Waarover twijfelt jurist Koen Lemmens? ‘Hoe ouder ik word, hoe meer grijswaarden ik ontdek’
Elke week vraagt Knack in de rubriek Durf twijfelen naar de twijfels van bekende mensen.
‘In mijn jeugd, in de jaren tachtig en negentig, was er al veel te doen over de vrijheid van meningsuiting’, zegt Koen Lemmens, hoogleraar Europees recht, internationaal mensenrechtenrecht en mediarecht aan de KU Leuven. ‘Journalist Daniël Buyle was ontslagen door de BRT omdat hij een kritische vraag gesteld had aan premier Wilfried Martens. Urbanus had problemen met de kerk, en er werd een fatwa uitgesproken tegen Salman Rushdie. De consensus bij intellectuelen was toen: we willen méér vrijheid van meningsuiting.
Later kwamen er nieuwe inperkingen van de vrijheid van meningsuiting: de antidiscriminatiewet, de negationismewet, de antiseksismewet.
Allemaal terecht, maar toen al waarschuwden mensen me dat we moesten opletten: straks zouden we niet alleen het onaanvaardbare verbieden, maar ook het ongemakkelijke, het vervelende, het storende. Ik lachte dat toen weg. Zo’n vaart zou het wel niet lopen, meende ik.
Het is niet omdat iets moreel onaanvaardbaar is dat het ook juridisch onaanvaardbaar is.
Vandaag neem ik die waarschuwingen veel meer au sérieux. Wat ik onderschat heb, is dat door die wetten een mentaliteit ontstaan is waarbij sommigen almaar verder willen gaan. Bij inperkingen van de vrijheid van meningsuiting worden nu veel minder vragen gesteld. Dat vind ik geen goede evolutie. Het is niet omdat iets moreel onaanvaardbaar is dat het ook juridisch onaanvaardbaar is en dat we het dan maar moeten verbieden. Dat zijn twee verschillende zaken. We moeten ook de bandbreedte van de expressievrijheid ruim houden, zeker als we naar het verleden kijken.’
Kunt u een voorbeeld geven?
Koen Lemmens: Jef Geeraerts was in de jaren zestig het toonbeeld van vitalisme, van rebellie tegen de conservatieven. Vandaag durft niemand hem nog op het schild te heffen. Maar juridisch is er, denk ik, niets mis met zijn boeken.
In De Standaard stond een paar weken geleden een recensie van het Canvas-programma Alles kan beter. Zij die daar in de jaren negentig mee lachten, werden al half verdacht gemaakt. Maar dat moet je nu net niet doen, vind ik. Je moet zo’n programma niet in het licht van vandaag bekijken maar wel in dat van toen. In vergelijking met andere programma’s uit die tijd was Alles kan beter vernieuwend.
Het kan best dat de moraal verandert en dat de nieuwe generaties daar helemaal niet meer mee kunnen lachen. Dat is op zich prima. Maar ik zou opletten met te veel morele strengheid bij het achteromkijken.
Twijfelt u veel, professor?
Lemmens: Niet over de basiswaarden die ik al heb sinds mijn jonge jaren. Maar natuurlijk ben ik veranderd door mijn beroep: als jurist word je voortdurend geconfronteerd met de tegenpartij. Je wordt getraind om de dingen ook vanuit een ander perspectief te bekijken. Dat heeft me beïnvloed. Vroeger zag ik de wereld meer zwart-wit. Hoe ouder ik word, hoe meer grijswaarden ik ontdek.