Dirk Draulans
‘Wat deze crisis duidelijk maakt, is dat de mens niet boven de natuur staat’
Bioloog en Knack -journalist Dirk Draulans neemt in deze coronatijden de verdediging op van vleermuizen en andere aspecten van onze natuur.
Vrijdagavond zag ik drie vleermuisjes boven mijn woonst fladderen. Dwergvleermuizen waarschijnlijk, maar zonder batdetector waarmee je de voor onze oren onhoorbare geluidsgolven van de diertjes kunt oppikken is het niet gemakkelijk om vliegende vleermuizen te determineren. Het hoeft ook niet, het zijn sowieso geweldige beestjes om bezig te zien.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om een hardnekkig misverstand uit de weg te ruimen dat in kringen van vleermuisbeschermers circuleert, namelijk dat ik ongenuanceerd de schuld voor de coronacrisis bij vleermuizen leg, waardoor ik hun werk in diskrediet breng. Ik wens dat te weerleggen. Ik heb bij herhaling benadrukt, zowel op De Afspraak op Canvas als in mijn artikels in Knack, dat de ‘schuld’ bij ons ligt en niet bij andere dieren. Door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld – ik ben misdienaar geweest!
Dus nogmaals, voor de duidelijkheid, en met mijn excuses voor het in herhaling vallen – blijkbaar moet de boodschap blijvend en blijvend herhaald worden: het is een misverstand dat de natuur naar ons terugslaat door ons met virussen op te zadelen. De natuur doet niks doelbewust. Het zijn wij die in de fout gaan, omdat wij ons doelbewust en zonder scrupules opdringen aan de rest van de natuur. Wij dringen bossen binnen en kappen à volonté bomen. Wij vervuilen oceanen en vissen ze leeg. Wij jagen diersoorten in de vernieling. Wij zorgen voor een ecologische catastrofe door op zo korte tijd het klimaat te wijzigen dat veel dieren zich niet kunnen aanpassen, omdat het te snel gaat voor de darwiniaanse aanpassingsmechanismen.
Wat deze crisis duidelijk maakt, is dat de mens niet boven de natuur staat.
Het is al een tijdje duidelijk dat we dat niet ongestraft kunnen blijven doen, hoewel dat besef maar moeizaam doordringt tot het grootste deel van de mensheid. De natuur slaat niet terug, maar de natuur staat ook niet ten dienste van de mensheid. God schiep de dieren niet voor de mens, hoewel een oud en belangwekkend boek dat op nogal dwingende wijze beweert. De natuur trekt zich geen fluit aan van de mens, ze gaat haar gangetje, mens of geen mens.
Wat deze crisis wel duidelijk maakt is dat de mens niet boven de natuur staat. Hij is er inherent onderdeel van, maar hij kan er niet ongestraft aan tornen. Door zijn leefmilieu aan te tasten maakt de mens het niet alleen andere soorten moeilijk, maar ook zichzelf. Biodiversiteit houdt niet alleen de natuur gezond, maar ook de mens.
Wetenschappelijk onderzoek heeft herhaaldelijk uitgewezen dat een hoge biodiversiteit minder kans op kwalijke parasieten impliceert, wegens onder meer het concept van de ‘verdunning’: er zijn dan minder geschikte gastheren voor parasieten om zich op grote schaal te kunnen ontwikkelen. Dat de ziekte van Lyme (veroorzaakt door een bacterie) opgang maakt, heeft mee te maken met het feit dat de diversiteit van kleine knaagdieren vermindert, waardoor de soorten die belangrijk zijn voor de voortplanting van de teken die de bacterie aan ons kunnen overdragen, in aantal toenemen.
Onderzoek heeft uitgewezen dat vleermuizen in Azië en Afrika nu meer in contact met mensen komen dan vroeger, omdat wij steeds dieper in hun leefmilieu doordringen. Als dat leefmilieu vernietigd wordt, worden vleermuizen, die als vliegende soorten meer kans tot aanpassing hebben dan grondzoogdieren, in een menselijk milieu gedwongen. Vleermuizen dragen sowieso veel virussen, waar ze zelf weerstand tegen hebben. Als ze onder stress komen als gevolg van bejaging of biotoopvernietiging verhoogt de virusload in hun lijf. Ze worden dan letterlijk besmettelijker.
Het is zeker dat fruitvleermuizen de bron zijn van dodelijke virussen, zoals het nipahvirus in Azië en het ebolavirus in Afrika. Het overspringen van deze doders naar de mens kon gelinkt worden aan het beschadigen van hun leefgebied door ons, onder meer door ontbossing, zodat ze wel dichter bij de mens moesten gaan leven. Ze vervangen natuurlijke fruitbomen door bomen in plantages.
Genetische gegevens impliceren dat hoefijzerneusvleermuizen de bron waren van het coronavirus dat nu in onze wereld zo’n ravage veroorzaakt (en van het virus dat in 2003 de sarsepidemie uitlokte). Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat ook vleermuizen bij ons, inbegrepen de gewone dwergvleermuis die ik waarschijnlijk twee dagen geleden zag, coronavirussen dragen. Is dat een probleem? Nee, nee en nog eens nee. Ook wij dragen vier coronavirusstammen die nooit meer dan een lichte verkoudheid veroorzaken, en waar we mee leren leven hebben. Wij hebben ons milieu hier de jongste eeuwen trouwens al zo sterk aangetast dat de vleermuizen die er nog zijn, zich aan een leven in de nabijheid van de mens hebben aangepast. Zolang je vleermuizen met rust laat is er geen enkel gevaar voor je gezondheid.
Vleermuisverdedigers halen aan dat de sprong van het coronavirus naar de mens niet rechtstreeks van een vleermuis kwam, maar van een ander dier, een tussengastheer, mogelijk een schubdier. Dat kan, maar het is niet bewezen. Genetische analyse van coronavirussen uit in beslag genomen gesmokkelde schubdieren in China, leverde dubbelzinnige resultaten op: een stuk van het eiwit dat het virus gebruikt om mensencellen binnen te dringen was ongeveer hetzelfde, maar een ander stuk niet. The jury is still out, heet het dan.
Schubdieren zijn trouwens ook een triest verhaal: ze zijn het meest verhandelde zoogdier ter wereld, omdat er in de traditionele Aziatische geneeskunde geneeskracht aan de schubben wordt toegeschreven. Het countert het argument van sommige mensen die waarschuwen dat het verbieden van de handel in wilde dieren ten koste van de levenskwaliteit van arme mensen zou gaan, want de handel in schubdieren steunt vooral op een wetenschappelijk onverantwoorde aanname van geneeskracht.
In elk geval, wat ook de rechtstreekse bron van de besmetting was: blijkbaar volstond één infectie van één mens om een halfjaar later een pandemie met verstrekkende gevolgen te hebben. Het zou tot bescheidenheid en bedachtzaamheid moeten inspireren. Zo’n incident is natuurlijk nooit te vermijden, maar door onze onverdroten aanslag op ons leefmilieu verhogen we wel de kans op nieuwe crisissen. Wij zijn niet almachtig in de natuur, wij zijn geen heersers over de aarde, hoewel velen van ons dat denken.
Hopelijk noopt deze crisis tot een drastisch herzien van onze relatie met ons leefmilieu. We kunnen alleen maar winnen bij een harmonieuzer samenleven met de rest van de natuur, niet alleen door minder kans te lopen op vernietigende epidemieën, ook door het bevorderen van onze basisgezondheid. Groen is goed voor ons!
Zelfs vleermuisjes observeren kan rust brengen, zolang je niet met het spookidee in je hoofd zit dat het gevaarlijke mormels zijn. Want dat zijn ze niet!
PS 1 Voor de onverlaten die vragen of het mogelijk is vleermuizen te verdelgen: nee, dat is niet mogelijk en het is ook niet wenselijk. Meer woorden wens ik daar niet aan vuil te maken. Overigens zitten er virussen in álle dieren, de mens inbegrepen. Gorilla’s worden doodziek van onze verkoudheidsvirussen.
PS 2 Misschien wel de relevantste opmerking die ik de jongste dagen te zien kreeg, was van iemand die stelde: ‘Draulans heeft helemaal gelijk, alleen is er geen enkele politicus die zijn visie volgt.’ Dat is, vrees ik, correct, dus hopelijk dringt het besef van het belang van een constructieve interactie met de natuur nu ook tot de hogere politieke echelons door. Het is echter schrijnend dat in de laatste opiniepeiling naar het politieke landschap in Vlaanderen Groen voor het eerst sinds lang de kleinste partij geworden is. Hopelijk zegt dat meer over het huidige beleid van Groen dan over de impact van een groene partij op onze samenleving. Groen blijft overigens oorverdovend stil over de coronacrisis, die nochtans een sterke milieucomponent heeft.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier