Wim Vermeersch
‘We weten allemaal dat er iets gaande is met het klimaat. Waarom interesseert het ons dan niet?’
De meeste mensen erkennen wel dat er iets gaande is met ons klimaat en zijn daar vaak ook erg bezorgd over, maar toch doen ze er weinig aan om de opwarming ervan te stoppen. Hoe komt dat, vraagt Wim Vermeersch (hoofdredacteur Samenleving en politiek) zich af.
Dit opiniestuk maakt deel uit van de reeks ‘De Doordenkers van Knack.be’.
Opnieuw alarmerend klimaatnieuws deze week: “Rood alarm na hete juli”, kopte De Morgen. Volgens de Amerikaanse NASA lag de gemiddelde temperatuur in juli 2015 zo’n 0,02 graden Celsius hoger dan in juli 2011, de vorige recordmaand. Tot nu toe eindigde elke maand van 2015 in de top 4 van de warmste maanden ooit. De Japanse Meteorological Agency gaat nog verder: tot nu toe waren vijf van de zeven maanden van dit jaar, waaronder juli, de warmste ooit.
Onze aarde warmt dus langzaam op, en dat werkt extreem weer in de hand. Deze zomer heeft wat dat betreft haar strepen al verdiend.
In de Verenigde Staten waren er grote bosbranden in Oregon, Washington, Idoha, Montana, California, Nevada en Colorado. In de Hoorn van Afrika hebben meer dan 10 miljoen mensen directe hulp nodig door de ergste droogte in 60 jaar. Zuidoost-Azië heeft af te rekenen met een extreem moessonseizoen; in Myanmar zijn meer dan 1 miljoen mensen getroffen door zware regens. En Oost-Azië kreeg met supertyfoon Soudelor al zijn vijfde supertyfoon van dit jaar te verwerken. Dit hoge aantal is te wijten aan El Niño, die ervoor verantwoordelijk is dat de temperatuur van het zeewater in de Stille Oceaan nu al 1,6 graden Celsius hoger ligt dan normaal. Komen de voorspellingen van klimatologen voor 2015 uit, dan zal de El Niño van dit jaar de records van 2002 en 2009 verbreken.
‘We weten allemaal dat er iets gaande is met het klimaat. Waarom interessert het ons dan niet?’
De Klimaatconferentie van Parijs (30 november – 11 december 2015) moet een nieuw globaal akkoord opleveren om de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen te beperken en zo de temperatuurstijging onder de 2 graden Celsius te houden. Dat is nodig opdat het klimaat niet onomkeerbaar verandert. De bevoegde instanties bereiden deze belangrijke top al een tijdje voor. Ook de milieubewegingen zijn er klaar voor. Vorige zaterdag 15 augustus nog vond een grote actie plaats, toen zo’n 1.500 activisten van over heel Europa de Garzweiler bruinkoolmijn in Duitsland bezetten. In eigen land daagde vzw Klimaatzaak de overheid voor de rechter wegens nalatigheid en mobiliseert Climate Express volop om in december met 10.000 burgers naar Parijs te trekken.
Er is dus wat aan het bewegen in de aanloop naar de Klimaattop, maar over het algemeen blijft de bezorgdheid voor klimaatverandering bij de brede bevolking pover. Vaak blijft de klimaatdiscussie hangen in een boksmatch tussen overtuigde ‘believers’ en ‘non-believers’. Daartussenin zit een grote groep mensen die wel erkent dat er iets gaande is met ons klimaat en daar vaak ook erg bezorgd over is, maar die er toch weinig aan doet om de opwarming ervan te stoppen noch haar leiders dwingt het probleem aan te pakken. Hoe komt dat?
Why didn’t we stop climate change when we had the chance?, stelt Pete Postlethwaite in de film The Age of Stupid (2009) wanneer die in 2055 terugkijkt naar archiefbeelden over de wereld in 2008.
Waarom is klimaatverandering geen prioriteit?
Er vallen wel een paar redenen te bedenken die ervoor zorgen dat klimaatverandering geen prioriteit is. We detecteren ook drie uitdagingen.
Reden 1: Klimaatverandering is complex, abstract en ver weg
De mechanismen van de klimaatverandering zijn, eerst en vooral, erg complex. Analyses komen voornamelijk uit wetenschappelijke hoek. Het erg specialistische karakter en de multidisciplinaire aanpak ervan maakt ze kwetsbaar voor manipulatie door actoren, bedrijven of politici met andere belangen. Klimaatverandering mist de duidelijkheid die andere debatten wel heeft. Dat opent de deur voor simplismen van sceptici (genre “Hoezo klimaatopwarming? We hebben nog nooit zo’n koude winter gehad als dit jaar”).
Klimaatverandering is niet alleen een complex fenomeen. Het heeft ook lange benen. Het ontwikkelt zich over decennia – eerst traag, dan sneller, uiteindelijk niet te stoppen. Er wacht ons een post CO2-tijdperk vol onzekerheden en zonder road map (een door menselijk gedrag veroorzaakte klimaatverandering is immers nieuw). Bijkomend probleem: de impact van de klimaatverandering wordt over het algemeen gezien als ‘ver weg’. Ook klimatologen spreken in die termen. Een Amerikaanse autoriteit ter zake, James Hansen, noemde zijn standaardwerk Storms of my Grandchildren (2009). Een probleem, dus, waar zijn kleinkinderen mee af te rekenen krijgen.
Uitdaging 1: Haal het onderwerp uit de wetenschappelijke hoek
Academici zijn niet de beste communicatoren. Ook de klimaatbeweging is soms in dat bedje ziek. Beiden spreken te veel over de technische klimaatmechanismen en te weinig over de plekken waar we opgroeiden die erdoor dreigen verloren te gaan. Het is nochtans bewezen: wanneer we aan het milieu denken, visualiseren we in eerste instantie de plekken waar we wonen, hoe die evolueren en onder druk komen te staan. Ons emotioneel verbinden met grote, abstracte klimaatkwesties is een stuk moeilijker. Dat de oceaan opwarmt of broeikasgassen zich in onze atmosfeer opstapelen, zegt ons weinig.
We hebben meer verhalen nodig over klimaatverandering en minder rapporten. Want zoals de Amerikaan Jonathan Gottschall in zijn bestseller The Storytelling Animal. How Stories Make Us Human (2014) stelt: het zijn verhalen, met haar helden en schurken, met haar personages en twisten, die mensen in beweging brengen.
Reden 2: Klimaatverandering mist duidelijke ‘vijand’
‘Probleem’ is natuurlijk dat in onze contreien de klimaatverandering vooralsnog een erg lichte voetafdruk achterlaat. De overstromingen, droogtes en bosbranden doen zich voornamelijk elders voor. Zelfs als je de grootte van de klimaatuitdaging beseft, en zelfs als je er bezorgd over bent, de fysieke afstand doet uiteindelijk emotioneel afhaken.
Deze vaststelling brengt ons bij een belangrijke vraag: moeten we een fenomeen uit de eerste hand ervaren om er naar te handelen? Enkele voorbeelden leren ons van niet. Terreurdreiging houdt landen in hun grip, zonder dat er op eigen bodem maar één terreurslachtoffer is gevallen. De Sovjetdreiging tijdens de Koude Oorlog beroerde iedereen, hoewel die geen enkele impact had op het dagelijkse leven. En de schrik voor ‘de migrant’ is vaak het grootst in rurale gemeenschappen waar in het straatbeeld nauwelijks een migrant te zien is.
‘Een probleem hoeft dus niet per se aanwezig zijn in het dagelijkse leven om te bepalen of mensen ermee bezig zijn.’
Een probleem hoeft dus niet per se aanwezig zijn in het dagelijkse leven om te bepalen of mensen ermee bezig zijn. Wat triggert dan wel publieke actie? Waarom doen we op Earth Hour met miljoenen onze lichten uit, maar laat de klimaatopwarming ons voor de rest van het jaar koud?
Het gebrek aan een duidelijke ‘vijand’ kan een verklaring zijn. Er valt geen gezicht te plakken op het fenomeen van de klimaatverandering. Er is geen IS, Chroesjtsjov of Roma-zigeuner als veruitwendiging van een bestaande zorg. Neen, de inconvenient truth is dat iedereen, U en ik, bijdraagt tot de klimaatverandering. En nog wel zonder motief: we rijden onze kinderen naar school, we verwarmen onze huizen, we zetten eten op tafel. Al deze ‘neutrale’ handelingen dragen bij tot de uitstoot van broeikasgassen.
Uitdaging 2: Verander zelf, verander de wereld
Daarom zullen we, zoals we in een eerdere bijdrage aan De Doordenkers van Knack.be stelden, toch de kernwaarden van het huidig economisch systeem in vraag moeten durven stellen om de klimaatverandering echt aan te pakken. Simpel: zolang onze gewoontes niet veranderen, zal de CO2-uitstoot niet verminderen. We moeten daarvoor niet 24 uur per dag onder de ethische meetlat door, maar wat meer besef dat wij als consument deel uitmaken van het probleem kan geen kwaad.
Dat is niet evident. Het ligt in onze aard om bang te zijn van een externe vijand. Dat de vijand in onszelf zit, blijkt een minder krachtige motivator voor actie.
Reden 3: Klimaatverandering overweldigt en verlamt
Toegegeven, het is eenvoudig overweldigd te geraken door de schaal van het klimaatprobleem. Want hoe kunnen onze nietige acties in godsnaam het stijgen van de zeespiegel of het gat in de ozonlaag oplossen? De strijd tegen klimaatverandering is daarom een klassiek voorbeeld van het ‘collectieve actie probleem’: een individu kan makkelijk beslissen niet deel te nemen aan een groepsactiviteit (in dit geval: duurzame keuzes maken) en te free riden als hij voelt dat zijn persoonlijk gedrag geen impact heeft op de uitkomst.
Ook Israëlisch psycholoog Daniel Kahneman, die de Nobelprijs won voor zijn studies over hoe irrationeel we reageren, ziet het somber in. In een interview met The New Scientist stelde hij: “I am very sorry, but I am deeply pessimistic. I really see no path to success on climate change.” Voor hem bestaat er geen beter fenomeen dat verlamt dan klimaatverandering: “het is een ver verwijderd probleem dat vandaag opofferingen vereist om mogelijke verliezen van morgen te vermijden”.
Uitdaging 3: Krijg eerst weer greep op de eigen leefwereld
Doemscenario’s, met weinig praktisch haalbare oplossingen, schrikken af. Daarom geraakt het ‘collectieve actie probleem’ inzake klimaatverandering pas opgelost als we eerst en vooral weer meer greep krijgen op de eigen leefwereld. Een warmer huis dat minder verbruikt, een goed onderhouden park dat ’s nachts veilig aanvoelt, een buurtcomité dat gezamenlijke doelen stelt, enzovoort. Het zijn zaken die direct te realiseren vallen. Pas als we het gevoel krijgen daar weer meer impact op te hebben, kunnen we opnieuw beginnen nadenken over het veranderen van de wereld.
Daarom zijn de ‘kleine revoluties’, die we stilaan overal zien opduiken, zo belangrijk. Lokale initiatieven als stadslandbouw, deel- en ruilprojecten, het telen van lokaal voedsel, repair cafés, enzovoort lijken op het eerste zicht aparte pockets van verzet die weinig uitstaan met elkaar hebben, maar allen kunnen een stapsteen zijn naar een betere wereld. Ze geven grip.
Zolang we de directe leefwereld om ons heen niet opnieuw in handen krijgen, zullen we nooit echt geloven de stijgende zeespiegel te kunnen counteren.
De Doordenkers van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier