Wat hangt Melissa Depraetere boven het hoofd na Vlaams Belang-aanklacht voor laster?

© Belga
Elisa Hulstaert
Elisa Hulstaert Redacteur

Vlaams Belang dient deze week klacht in tegen Vooruit-voorzitter Melissa Depraetere wegens laster en eerroof. ‘Pas als aan enkele voorwaarden is voldaan, kan de rechter zich over de zaak buigen’, aldus strafrechtexperte Sofie Royer.

Het afgelopen weekend noemde Vooruit-voorzitter Melissa Depraetere Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken een racist. ‘Hij doet niets anders dan haatzaaien, mensen tegen elkaar opzetten en migranten overal de schuld van geven’, lichtte ze toe in de krant De Tijd.

Dat schoot Van Grieken in het verkeerde keelgat. ‘Ik heb er geen probleem mee dat Vooruit ons politiek aanvalt, maar iemand zonder aanleiding beschuldigen van racisme is een brug te ver’, stelde Van Grieken zondag in een persbericht. ‘Ik laat mij en mijn partij niet wegzetten als racisten’, klonk het. ‘Hier trekken we dan ook een streep in het zand.’ Aan Knack bevestigde de woordvoerder van het Vlaams Belang dat de partij deze week klacht zal neerleggen tegen Depraetere wegens laster en eerroof.

Intussen reageerde Vooruit enkel schriftelijk op de klacht: ‘Wij zeggen waar het op staat. Iemand die dweept met de fascistische complottheorie over omvolking is een gevaar voor onze vrijheid, veiligheid en welvaart.’

Met de veroordeling van YouTuber Acid nog vers in het geheugen, lijken de zaken rond de vrijheid van meningsuiting als paddenstoelen uit de grond te schieten. ‘Dat valt niet hard te maken, omdat justitie daarover geen cijfers bijhoudt of ze alleszins niet deelt’, zegt strafrechtexperte Sofie Royer, die als onderzoeker verbonden is aan de KU Leuven en gastprofessor strafrecht is aan de Universiteit van Antwerpen.

Hoe komt een zaak rond laster en eerroof tot stand?

Sofie Royer: Specifiek aan laster en eerroof is dat het een klachtmisdrijf is. Dat betekent dat het slachtoffer eerst een klacht moet neerleggen voordat de politie een onderzoek kan starten. Als dat onderzoek voldoende oplevert, dan kan het Openbaar Ministerie de zaak voor de strafrechter brengen. Maar het initiatief moet dus altijd van het slachtoffer komen. Een belangrijke kanttekening is dat het hof van assisen bevoegd is om te oordelen over zaken van laster en eerroof via een geschreven tekst. In die zaken komt het quasi nooit tot een proces.

Hoe worden laster en eerroof voor het strafrecht bewezen?

Royer: De wet somt daarvoor vier voorwaarden op. Pas als aan alle vier is voldaan, kan het tot een veroordeling komen.

Om te beginnen moet iemand een bepaald feit verweten worden. Het mag dus niet om een waardeoordeel gaan. Een typisch voorbeeld is dat iemand een ander beschuldigt van moord of verkrachting. Daarnaast moet die beschuldiging ‘de eer van die persoon krenken of die persoon blootstellen aan openbare verachting’. Dat is ouderwets taalgebruik om te zeggen dat de dader de reputatie van het slachtoffer in een kwaad daglicht wil stellen. De derde voorwaarde is dat de dader dat kwaadwillig gedaan heeft, en dus de bedoeling had om schade te berokkenen. De vierde voorwaarde stelt dat de uitspraak openbaar is gebeurd. Een kletterende ruzie aan een keukentafel zal dus nooit voor de strafrechter komen, maar iets wat tijdens een publieke lezing gezegd is of in de krant staat, komt wel in aanmerking.

Wie beslist of de procedure van het burgerlijk recht of het strafrecht gevolgd wordt?

Royer: Het slachtoffer kan kiezen of het naar de burgerlijke of de strafrechter stapt. Om een schadevergoeding te krijgen, moet het slachtoffer de concrete of morele schade kunnen bewijzen. De strafrechter kan ook nog een straf, zoals een geldboete, opleggen.

Vormt dit soort klachten een gevaar voor de vrijheid van meningsuiting?

Royer: Het neerleggen van zulke klachten misschien niet meteen, maar de veroordeling ervan zeker wel. Sowieso zijn gevangenisstraffen bijzonder moeilijk verzoenbaar met de vrijheid van expressie. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, dat zich onder andere uitspreekt over schendingen van de vrijheid van meningsuiting, zegt dat daar een chilling effect van kan uitgaan. Dat wil zeggen dat mensen aan zelfcensuur gaan doen uit vrees voor wat hen anders boven het hoofd hangt. Volgens het nieuwe strafwetboek kan de rechter voor laster en eerroof daarom zelfs geen gevangenisstraf meer opleggen.

Partner Content