleven en Binnenlands Bestuur, het erkenningsdecreet in. Dat moest de buitenlandse financiering in onder andere de Vlaamse moskeeën beperken.

In juli 2023 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat het decreet ongrondwettig is. ‘De voorwaarde dat buitenlandse financiering of ondersteuning afbreuk doet aan de onafhankelijkheid van een lokale geloofsgemeenschap is onvoldoende precies. Het is een onevenredige inmenging in de vrijheid van eredienst.’ Voorlopig is buitenlandse financiering van religieuze gebouwen en geloofsgemeenschappen dus nog altijd toegestaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content