‘Als Europese samenleving doen we ons graag als de voortrekkers van de mensenrechten voor, alleen komen we zelf vandaag nog veel te kort’, schrijft europarlementslid Hilde Vautmans naar aanleiding van Kinderrechtendag. Ze blikt vooruit naar volgende jaar. ‘2022 moet het jaar van het kind worden.’
Het is het meest geratificeerde verdrag ooit, maar helaas ook het meest geschonden. Intussen is het 31 jaar geleden dat het Internationaal Verdrag voor de Rechten van Kind in werking trad. Als Europese samenleving doen we ons graag als de voortrekkers van de mensenrechten voor, alleen komen we zelf vandaag nog veel te kort. We zijn de eersten om Rusland en China op de vingers te tikken, maar onszelf in de spiegel kijken blijkt geen sinecure. Nochtans is dit broodnodig om de rechten van alle kinderen in Europa te verzekeren, want zij in een kwetsbare situatie zijn ontelbaar en kwetsbaarheid leidt tot misbruik en uitbuiting.
Naast het feit dat er tussen 2018 en 2020 minstens 18.000 minderjarige vluchtelingen verdwenen en er in 2020 zo’n 24,2 % van de kinderen in de EU het risico liep op armoede of sociale uitsluiting, blijft onze kroost ook kwetsbaar voor seksueel misbruik en uitbuiting en dit, zowel offline als online. Ten minste één op de vijf kinderen in Europa is het slachtoffer van een of andere vorm van seksueel geweld, vaak online. Om u maar een idee te geven, de meldingen van misbruik in Europa stegen zienderogen, van 23,000 in 2010 tot 725,000 in 2019. Daarenboven blijven deze cijfers zich vermenigvuldigen en hebben we het dan nog niet over de impact van de covid pandemie op het leven van onze kinderen. Dit is enkel de top van de ijsberg. Sommigen bleven achter in huizen waar familiaal geweld dagdagelijkse kost is, de meesten werden overgeleverd aan het onlineleven, aangezien dit de enige manier was om sociale contacten te onderhouden of om weg te vluchten uit een donkere realiteit. De gevolgen zijn zelfs tot op vandaag niet te overschouwen.
We moeten meer doen om onze kinderen tegen te wapenen en beschermen tegen ernstige misdrijven.
Daarom moeten we meer doen om onze kinderen tegen deze ernstige misdrijven te wapenen en beschermen. Iets wat ook de Europese bevolking verwacht. Volgens een recente studie van ECPAT in acht verschillende lidstaten eisen burgers sterke maatregelen, waaronder ook het gebruik van automatische tools door online dienstverleners om seksueel kindermisbruik op te sporen. De privacy van volwassenen is belangrijk, maar de integriteit en dus ook het privéleven van onze kinderen is dat evenzeer. Drie vierde van de respondenten vindt bovendien de bescherming van hun eigen privacy minder belangrijk dan die van kinderen.
De Europese Commissie wordt verwacht om in januari 2022 haar wetgevend voorstel te publiceren en afgelopen maand nog werkte ik samen met mijn collega’s aan een concreet twaalf punten plan om het tij te doen keren. Zo pleiten we voor de oprichting van een onafhankelijk EU-centrum ter bestrijding en voorkoming van seksueel misbruik van kinderen. Ik zie een belangrijke rol weggelegd voor dit centrum dat onderzoeken naar seksueel misbruik van kinderen kan coördineren, meldingen ontvangen en analyseren, de lidstaten zal ondersteunen bij adequate preventie- en bijstandsprogramma’s, alsook bij de correcte uitvoering van de Europese richtlijn tegen seksueel kindermisbruik.
Bovendien roepen we alle beleidsmakers op om bij aanvang rekening te houden met de belangen van kinderen, zodat ze op een veilige manier van de digitale wereld kunnen genieten. De Europese Commissie moet samen met minderjarigen, experten en online dienstverleners een opleidingsprogramma ontwikkelen zodat kinderen, ouders en zorgverleners digitale weerbaarheid ontwikkelen. Onlinediensten die waarschijnlijk door kinderen zullen worden gebruikt, moeten risicobeoordelingen voorleggen, samen met evenredige maatregelen om risico’s het hoofd te bieden. Ik vind dan ook dat zij gebruik dienen te maken van de modernste technologie om seksueel misbruik van kinderen op te sporen.
Tot slot, moeten we het warm water niet heruitvinden. We hebben de bestaande regelgeving en tools en deze moeten we ten volle inzetten. Er is een Europese Richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen, maar er is geen enkele lidstaat die deze regels correct heeft geïmplementeerd of niet toeziet op de naleving ervan. Voornamelijk wat betreft daderpreventie en onlinemaatregelen schieten we te kort. De Europese Commissie dient dan ook inbreukprocedures in te leiden tegen lidstaten die de bestaande wetgeving niet implementeren en hen ook bijstaan in de correcte toepassing hiervan. De bestaande nationale centra voor een veiliger internet, zoals Child Focus in België moeten verder worden versterkt. Zij doen momenteel uitstekend werk, maar worden nog steeds belemmerd in hun werking omdat ze de nodige instrumenten en financiering missen.
Gezien de duizelingwekkende cijfers van seksueel kindermisbruik, moeten we nu samen alles op alles zetten en ervoor zorgen dat onze kinderen op een veilige manier van de online én offline wereld kunnen genieten. Ursula von der Leyen kondigde in haar recente State of the Union aan dat 2022 officieel het Europees jaar van de jeugd wordt. Wel, laat ons dit werkelijkheid maken en dat het jaar zijn waarin we alle kinderen wapenen en beschermen tegen misbruik en uitbuiting. Elke kwetsbaarheid moet de wereld uit. Ik sta alvast klaar, jullie ook?
(De Renew Europe paper met concrete aanbevelingen voor een veilig internet voor kinderen kan u hier lezen.)
Hilde Vautmans is Europarlementslid voor Renew Europe, Open Vld en covoorzitter van de Intergroep voor Kinderrechten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier