VUB-rector Caroline Pauwels ontvangt eredoctoraat: ‘Een pittige periode, vaak om verdrietige redenen’
VUB-rector Caroline Pauwels krijgt woensdag een eredoctoraat aan zusteruniversiteit ULB voor haar maatschappelijke inzet. ‘Deze trieste maanden waren ook een interessante leerschool’, zegt Pauwels.
Woensdagnamiddag krijgt Caroline Pauwels, rector van de Vrije Universiteit Brussel (VUB), een eredoctoraat van haar collega-rector Yvon Englert aan de Université libre de Bruxelles (ULB). De ULB kent de titel aan Pauwels toe omdat ze de waarden en normen van de universiteit sterk belichaamt en omwille van haar aanhoudende inspanningen rond tal van maatschappelijke thema’s. Voor de 56-jarige Pauwels was het geen evidente periode. Vorige zomer kreeg ze te horen dat ze maag- en slokdarmkanker had, vervolgens moest haar universiteit het tragische overlijden van een student verwerken. En middenin de coronapandemie werd ze verkozen voor een tweede periode als rector.
Proficiat met de bekroning. Wat doet dat met u?
CAROLINE PAUWELS: Ik ben erg vereerd dat nét een zusteruniversiteit waarmee ik de afgelopen drieënhalf jaar nauw heb mogen samenwerken tot deze uitreiking overgaat. Zeker omdat de titel van eredoctor gebaseerd is op een aantal zaken die ik als rector probeer te verwezenlijken. Samen met de universiteit probeer ik een traject na te streven waarin de vrijheid van meningsuiting en onderzoek een centrale plaats bekleden. De Vrije Universiteit Brussel staat voor rechtvaardigheid, de waardigheid van het individu en waarheidsvinding. En dat tijdens een periode waarin zulke zaken in toenemende mate structureel onder druk komen te staan. Ik ben erg blij dat ik daarvoor samen met de VUB in de bloemetjes word gezet.
U hebt woelige maanden achter de rug: ziekte, het overlijden van een student, een nieuwe termijn als rector en de coronapandemie.
PAUWELS: Het is inderdaad een pittige periode geweest, vaak om verdrietige redenen. Van de aanslagen in Brussel tijdens mijn eerste kandidatuur tot de coronapandemie waar we nu mee worden geconfronteerd: het noopt tot een flinke portie droefenis. Net daarom doet het deugd dat die periode kort even onderbroken wordt met een feestelijk moment.
Je voelt dat onze samenleving zich in een transitieperiode begeeft: hoe gaan we om met de globalisering, de klimaatverandering en de sociale uitdagingen die daarmee gepaard gaan?
Hoe hebt u de afgelopen maanden de coronacrisis doorgemaakt?
PAUWELS: Je voelt dat onze samenleving zich in een transitieperiode begeeft: hoe gaan we om met de globalisering, de klimaatverandering en de sociale uitdagingen die daarmee gepaard gaan? Deze pandemie heeft nogmaals duidelijk gemaakt dat sommige zaken helemaal niet zo evident zijn als ze lijken. Hoewel ik dat door mijn ziekte intuïtief al beter heb leren aanvoelen, werd dat door de crisis opnieuw bijzonder duidelijk. Zoals velen heb ik de afgelopen maanden heel wat op mijn bord gekregen, wat me verplicht heeft om na te denken over zowel de universiteit als het collectief waar we deel van uitmaken. Dat heeft van deze trieste maanden ook een interessante leerschool gemaakt. Ik heb het voorrecht om dat van dichtbij te mogen meemaken en ik ben daar erg dankbaar voor.
Vandaag eindigt het officiële academiejaar. Hoe blikt u daar in het algemeen op terug?
PAUWELS: De coronacrisis heeft natuurlijk veel omgegooid. Op veel momenten heb ik gedacht dat sommige zaken niet realiseerbaar zouden zijn. Maar het is hoopgevend en geruststellend dat we zowel in de samenleving als op de universiteit schouder aan schouder zijn blijven staan om de problemen zo goed mogelijk aan te pakken. De veerkracht en solidariteit van collega’s en studenten blijven me op een positieve manier verbazen. Het illustreert dat veel mogelijk is wanneer mensen samen iets willen bereiken.
Wat neemt u mee naar volgend jaar?
PAUWELS: De pandemie is een enorm experiment waaruit plots duidelijk wordt wat goed en slecht functioneert. We hebben onder meer geleerd dat onze internationale onderzoekers té geïsoleerd zijn geraakt, een euvel dat we onvoldoende hebben gecapteerd. De kansengroepen onder de studenten zijn een ander belangrijk aandachtspunt. Onder hen zijn we er helaas veel meer kwijtgespeeld dan we aanvankelijk dachten. Sommigen bleken gewoonweg onbereikbaar via mail of Instagram. Het is een nijpende kwestie die we met prioriteit moeten behandelen. Weet je, ik kan de coronacrisis uiteraard missen als kiespijn, maar ze heeft ook een aantal zaken geëxpliciteerd waarmee we verder aan de slag kunnen.
Ik kan de coronacrisis uiteraard missen als kiespijn, maar ze heeft ook een aantal zaken geëxpliciteerd waarmee we verder aan de slag kunnen.
Uit een rondvraag blijkt dat veel studenten de kwaliteit van fysiek onderwijs boven digitale lessen verkiezen. Tegelijkertijd zullen volgend jaar niet alle lessen opnieuw kunnen doorgaan.
PAUWELS: De afgelopen periode heeft duidelijk gemaakt dat het digitale op sommige vlakken kan bijdragen, waar het dat in andere domeinen niet doet. Vergeet niet dat we op drie dagen tijd plots helemaal moesten omschakelen naar digitaal onderwijs. We zijn ons ervan bewust dat de pedagogische onderbouw bij die omslag nog veel beter moet. Voor mij staat het in ieder geval buiten kijf dat onderwijs niet louter uit digitale overdracht mag bestaan. En hoewel het aantal lokalen beperkt is, zullen we tegen volgend academiejaar proberen zoveel mogelijk studenten naar de lessen te laten komen. Daarom proberen we onze capaciteit aan beschikbare ruimte te vergroten. We maken ons sterk dat een groot deel van de lessen toch fysiek zal kunnen doorgaan, al zal het natuurlijk niet helemaal hetzelfde zijn als voor de coronacrisis.
Hebt u reeds zicht op het deelnamepercentage aan de examens en de slaagcijfers?
PAUWELS: Nog niet helemaal, maar we kunnen al wel vaststellen dat het deelnamepercentage gemiddeld genomen iets hoger ligt dan afgelopen jaar. De slaagcijfers zoals we ze nu kennen, zijn vergelijkbaar tot zelfs iets beter dan vorig jaar rond deze tijd. De vrees dat we de studenten bijkomend zouden moeten ondersteunen en opvangen – we hebben eerder een pleidooi gehouden voor mildheid – wordt voorlopig geen realiteit. We zijn nog bezig met het fundamentele onderzoek en de evaluatie van de afgelopen maanden, maar over het geheel genomen krijgen we van de studenten doorgaans positieve kritiek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier