Tobias Leenaert
‘Wanneer worst of hamburger worden bedreigd, gaat de rede overboord’
Als het over vlees gaat, is het kot altijd te klein, schrijft Tobias Leenaert naar aanleiding van de poeha rond de veranderde regels rond vegetarische voeding tijdens de komende Gentse Feesten.
Binnen een paar maand kunnen we eindelijk weer Gentse Feesten vieren. Afgaande op de Twitter-commentaren zou je denken dat er op het hele Gentse grondgebied geen braadworst meer te vinden zal zijn. De realiteit is anders.
Voor elke Feesten-editie veilt de stad Gent een aantal standplaatsen voor eetkramen. Iedereen die wil voldoen aan de voorwaarden, kan daarop intekenen. Dit jaar wil de stad de helft van de plekken verkopen aan standhouders die zich engageren om uitsluitend veggie gerechten aan te bieden. De andere helft van de kraampjes mag wél vlees verkopen. Ook de vaste horeca mag uiteraard serveren wat ze wil – ongetwijfeld veel vlees.
Het IPCC en vele nationale en lokale overheden weten ondertussen dat meer plantaardig eten noodzakelijk is om de opwarming van de aarde tegen te gaan. In lijn met haar beleidsdoelstellingen wil de Stad Gent de CO2-voetafdruk van de feesten beperken. Duurzaam gedrag wordt aangemoedigd, terwijl je voor je vleesburger misschien twintig meter verder zal moeten lopen. De maatregel van de stad Gent is even urgent als redelijk.
De rede overboord
Maar het gaat over vlees, en dan is het kot altijd te klein. Wanneer worst of hamburger worden bedreigd, gaan rede en intellectuele eerlijkheid overboord. Vlees, zo maken de critici ervan – overigens niet gehinderd door correcte informatie in de media – is verboden op de Gentse Feesten. Louis Ide, nationaal secretaris bij N-VA, arts en ongetwijfeld geen dommerik, tweet dat hij de feesten zal doorbrengen in zijn tuin: hij plaatst daarbij een – wat mij betreft gruwelijke – foto van een varken aan het spit. Edmond Cocquyt, de creatieve en sociaal geëngageerde mens achter vzw Trefpunt, liet weten dat je ‘op sla alleen de nacht niet doorkunt’. VRT journalist Bart Verhulst vraagt of de volgende stap verplicht vitaminesap is.
Wanneer worst of hamburger worden bedreigd, gaat de rede overboord
Verbazend is ze, die vurige verdediging van vlees. Wat naar voren komt, lijkt op een soort holenmens-mentaliteit, die de voordelen van minder vlees – het vermijden van onmiskenbaar en afschuwelijk dierenleed, het verkleinen van onze voetafdruk, het verbeteren van de publieke gezondheid – minder belangrijk acht dan het kunnen kauwen op wat vermalen spieren. Zijn sommige mensen er zo verslaafd aan dat ze niet meer helder kunnen denken of spreken over het onderwerp? Dat ze denken met hun tong en met hun maag?
Misplaatste vrijheidsstrijd
Er is natuurlijk meer aan de hand dan enkel vleeslust. We zien ook dezelfde misplaatste vrijheidsstrijd die ons al twee coronajaren parten speelt. De vrijheid om op elk moment te doen wat we willen, of te eten wie we willen, lijkt het allerhoogste hoogste goed, dat de belangen van de planeet, van toekomstige generaties, of van niet-menselijke dieren overstijgt
Wellicht vergeten zij die opkomen voor de vrijheid-van-vreten dat ze doorgaans eten wat hun grootouders aten, wat reclame en de supermarkten hen aanprijzen, wat in hun specifieke cultuur en omgeving gangbaar is om te eten. Is iemand die nadenkt over zijn of haar voedselkeuzes en zelf beslissingen maakt op basis van rationele argumenten, dan niet een heel stuk vrijer, in een meer fundamentele betekenis van het woord?
‘Er is almaar meer van alles verboden’, jammert Siegfried Bracke op Twitter. Het gevoel is te begrijpen, want het klopt. Meer en meer ingebakken gewoontes moeten geëvalueerd worden, want we komen uit een tijd waarin we alles mochten. Als bedrijfsleiders mochten we alles doen met het milieu. Als mannen mochten we heel veel doen met of zeggen tegen vrouwen. En nog steeds mag iedereen zowat alles doen met dieren.
Zonder het werk van NGO’s en interventies van de overheid, zouden nog steeds veel mensen op deze en andere gebieden doen wat ze willen, wat ook de gevolgen zijn. De markt laten spreken blijkt helaas niet voldoende of gaat vaak veel te traag. Bij belangrijke en urgente problemen als klimaatverandering of dierenwelzijn kan en moet je zowel vraag als aanbod durven helpen sturen met doeltreffende maatregelen.
Politieke lijnen
Onze houding tegenover biefstuk en varkenskotelet volgt al een tijdje bepaalde politieke lijnen. Zoals verwacht gaan de commentaren over groene ayatollahs en doctrinairen, fascisme en nanny states. Een niet onbelangrijk punt is echter dat het Gentse stadsbestuur reeds een paar Feesten-edities een volledig veggie aanbod vraagt voor één derde van te veilen kraampjes. Dat was jaren geleden een beslissing van een toenmalige schepen van Open VLD. Er was toen geen kritiek te horen.
Er is weinig dat zo getuigt van intellectuele armoede als het op voorhand torpederen van een standpunt of een idee omdat we het associëren met een ander kamp. Klimaatverandering en dierenleed zijn vandaag thema’s binnen ongeveer elke politieke partij. Maar o wee als een voorstel van de ideologische overzijde komt: laten we het dan vooral afbranden, en dat geen van ons het waagt er zich achter te scharen!
Vandaag hebben we proeftuinen nodig waar stapsgewijs een doordacht sturend beleid vorm krijgt.
Dit alles neemt niet weg dat initiatieven zoals dat van de Stad Gent uiteraard wél beoordeeld moeten worden op hun eigenlijke impact en werkbaarheid, en desnoods verworpen worden wanneer ze om een of andere reden hun effect missen. Als de veggie-vraag bijvoorbeeld onvoldoende zou blijken en de standhouders inkomsten missen, of wanneer de kwaliteit te wensen over laat, slaan we de bal ook mis. Maar in dat geval gaat het om praktische en rationele redenen, niet om emotie en stemmingmakerij.
De nood aan beleid
Dat het thema vlees zo lijkt te verdelen, wil niet zeggen dat overheden er hun handen moeten van afhouden. Dat is wat de luide roepers met hun karikaturen willen bereiken, gesteund door de likes en retweets van anderen die hen, met het varkensvet over de lippen, luidkeels toejuichen.
De politici die deze duurzame beslissing genomen hebben, laten het ongetwijfeld allemaal niet aan hun hart komen, en weten dat meer en meer burgers voorstander zijn van verdere stappen. Want vandaag zijn de vertrouwde recepten van nudging en verleiding onvoldoende. Vandaag hebben we proeftuinen nodig waar stapsgewijs een doordacht sturend beleid vorm krijgt. Bovenal hebben we nood aan voorbeelden, voorlopers en durvers. Hun voorstellen en initiatieven zullen op geschimp blijven stoten, tot we ze allemaal normaal vinden, en de laatste holenmens is uitgestorven.
Tobias Leenaert is oprichter van EVA vzw en auteur van How to Create a Vegan World
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier