Waarom een land als België paus Franciscus maar matig boeit

© Getty
Walter Pauli

Vandaag landt paus Franciscus op Melsbroek. De katholieke gemeenschap van België verwelkomt een paus wiens focus nooit echt gericht was op het rijke Westen.

Voor de veelgeplaagde katholieke gemeenschap in België is het bezoek van de Paus bedoeld als een zeldzaam moment waarop men zich openlijk en trots kan scharen rond een van de bekendste, populairste en onder meer daardoor ook belangrijkste wereldleiders.

In België verkijken we er ons wellicht op, maar Franciscus is een niet te onderschatten figuur. Begin deze maand was de krasse kerkleider – hij wordt in december 88 – op bezoek in Oost-Timor, samen met de Filipijnen het enige katholieke land in Azië. Van de 1,3 miljoen inwoners van Oost-Timor is 96 procent katholiek. Toch blijft het verbluffend dat, volgens de schatting van de lokale autoriteiten, 600.000 mensen bijeenkwamen voor een voor de mis met de paus. Daar waren ook tienduizenden Indonesiërs bij, maar toch. Van 4 uur ’s morgens troepten ze samen voor een mis die om halfvijf ’s middags zou beginnen. Taylor Swift kan er een puntje aan zuigen.

Nieuwe accenten

Dat de paus zo enthousiast ontvangen wordt in Oost-Timor en hem in België een veel koeler, zo niet vijandig onthaal wacht, heeft niets te maken met een onderontwikkeld land en het zoveel meer geëvolueerde Westen. Het is iets complexer dan dat.

Toen de Argentijnse kardinaal Jorge Bergoglio, de aartsbisschop van Argentinië, op 13 maart 2013 tot paus werd gekozen en voor de naam Franciscus koos, was dat het resultaat van een grondig voorbereide en goed doorgesproken beslissing van het college van kardinalen. De kerk moest niet alleen dringend anders en beter bestuurd worden, de hele focus van wat ‘de Blijde Boodschap’ inhoudt moest worden verlegd. Negatief geformuleerd: er moest dringend een streep getrokken worden onder de klemtonen en het bestuur van de pontificaten van Johannes Paulus II (de Pool Karol Wojtyla, paus van 1978 tot 2005) en Benedictus XVI (de Duitser Joseph Ratzinger, paus van 2005 tot 2013).

Zelfs Benedictus besefte dat, en trad vrijwillig af. Misschien was dat wel de verstandigste beslissing van zijn pontificaat, al klinkt dat onbedoeld beledigend. Hij deed het niet alleen om gezondheidsredenen, maar ook omdat hij als geen ander wist dat de katholieke kerk dringend behoefte had aan een jongere, meer daadkrachtige, en vooral ándere paus.

Wie zit eigenlijk te wachten op de komst van de paus?

Travestie van vrijheid

Panzerkardinal Ratzinger, die de rechterhand was van Johannes Paulus II als hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer (die bewaakte de rechte lijn en sprak zo nodig veroordelingen uit), was eigenlijk verkozen als ultiem eerbewijs aan ‘de grote’ Johannes Paulus II.

Die allereerste Poolse paus heeft ontegensprekelijk een belangrijke rol gespeeld in het beslechten van de Koude Oorlog: zijn geopolitieke belang valt moeilijk te overschatten. Maar nadat hij het communisme mee ten val had helpen brengen, bleek dat het vrije Westen zo mogelijk een minstens even groot probleem betekende. Niet omdat er te weinig vrijheid was, zoals in Oost-Europa. Nee, het Westen ging volgens Johannes Paulus II kapot aan te veel en vooral verkeerd begrepen vrijheid – abortus, homohuwelijken, porno, zelfs voorhuwelijkse seks (bestaat het begrip nog?): het was in zijn ogen een travestie van echte, ware, voorname vrijheid.

Zelfs de zogezegd brave Danneels kreeg het op zijn heupen van Johannes Paulus II en Ratzinger.

Ratzinger was het daar bijna helemaal mee eens. Het Westen (dat gaat weliswaar van Nieuw-Zeeland over Noord-Amerika tot West- en in snel tempo ook voormalig Oost-Europa) werd nieuwe oorlogsgrond voor Rome. De kijk, zeg maar de fixatie op wat er hier fout liep werd zo negatief dat zelfs de zogezegd brave kardinaal Godfried Danneels het op een synode in Rome op zijn heupen kreeg en de paus en de kardinaal openlijk tegensprak: ‘Ik kan en wil mij in jullie beeld van Europa niet herkennen. Het is mijn continent, ik hou ervan.’

Overal communisten

Om de zaken nog erger te maken: Johannes Paulus II, aanvankelijk met volle steun van Ratzinger, bekeek ook het hele Zuiden door een westerse of toch Europese bril. Overal ontwaarde hij het gevaar van het communisme. Dat de Latijns-Amerikaanse realiteit tot een heel ander kerkelijk discours en pastorale benadering uitnodigde, ging er bij hem niet in. Vandaar zijn vele veroordelingen van Latijns-Amerikaanse sociale priesters en theologen, waarvan er een beduidend aantal in die jaren ongetwijfeld aan het marxisme hadden gesnuffeld. Voor Rome maakte hen dat bij voorbaat schuldig. Het heeft de kerk in het Zuiden in een veel slechtere staat gebracht dan ze had moeten zijn.

Johannes Paulus II beschouwde elke klacht over seksueel misbruik als een aanval op de kerk als instituut.

Toen kwamen West-Europa en Noord-Amerika erbij. Die werden door de Poolse paus met Oost-Europese bril bekeken. Versta: kritiek op de kerk en zeker kritiek op het gedrag van priesters waren voor hem uitingen van duistere politieke plannen om de katholieke structuur in diskrediet te brengen. Ongetwijfeld zal dat tijdens de Koude Oorlog vaak het geval geweest zijn. Maar daardoor bleef de paus doof en zelfs bijzonder vijandig voor elke klacht inzake seksueel misbruik binnen de katholieke kerk. Koppig weigerde hij het probleem onder ogen te zien, juist op het moment dat het overal de kop opstak. En omdat hij zelf zo de nadruk had gelegd op ‘voorbeeldige seksualiteitsbeleving’ verergerde dat de crisis nog.

Benedictus XVI heeft de zaken proberen recht te trekken, maar het Vaticaanse apparaat dat hij van zijn voorganger had geërfd, wilde niet mee. Overigens was een aantal van die curieprelaten zelf betrokken bij misbruik en ontucht.

Stal uitmesten

Toen Bergoglio tien jaar geleden verkozen werd, was dat dus omdat de kerk een man met een missie nodig had. Hij moest de Romeinse stal uitmesten. Dat heeft hij ook gedaan. In een van zijn eerste toespraken zette hij de verzamelde curiekardinalen in hun hemd, en via symbolische maar zeer zichtbare gestes maakte hij zowel intern als extern duidelijk dat Rome ten dienste stond van de kerk, en niet andersom.

Dat viel natuurlijk slecht bij de betrokkenen, vaak kardinalen die weliswaar hun formele macht waren kwijtgeraakt maar daarom niet hun netwerk en hun kennis. Ze organiseerden geen halve maar een hele opstand tegen de paus. Grote steun kwam er ook uit de VS, niet toevallig een land waar de kerk tegelijk in zeer politiek-conservatieve richting was opgeschoven, én waar een onthutsend aantal gezagsdragers zich persoonlijk had bezondigd aan misbruik.

Muur van verzet

Tegelijk werd van een Zuid-Amerikaanse paus verwacht dat hij eindelijk niet meer naar het Westen zou staren als een konijn naar een lichtbak. Hij moest de blik afwenden en die voluit op het Zuiden richten. Maar Franciscus begreep dat ook in het Westen desondanks grote vragen bleven over de kerkelijke leer, en dus probeerde hij in een aantal synodes beide klussen te klaren.

Hij trachtte de kerkelijke moraal andere accenten mee te geven, zodat die dichter zou aansluiten bij de westerse cultuur. En tegelijk kwam hij wat tegemoet aan rechtmatige verzuchtingen uit het Zuiden, waar men het beu was het eigen geloof te moeten belijden via een keurslijf van Europese makelij: zo oud, zo rationeel, zo weinig emotioneel, en met veel te weinig aandacht voor sociaal-politieke klemtonen.

Franciscus botste op beide domeinen op een muur van verzet. We zullen het maar een ‘conservatieve’ reflex noemen, voorzichtig uitgedrukt.

Einde van de Grote Verhalen

Daarbij kwam nog een niet-kerkelijke, maar minstens even belangrijke ontwikkeling. Met de val van de Muur ontstond er zeker in het Westen een sfeer van la fin des idéologies. Tot ver in de jaren zeventig en tachtig had de kerk een belangrijke stem in allerlei sociale kwesties. Na 1989 leek het alsof dat hele sociale discours verstomde – in werkelijkheid interesseerde het grote delen van de samenleving niet meer, het sociaal gecorrigeerde liberalisme zou heil en welvaart brengen en daar viel niet meer veel aan toe te voegen, zeker niet door de kerk.

Zo kwam de hele focus van het maatschappelijke debat te liggen op gender en seksualiteit. Het ‘migrantendebat’ maakte de zaak nog complexer. Homorechten werden ineens ook een strijdpunt van zeer rechtse krachten die er vroeger niet van wilden weten maar het thema nu graag gebruikten om moslims in het defensief te dringen. De kerk liep er alleen maar méér schade door op.

Verwachtingen

Dat is het dilemma van Franciscus wanneer hij straks uit het vliegtuig stapt. Misschien niet de Belgische kerk, wel de Belgische samenleving zit te wachten op toespraken en gestes die hij niet wil houden. Als man van het Zuiden betoont Franciscus zichtbaar meer solidariteit met migranten dan al het geval was in het Noorden, en sinds dit jaar wordt die tweespalt alleen maar groter – ook de nieuwe Belgische regering zal niet gastvrijer worden voor vluchtelingen, wel integendeel.

De Belgische samenleving zit te wachten op toespraken en gestes die paus Franciscus niet wil houden.

Vraag is of Franciscus beseft (het tegendeel zou verbazen) in welke vijandige sfeer hij landt. Kan hij met zijn charme en charisma het publiek inpakken – wie weet, de juiste woorden of gestes kunnen ineens een mediahype doen ontstaan. Maar is er een begin van bereidheid daartoe, of stapt hij uit met het vaste nadeel van de twijfel. Of, en dat is waarschijnlijker: de volstrekt onwrikbare negatieve beoordeling.

Politici lijken vrijwel collectief tot het voorafgaande besluit te zijn gekomen dat tégen de paus en de kerk zijn veruit de meest lonende optie is.

En natuurlijk is er nu de verontwaardiging over de componist van de grote Maria-hymne die tot zijn recente overlijden een betrapte kinderschenner was, de bisschop van Limburg die het wist, die de overeenkomst had bezegeld dat dit voor eeuwig en altijd ‘geheim’ zou blijven, en nu moet toegeven dat dit ‘een inschattingsfout’ was. Hoe kan zo’n man dat woord nog uitspreken? Zelfs in een slechte en voorspelbare B-film zou men de neus ophalen voor dergelijk clichématig scenario.

En toch is de pijnlijke werkelijkheid voor de katholieke kerk in België: eerst nodigt men Franciscus uit, en vervolgens creëert men voor de eigen paus zelf de slechtst denkbare omstandigheden om aan dat bezoek te beginnen. Er blijven weinig andere reddingsboeien over dan Franciscus zelf. Aan de paus om te bewijzen dat hij inderdaad een wereldleider van formaat is. Zelfs against all odds.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content