Wat is de logica achter de golf van gemeentefusies?

Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

Borsbeek voert gesprekken om op te gaan in Antwerpen. Het is lang niet de enige Vlaamse gemeente die een fusie overweegt. Wat is de logica daarachter?

In veel gemeentebesturen staat het hoog op de agenda: met welke gemeente smelten we samen? Wie beslist om tegen 2025 te fuseren, kan rekenen op financiële steun van de Vlaamse regering. ‘Die hele fusieoperatie gebeurt zonder beleidsvisie’, zegt Herman Matthijs, professor staats- en bestuursrecht (UGent en VUB). ‘Er zit geen logica in, er wordt geen serieus debat over gevoerd, en de bevolking wordt er nauwelijks bij betrokken. Nochtans is het belangrijk, want het gemeentebestuur staat het dichtst bij de mensen en is verantwoordelijk voor bijvoorbeeld de aanleg en het beheer van gemeentelijke wegen en openbare ruimten, de sportinfrastructuur, de sociale bijstand, de reglementering van het lokale verkeer, noem maar op. Fusies zijn dus voor iedereen belangrijk. Maar omdat er geen criteria werden vastgelegd, fuseert men uit opportunisme.’

Sommige gemeenten zullen eenzaam achterblijven. Zijn er gemeenten die willen samengaan met Eeklo?

Herman Matthijs (VUB)

1. Vanwaar deze fusiegolf?

‘Schaaloptimalisatie’ is het dure woord dat valt als het gaat om het fuseren van gemeenten. Grotere gemeenten kunnen zorgen voor een krachtige en efficiënte organisatie en betere dienstverlening voor hun inwoners, zo heet het. De vorige grote fusiegolf vond plaats in de jaren 1970 en begin jaren 1980, toen het aantal Belgische gemeenten werd teruggebracht van 2359 tot 596. Dat ging gepaard met veel discussie en verzet. Dat is nu wel anders: het gaat om vrijwillige fusies, die door de vorige Vlaamse regering-Bourgeois op gang werden getrokken. In die periode ging bijvoorbeeld Aalter samen met Knesselare, en Neerpelt met Overpelt. Zo daalde het aantal gemeenten in Vlaanderen van 308 naar 300. Het is de bedoeling dat er uiteindelijk 150 of minder Vlaamse gemeenten overblijven.

‘Merkwaardig is dat de lokale fusies een Vlaams verhaal zijn’, merkt professor Matthijs op. ‘Er is geen sprake van fusies in het Brussels Gewest met zijn 19 gemeenten, noch in het Waals Gewest met 253 gemeenten, noch in het Duitstalige gebied met 9 gemeenten. Alleen in Vlaanderen is die schaaloptimalisatie blijkbaar noodzakelijk.’ Momenteel hebben al heel wat gemeenten plannen om te fuseren, zoals Tongeren met Borgloon, Bilzen met Hoeselt, Ham met Tessenderlo, Lochristi met Wachtebeke en Borsbeek met Antwerpen. ‘Tot nu toe waren de fusies vooral gericht tegen de grote steden,’ zegt Matthijs, ‘zoals de fusie van Deinze met Nevele, tégen Gent. Als Borsbeek met Antwerpen fuseert, is het voor het eerst dat een grote stad bij een fusie betrokken wordt.’

2. Zijn gefuseerde gemeenten efficiënter?

‘Er bestaat geen enkel wetenschappelijk bewijs dat gefuseerde gemeenten beter bestuurd zouden worden’, aldus Matthijs. ‘Integendeel, de problemen met financiën en een teveel aan personeel doen zich meestal voor bij de grotere steden. Zo telt Antwerpen vandaag 55 raadsleden en 10 schepenen, wat makkelijk kan verminderd worden tot 27 raadsleden en 8 schepenen.’

Achter de fusies die we al hebben gezien en die nu op tafel liggen zit geen territoriale of economisch logica. Wat wel zonder twijfel meespeelt, zijn politieke overwegingen: door handig te fuseren kan de meerderheid het aantal stemmen dat ze behaalt opdrijven. Het valt op dat gemeenten waar dezelfde coalities het bestuur vormen elkaar sneller vinden. Matthijs herinnert er ook aan dat bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen in 2024 de persoon met het hoogste aantal stemmen op de lijst die de meeste stemmen behaalt van de coalitie automatisch de burgemeester wordt. ‘Een voorbeeld: als de N-VA de grootste partij is van de coalitie, wordt de man of vrouw met de meeste stemmen op de N-VA-lijst burgemeester. Je kunt de vrijwillige fusies van gemeenten daar niet los van zien.’

3. Hoe belangrijk is geld als smeermiddel?

‘Geld is de belangrijkste drijfveer’, zegt Matthijs onomwonden. ‘Veel gemeenten fuseren uit economische noodzaak.’ De Vlaamse regering-Jambon moedigt de vrijwillige fusies financieel aan door de schulden van de gemeenten over te nemen op basis van de schaalgrootte, met 50 miljoen euro als maximumbedrag per fusieoperatie. Neem de gemeente Borsbeek met 11.000 inwoners, die wil samengaan met de stad Antwerpen, die 530.000 inwoners telt. De fusie zou Antwerpen 50 miljoen opleveren. Borsbeek torst een dikke 3 miljoen aan schulden, Antwerpen pakweg 280 miljoen, dus met die 50 miljoen kan Antwerpen zijn schuld met bijna één vijfde afbouwen.

Er bestaat geen enkel wetenschappelijk bewijs dat gefuseerde gemeenten beter bestuurd zouden worden.

Herman Matthijs (VUB)

Matthijs: ‘Antwerpen zal na de fusie meer dan 540.000 inwoners tellen, Gent volgt met 260.000, Brugge heeft 118.000 en Leuven 101.000 inwoners. Iets meer dan 8 procent van de Vlaamse bevolking zal na de fusie met Borsbeek in de economische hoofdstad van Vlaanderen wonen. Het belang van Antwerpen zal dus nog toenemen.’ Als Borsbeek met Antwerpen fuseert, wordt het vanaf 2025 het tiende district van Antwerpen. ‘Dat is belangrijk’, vindt Matthijs. ‘Zo kan het toch een eigen bestuur en een eigen gezicht behouden.’

Daarbij verbaast het Matthijs dat alleen Antwerpen districten heeft: ‘Het Vlaamse lokale decreet laat toe dat de steden vanaf 100.000 inwoners districten instellen, maar alleen Antwerpen heeft dat gedaan. Waarom hebben Gent, Brugge en Leuven geen districten? Zou het ontbreken van districten de reden zijn waarom gemeenten geen interesse hebben in een fusie met Gent, Brugge en Leuven, maar wel met Antwerpen omdat ze dankzij de districten wat eigenheid bewaren? In elk geval, het zou veel beter zijn om districten voor steden met meer dan 100.000 inwoners verplicht te maken, zodat er een uniform systeem zou ontstaan.’

Opmerkelijk is dat gemeenten die niet fuseren kunnen fluiten naar het geld van de Vlaamse regering om hun schuld af te bouwen. Matthijs: ‘Wat daarbij vergeten wordt, is dat bepaalde gemeenten niet kunnen fuseren omdat het faciliteitengemeenten zijn, zoals Ronse en Drogenbos. En sommige gemeenten zullen ook eenzaam achterblijven nadat een aantal gemeenten in het huwelijksbootje stapten. Waarmee moet Riemst fuseren als Hoeselt samensmelt met Bilzen, en Tongeren met Borgloon? Zijn er gemeenten die met Eeklo willen samengaan?’

4. Wat met de Vlaamse provincies en regio’s?

‘In het licht van de fusies zou je je ook kunnen afvragen of je gemeenten niet opnieuw kunt opdelen’, zegt Matthijs. ‘Zou het bijvoorbeeld niet logischer zijn dat het havengedeelte van Beveren naar Antwerpen gaat? Beveren ligt in Oost-Vlaanderen en niet in Antwerpen, dus dat mag niet. Maar waarom zijn de gemeentefusies beperkt binnen de provinciegrenzen? En wat niet duidelijk is: wat gebeurt er met de politiezones, de veiligheidszones, de intercommunales enzoverder na de fusies van gemeenten? Daar is geen antwoord op.’

Als de gemeenten samensmelten en groter worden, komt ook onvermijdelijk de vraag naar boven: wat is het nut van de provincies? Matthijs: ‘Je hebt niet alleen de provincies die tussen de gemeenten en de Vlaamse regering hangen. De huidige Vlaamse regering maakt ook werk van de zogenaamde regiovorming: ze wil dertien regio’s in Vlaanderen tot stand brengen, zoals regio Oostende, regio Brugge, regio Kempen, regio Waasland. Officieel moet die regiovorming “de huidige verrommeling tegengaan”. Is dat wel zo? Wordt het bestuur efficiënter als je nog een bestuurslaag bij creëert? Net zoals over de gemeentefusies is er ook geen debat over de zin en onzin van de huidige provincies en de toekomstige Vlaamse regio’s. Dan moet je wel besluiten dat de nieuwe lokale organisatie van Vlaanderen wel erg geïmproviseerd tot stand komt. ‘

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content