‘Een overheid die maandenlang haar eigen falen camoufleert met een toenemende repressie, is een zwakke overheid’, schrijft Jean-Marie Dedecker in zijn laatste column van 2020.
Donderdag 10 december om 10u ’s ochtends. De gouverneur van West-Vlaanderen, Carl Decaluwé, houdt een videoconferentie met alle korpschefs van zijn provinciale politiezones. Hij beveelt het gebruik van drones en coronahuiszoekingen hartstochtelijk aan. De politiebobo’s moeten voor de sheriff ook hun boetestatistieken met coronaboetes opdreunen zoals pubers hun puntenboek moeten voorlezen aan hun strenge vader. Eentje heeft er maar negen op de bon gegooid in de maand november. Hij wordt stante pede gekapitteld. Volgens Carl had hij maar twee processen-verbaal laten uitschrijven, maar in de interpretatie van statistieken is de gouverneur nooit een bolleboos geweest. De gouverneur verwijt de korpschef ‘laksheid en luiheid’ en zegt dat hij er ‘zijn conclusies’ aan zal koppelen. De gele handjes van de andere koddebeiers gaan enthousiast omhoog op de computerschermen om het woord te kunnen voeren. Bij elke hoge score komt er applaus met handgeklap van de gouverneur (jawel). Een commissaris krijst triomfantelijk dat ‘hij de wisselbeker voor het uitschrijven van het hoogste aantal coronapv’s verdient….’ Van het appreciatierecht van de verbalisant hebben ze blijkbaar nooit gehoord. De politie uw vriend.
Bovenstaand relaas is geen fictie, maar bittere realiteit. Het succes van het coronabeleid wordt volgens hen afgemeten aan de dikte van de stapel processen-verbaal in plaats van aan het aantal besmettingen.
Wanneer gouverneurs bemoeizieke gouvernantes worden…
Het gouverneurschap is een uitloopbaantje voor het leven. Het wordt volgens traditie verdeeld onder de politieke partijen om er een afgedankt politicus mee te belonen. Provinciegouverneurs zijn ambtenaren zonder democratische legitimiteit. Elke tradopartij krijgt er eentje volgens de regels van de ambtelijke incest. Deze doorgeschoten bestuursadel uit de Napoleontische tijd wordt ook nog bijgestaan door een arrondissementscommissaris. Vroeger werd er nog om de dertig kilometer zo’n arrondissementje geïnstalleerd, want dat was de afstand dat je in een dag met een paard kon afleggen. De postkoets is echter verdwenen, maar de functie heeft de tand des tijds overleefd. Eerder protocollaire bezigheidstherapie dan leiderschap. Ze hebben niets om handen, behalve de leiding coördineren als een ramp onze contreien teistert. Dan is het opgefokte doenerstijd onder de schijnwerpers om de ondraaglijke lichtheid van het bestaan te doorbreken.
Het is al druk op de coronakade met zoveel stuurlui, verdrietanalisten, experts en zelfbenoemde wijsneuzen die overlopen van geldingsdrang. Maar als je last hebt van medianijd dan moet je een tandje bijsteken. Een kunst die Carl perfect beheerst. Als Vlaams parlementslid installeerde hij ooit een meldpunt voor “misbruikte” deelneemsters aan missverkiezingen. Niemand heeft zich ooit gemeld. De West-Vlaamse sheriff schiet nu lukraak uit de heup, als een tragisch aandachtsorgel met Trumptrekjes.
Hij is niet aan zijn proefstuk toe. Met de eerste lockdown liet hij met warmtedrones al ondergedoken sloebers uit hun stacaravan verwijderen, en maakte van de kust een bezette enclave met beroeps- en verplaatsingsverbod, en met toegangsverbod voor eigenaars van tweede verblijven. Nu komt er terug een zerotolerance, en onze gouverneurs en gouvernantes schieten terug in een controlerende kramp. De doorgeschoten veiligheidscultus met drones en ANPR-camera’s wordt niet meer aangewend om de criminaliteit te bestrijden, maar om de burgers te controleren. Pizzakoeriers moeten de dozen tellen, traiteurs de kreeft of de porties kalkoen, en bakkers de driehoekjes taart. Niet alleen tellen, maar ook verklikken aan de provinciale Stasi van Carl & co van Carl & co… Elke dag fantaseren ze over een rondje repressie in een nieuwe politiestaat. Het is hoog tijd om Carl te beschermen, vooral tegen zichzelf, met een muilkorfje in plaats van een mondkapje…
Wat is er toch aan de hand met ons land dat we zo bibberbang zijn, dat we ons laten ophokken met een avondklok en huisarrest, dat we ons laten beroven met boetes die een weekloon uit menig gezinsbudget happen, en dat we ons laten betuttelen als kleuters? We mogen naar de hoeren, maar niet naar de kapper. We mogen oma uitnodigen op het kerstmenu, maar opa mag niet meekomen. We mogen met vijftien samen bidden, maar niet samen lachen. Tuingasten mogen nog plassen op het gazon, maar mogen niet naar binnen op het toilet. Een kakofonie voor moedeloosheid, maar wie kritiek uit, is al vlug een virusnegationist. Het is logisch dat organisatoren van lockdownparty’s weggehoond worden, ze moeten zelfs opgehokt of aan de enkelband. Maar ook zullen er mensen zijn die meer geleden zullen hebben door huidhonger en knuffelarmoede of door risicovrees voor financiële zorgen, dan door het virus zelf.
Wie alles verbiedt, verbiedt niets meer. Disproportionaliteit leidt tot ongehoorzaamheid en een verhoging van de zuurtegraad. Wie behandeld wordt als een imbeciel gedraagt er zich ook naar. De massamotivatie en verantwoordelijkheidszin zijn nochtans torenhoog. Burgers dragen hun mondkapjes, smeren zich stroef met ontsmettende alcohol, en houden zich gedisciplineerd aan de afstandsregels. Diegenen die het verzuimen worden er door de sociale controle al vlug op gewezen. Ze worden zelfs eerder verklikt dan gesteund, behalve in bepaalde etnische gemeenschappen en enclaves, waar een chronisch gebrek aan respect voor onze rechtsstaat al decennialang gedoogd wordt door onze bleekwaterpolitici met het valse alibi van stigmatisering; of in elitaire yuppieclubs van rijkeluiskakkers van het Brugse Europacollege, op een boogscheut van de residentie van gouverneur Carl.
Een overheid die maandenlang haar eigen falen, zoals de mondkapjesverbranding, de knoeiboel met contacttracing en de nutteloze apps, camoufleert met een toenemende repressie is een zwakke overheid. Er worden geheime rapporten gemaakt met confidentiële coronacijfers voor de virocraten , maar deze worden opgelijst met “aangepaste” bulletins voor het plebs. Het is alsof men vreest dat correct geïnformeerde mensen gaan leven volgens galg en rad. Straks nog een Ministerie van Propaganda? Wie indommelt in een democratie kan wakker worden in een dictatuur.
Er zijn grondwettelijke grenzen aan de verbodscultus, die soms vooral gebaseerd lijkt op hypothesen en een “schokeffect”. Wie sterft of in het ziekenhuis belandt met Covid-19 lijdt volgens Sciensano quasi altijd aan onderliggende gezondheidsproblemen: 32,6% heeft last van hart-of vaatziekten, 22,7% heeft diabetes, 15% is chronisch longpatiënt, 13,1% heeft een chronische nierziekte, 11,3% lijdt aan obesitas en 8,6% heeft kanker. Is het dan fascistisch om deze risicogroepen en de zorgverleners eerder in te enten dan de bejaarden in de WZC’s waar de gemiddelde levensverwachting amper anderhalf jaar is?
De regeldwang buit de angst genadeloos uit, want uiteindelijk heeft wie de regels uitzet, op termijn altijd gelijk: als het virus inbindt is het door de strenge maatregelen, als er meer besmettingen komen is het de schuld van de burgers. Het mentale absorptievermogen van de bevolking is stilaan bereikt. ‘Er wordt meer gezondigd door misbruik van gehoorzaamheid dan door ongehoorzaamheid’ ” schreef de Duitse auteur Karl Peltzer ooit. Een wijs man, die Karl. Onze Carl leggen we beter even te rusten in een kribbe onder de kerstboom.
Een zeer stille kerst, een zalig jaareinde, en iedereen elke dag gezond weer op in 2021.
Lees ook:
– ‘Het coronavirus was niet de zoveelste brandoefening’
– Heeft nóg strenger zijn wel zin? Gedragsexperts verklaren onze falende motivatie
– Kerstvakantie, repressie en solidariteit moeten derde golf tegenhouden
– ‘De Belgische overheid gaat als een keizer zonder kleren de volgende recessie tegemoet’
– Criminologe Els Enhus (VUB): ‘De politie moet werken aan haar communicatievaardigheden’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier