Bram Van Hecke

‘Wat er schort aan de Nationale Parken: je bouwt geen Vlaamse Grand Canyons op drijfzand’

Bram Van Hecke Oud-voorzitter Groene Kring

Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) zet door met de plannen van de Vlaamse regering om vier nationale parken te creëren in Vlaanderen. Volgens de jonge landbouwers Bram Van Hecke en Maarten Moermans van de Groene Kring gaat het proces te snel. ‘De Vlaamse overheid is al beginnen voetballen, maar heeft de regels van het spel nog niet opgesteld.’

Omvangrijke gebieden met internationale uitstraling, uitzonderlijke natuur en een unieke belevingswaarde. Zo betitelt het Vlaamse regeerakkoord het plan om Nationale Parken op te richten. De Vlaamse Grand Canyon, maar dan bij ons. Niet eentje, maar zelfs vier parken met ruimte voor groen, natuur, biodiversiteit, recreatie, toerisme en vertier. U kunt het zich vast al levendig voorstellen. Geen verliezers, enkel winnaars.

Of zo lijkt het wel.

Jonge boeren kijken met een bang hart naar het traject. De weerstand lijkt kortzichtig en bekrompen. Een Nationaal Park, daar kan toch niemand tegen zijn? Maar de zorgen van de jonge boeren vertrekken niet vanuit een hardvochtige haat tegen natuur of omdat ze niet beseffen dat biodiversiteit, klimaat en milieu belangrijke pijlers zijn voor de toekomst. Wel integendeel.

Als boer ben je, hoe je het ook draait of keert, altijd verbonden met je gronden. Boeren doe je immers niet op een caravan met wielen die je naar hartenlust verplaatst. Je boert op een hoeve, waar vaak vele generaties voor jou al landbouw bedreven werd. Je bent afhankelijk van de gronden rond dat bedrijf. Anders dan industriële bedrijven, die verhuizen als de omstandigheden te moeilijk worden, draagt een boer de gevolgen de rest van zijn carrière met zich mee. Je investeert op de lange termijn en hebt steeds de volgende generatie in het achterhoofd. Om te kunnen boeren heb je dus grond en zekerheid op de lange termijn nodig.

Nationale Parken zullen een natuurkern mét minimale oppervlakte nodig hebben waar natuurdoelen kunnen gehaald worden. We weten echter allemaal: die natuurkernen zullen heus niet in het centrum van een stad of in een industriegebied komen. Het kind van de rekening is dus snel gevonden. volgens het Volgens het beleid van de Vlaamse regering is landbouwgebied niet meer dan restgebied.

Grond om op te boeren is één ding. Zekerheid is zo’n andere noodzaak. Als je begint met boeren, maak je die keuze voor de rest van je carrière. Maar hoeveel gedrevenheid er vaak ook is, met passie kan je geen rekeningen betalen. En dan is zekerheid gewoonweg van groot belang. Zekerheid die er nu niet is. Jonge boeren moeten nu weten wat de impact is van Nationale Parken op hun bedrijf, hun ondernemingsrisico’s en hun mogelijkheden. Ooit werd bij het neerleggen van de natuurgebieden in Vlaanderen verzekerd aan boeren dat er geen impact was. Toen kwam het stikstofdossier, waarin de natuurgebieden een grote rol spelen.

Verbaast het u dat boeren bevreesd zijn?

Voortvarend is men begonnen met het uitwerken van Nationale Parken en opzetten van lokale coalities. Een wettelijke basis is in principe nodig, maar in plaats van die te maken, heeft men eerst beleid uitgerold. Zonder duidelijk kader komt er plots een immens project af op gemeentes, grondeigenaren, boeren en industrie. In plaats van de vele vragen te beantwoorden heeft men blijven opteren om in hoge snelheid door te razen. De vragen en opmerkingen zullen wel koelen zonder blazen, moet men gedacht hebben. Quod non.

Bij gebrek aan een forum waar gehoor gegeven kon worden aan alle zorgen, leefde bij jonge boeren het gevoel dat de Nationale Parken door hun strot geramd zouden worden.

Lees ook het opiniestuk van Mieke Schauvliege (Groen): ‘Onze belabberde biodiversiteit heeft meer nodig dan vier nationale parken’

Vandaag, wanneer de finale plannen van de parken zowat ingediend moeten worden en het hele traject al meer dan twee jaar loopt, heeft de Vlaamse regering nog steeds geen wettelijke basis voorzien. Een projectoproep met daaropvolgend gesubsidieerde en vergaande planuitwerkingen kan je zonder geldende regelgeving onmogelijk een logisch plan van aanpak noemen. De Vlaamse overheid is al beginnen voetballen, maar heeft de regels van het spel nog niet opgesteld.

Het had anders gekund. Als onze beleidsmakers van het parkenverhaal een succesverhaal willen maken, moeten ze beginnen met opnieuw het vertrouwen op te bouwen. Dat kan. Natuur is geen zero sum game. Het kan ook steunen op wederzijds begrip en luisteren naar elkaars bezorgdheden. Dat vergt meer tijd, maar mondt wel uit in een park dat er effectief staat, gedragen is en klaar is voor de toekomst.

Om die vier Grand Canyons in Vlaanderen gerealiseerd te krijgen, zal dus een lang en geleidelijk proces van dialoog, begrip en vertrouwen nodig zijn. Dat vergt, om te beginnen, betrokkenheid van landbouwers. Waarschijnlijk zullen de parken er niet staan tegen het eind van de beleidsperiode, maar de basis, die zal alvast duurzamer zijn dan ze op dit moment is. Minder om te communiceren dus, maar véél meer om op te bouwen.

Bram Van Hecke en Maarten Moermans zijn voorzitter en ondervoorzitter van de Groene Kring.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content