Ewald Pironet
‘Wallonië en Brussel raken in steeds grotere financiële ademnood’
Wallonië en Brussel moeten steeds meer rekenen op de solidariteit van Vlaanderen, terwijl die de komende jaren zal afnemen.
De onderhandelingen over de Vlaamse begroting konden op enige interesse rekenen, maar voor de ontwerpbegroting die nu wordt besproken en waarbij duidelijk wordt waar de centen vandaan komen en naartoe gaan, is geen belangstelling meer. Liever pookt men oude discussies op, bijvoorbeeld over Zwarte Piet of de Vlaamse canon. Liever belegen argumenten spuwen, dan in nieuwe relevante cijfers duiken. ‘Amper iemand leest dit document nog’, merkte begrotingsexpert Herman Matthijs (UGent en VUB) op, toen hij afgelopen weekend de ontwerpbegroting uitploos op Knack.be. Nochtans zijn er minstens drie interessante conclusies te trekken.
Eén: de uitgaven voor onderwijs en welzijn zijn geëxplodeerd. Voor onderwijs wordt 17,5 miljard uitgetrokken, voor welzijn 15,9 miljard euro. Samen is dat 53 procent van alle Vlaamse uitgaven, begroot op 62 miljard. In vergelijking met 2021 (het laatste jaar waarvoor er definitieve cijfers zijn) krijgen onderwijs en welzijn zo’n 16 procent meer middelen, in vergelijking met 2015 zelfs 50 procent meer. En toch gaat ons onderwijs achteruit en kreunt de zorg.
Vlaanderen krijgt steeds meer, Wallonië en Brussel steeds minder.
Twee: Vlaanderen is de enige entiteit in België waar de ontvangsten (57 miljard) groter zijn dan de totale geconsolideerde schuld (45 miljard). Maar die schuld stijgt wel, want Vlaanderen heeft geen begrotingsevenwicht, laat staan -overschot. Er zal in 2023 11 miljard of 20 procent meer worden uitgegeven dan twee jaar geleden en er wordt gerekend op een tekort van 1,9 miljard. Dat tekort en de oplopende schuld vereisen meer aandacht.
Drie: Vlaanderen zal met 58 procent van de bevolking in 2023 goed zijn voor 64 procent van de totale inning van de personenbelasting. Wallonië (31 procent van de bevolking) is goed voor 27 procent van de personenbelasting, Brussel (11 procent van de bevolking) voor 8 procent. Het Vlaamse aandeel in de personenbelasting neemt toe en Vlaanderen is de enige entiteit die meer bijdraagt tot de personenbelasting als je rekening houdt de bevolking.
Dit is belangrijk, want het is een cruciale parameter in de Bijzondere Financieringswet (BFW) om te bepalen hoeveel federale dotaties elke deelstaat ontvangt: Vlaanderen krijgt steeds meer, Wallonië en Brussel steeds minder. Voor een herziening van de BFW is een bijzondere meerderheid nodig en die is in de verste verte niet te bespeuren. Dat betekent dat Wallonië en Brussel steeds meer moeten rekenen op de solidariteit van Vlaanderen, terwijl bij de invoering van de BFW juist werd bepaald dat die solidariteit de volgende jaren zal afnemen. Wallonië en Brussel raken dan ook in steeds grotere financiële ademnood. Een probleem dat na de verkiezingen van 2024 ongetwijfeld op tafel komt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier