Waarom loopt Wouter Beke (CD&V) ook tijdens de tweede coronagolf achter de feiten aan?

Wouter Beke. Moet hij worden vervangen door een crisismanager? © ID

Waarom komt de contacttracing ook tijdens de tweede coronagolf zo traag op gang? ‘De ziekenfondsen willen hun macht niet afgeven’, zegt Jan De Maeseneer van de Vlaamse stuurgroep contactonderzoek.

Schepenen en burgemeesters die op eigen houtje lokaal contactonderzoek organiseren, problemen met de controle op Belgen die terugkeren uit het buitenland en het Passenger Locator Form (PLF) niet invullen: een degelijk functionerend contactonderzoek lijkt in Vlaanderen nog niet te lukken. Een pijnlijk gegeven voor welzijnsminister Wouter Beke (CD&V).

Nu loopt het met dat contactonderzoek ook in een aantal andere landen niet altijd van een leien dakje, maar in dit land lijken we toch uit te blinken in traagheid door een amalgaam van elkaar tegenwerkende structuren. Waardoor minister Beke de laatste dagen opnieuw zwaar onder vuur ligt voor zijn aanpak in de coronacrisis. Wat loopt er allemaal fout en waarom?

‘In eerste instantie is er een structureel probleem’, zegt Jan De Maeseneer, emeritus hoogleraar huisartsengeneeskunde (UGent) en lid van de Vlaamse stuurgroep contactonderzoek. ‘Je houdt niet voor mogelijk op hoeveel niveaus er over het contactonderzoek wordt beslist. Uiteindelijk is de beslissing aan de Veiligheidsraad maar er zijn een hoop adviserende comités bij betrokken.’

We zitten met een minister die er geen blijk van geeft dat hij begrijpt waar het over gaat.

Jan De Maeseneer, emeritus hoogleraar huisartsengeneeskunde (UGent) en lid van de Vlaamse stuurgroep contactonderzoek

In Nederland gaat het er minder omslachtig aan toe, weet De Maeseneer. ‘Daar houdt één centrale figuur zich bezig met de sectoren Veiligheid, Justitie en Volksgezondheid, die zorgt dat de verschillende partijen samenwerken. In België gaat het om twee afzonderlijke lijnen: de ene begint bij de minister van Binnenlandse Zaken en gaat via de federale minister naar de gouverneurs en de burgemeesters. Tegelijk is er de lijn Gezondheid die start bij de federale minister en via de gemeenschapsministers bij de lokale bevoegdheden terechtkomt. Waar het op neerkomt, is dat die dubbele structuur met al die bevoegdheden en niveaus niet werkt.’

Veneto

Ook het gebrek aan investeringen speelt een rol. Door bezuinigingen op Volksgezondheid bleven er maar twintig mensen over op de Vlaamse dienst Infectieziektenbestrijding aan de vooravond van de corona-uitbraak. Ook hier vergelijkt De Maeseneer met het buitenland: ‘Voor de 6 miljoen inwoners van Vlaanderen hadden we 10 contactopspoorders in dienst. De Italiaanse regio Veneto heeft ook ongeveer 6 miljoen inwoners maar daar hebben ze tussen de 300 en 500 mensen die voor contactopsporing opgeleid zijn.’

‘Mijn conclusie is dat je de contactopsporing decentraal moet aanpakken’, zegt De Maeseneer. ‘Er zijn verschillende regio’s in Europa waar ze lokaal werken en dat werpt vruchten af. Op lokaal niveau kun je gebruik maken van het vertrouwen dat de hulpverleners bij de bevolking genieten. Het is iets heel anders als je wordt gebeld door een anonieme persoon uit een callcenter die begint met het oplezen van drie regels uit het staatsblad, dan wanneer je telefoon van je huisarts krijgt die vertelt dat je besmet bent en dat je door iemand benaderd zal worden.’

Maar die stap voor samenwerking op lokaal niveau wordt nog altijd niet gezet. Niet op de manier waarop de gemeentebesturen het zouden willen. Sinds afgelopen weekend krijgen lokale besturen nu wel toegang tot een databank waarin besmettingsgegevens tot op wijkniveau geconsulteerd kunnen worden. ‘Maar dat is niet voldoende’, vindt Philippe De Coene, schepen voor Sociale Zaken in Kortrijk (SP.A). ‘We krijgen inzage maar we hebben geen toegang tot de gegevens van patiënten, waardoor we niet aan contactopsporing of clusteronderzoek kunnen doen. Nu weten we alleen hoeveel mensen op wijkniveau zijn besmet gedurende 7 dagen.’

In Kortrijk zijn gepensioneerde artsen sinds donderdag zelf bezig om contactonderzoek te doen en dat verloopt volgens De Coene goed. ‘We bellen ook mensen die al eerder door het Vlaamse contactcentrum zijn gebeld. Maar die vertellen ons dat ze het helemaal niet erg vinden dat ze een tweede telefoon krijgen. Integendeel, ze zijn blij dat ze aandacht krijgen en dat ze soms nog bijkomende informatie kunnen geven die ons helpt met het inperken van besmettingshaarden.’

Contract van 100 miljoen

Dat minister Beke ook dit keer weer veel te traag op gang komt, heeft volgens De Coene te maken met het gebrek aan vertrouwen dat het Agentschap Zorg en Gezondheid in de lokale overheden heeft. ‘Terwijl het zelf absoluut geen vlekkeloos parcours heeft gelopen. Ik denk ook dat de minister bang is dat de lokale besturen het overnemen en het beter zullen doen dan de overheid tot nu toe.’

De contacttracing is niet alleen een logistiek maar ook een politiek probleem.

Jan De Maeseneer

‘De contacttracing is niet alleen een logistiek maar ook een politiek probleem’, bevestigt De Maeseneer. ‘De ziekenfondsen die de contacttracing organiseren willen hun macht blijkbaar liever niet afgeven. Er is ook een contract met de overheid van 100 miljoen, dat is voor de ziekenfondsen een belangrijk financieel aspect. En we zitten met een minister die er geen blijk van geeft dat hij begrijpt waar het over gaat.’

Vlaams Parlementslid Hannes Anaf (SP.A) vindt niet dat Wouter Beke ontslagen moet worden maar oppert wel voor zijn vervanging door een crisismanager. ‘In Nederland is de centrale figuur op dat vlak een ambtenaar, geen minister’, zegt De Maeseneer. ‘Dat kan bij ons ook, zolang het iemand is die voldoende kennis heeft over het eerstelijnswerk, het IT-aspect en de gezondheidszorgsector. Ik weet niet of we veel mensen hebben met zo’n breed perspectief.’

CM-voorzitter Luc Van Gorp vindt dat je sowieso een centraal databasesysteem moet hebben op lokaal niveau. ‘Omdat we ons van punt A naar B verplaatsen en ons niet opsluiten in een bepaalde gemeente. Als er niet één groot platform is, kun je dat onmogelijk controleren en creëer je chaos.’

De samenwerking tussen federaal en lokaal niveau wordt momenteel bijgeschaafd, reageert Steffen Van Roosbroeck, woordvoerder van Wouter Beke. ‘We organiseren een webinar over de verschillende scenario’s waarin de lokale overheden hun rol kunnen opnemen. Maar ook zij zullen pas kunnen werken aan contactonderzoek vanaf het moment dat iemand besmet is.’

De overheid kan geen specifieke contactgegevens aan de burgemeesters geven wegens de patiëntenrechten, zegt Van Roosbroeck. ‘Dat kan wel aan iemand met medische expertise binnen de eerstelijnszorg van de gemeente, en dat zal ook gebeuren.’

‘De cijfers van vorige week tonen bovendien aan dat het contactonderzoek níét traag verloopt’, besluit de woordvoerder. ’75 procent van de positief geteste mensen wordt binnen de 24 uur bereikt, hun contacten incluis en 95 procent bereiken we binnen de 36 uur.’

Maandagmiddag kregen de gemeentebesturen dan toch groen licht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Steden en gemeenten kunnen zelf aan contactopsporing doen onder een twaalftal voorwaarden die minister Beke deze week zal toelichten. ‘Met de meeste afspraken hebben we geen probleem’, reageert de Kortrijkse schepen Philippe De Coene. ‘Hoewel een aantal zaken om meer tekst en uitleg vragen, met name de voorwaarden rond juridische verantwoordelijkheid en bepaalde financiële ondersteuning. Maar we zijn zeker op de goeie weg.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content