VRT-ombudsman Tim Pauwels: ‘Ik kreeg zelfs klachten dat Marc Van Ranst overdreven vaak werd onderbroken’
Hoe hebben de media het er afgebracht in de coronacrisis? Voor u zelf aan uw klachtenlijstje begint, vroegen wij het aan Tim Pauwels, nieuwsombudsman van de VRT. ‘Eigenlijk zijn wij niet veel meer dan een antisluikstortbrigade.’
‘Aan het begin van de coronacrisis kregen wij honderden felicitaties’, vertelt Tim Pauwels, de nieuwsombudsman van de VRT, die aan zijn vijfde en wellicht laatste jaar bezig is. ‘Zoiets hadden we nog nooit meegemaakt.’ Het was in de dagen dat er geapplaudisseerd werd voor de zorg, en dat mensen maar wat blij waren met elke snipper nieuws over de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Dat lijkt ondertussen alweer eeuwen geleden. Tijdens de tweede golf in het najaar brak de veer bij nogal wat mensen, die zich vervolgens tegen politici, experten en ook de media keerden. Ze kregen onlangs voor dat laatste zelfs steun uit onverwachte hoek. Onderzoekers van de Universiteit Antwerpen kwamen, op basis van een analyse van de journaals van de VRT en VTM, tot een forse conclusie. ‘Voor even leek het Vlaamse nieuws op dat van Rusland of China’, schreven Stefaan Walgrave en Ine Kuypers onlangs in een rapport. Als we Tim Pauwels spreken in een uithoek van de redactie van de VRT-nieuwsdienst, vragen we hem of de nieuwsombudsman vindt dat ze een punt hebben.
Phara de Aguirre heeft tot drie keer toe aan Wouter Beke gevraagd of hij niet beter ontslag zou nemen als minister. Ik denk niet dat ze dat in Rusland of China vaak doen.
Pauwels: ‘Ik herinner me dat Phara de Aguirre in het voorjaar tot drie keer toe aan Wouter Beke (CD&V) in De afspraak heeft gevraagd of hij niet beter ontslag zou nemen als minister. Ik denk niet dat ze dat in Rusland of China vaak doen. De onderzoekers hadden minstens ook de inhoud van de interviews moeten analyseren om iets over de gezagsgetrouwheid van de VRT te kunnen zeggen, maar dat hebben ze niet gedaan. Die wat gechargeerde uitspraken vallen daarom volstrekt buiten de onderzoeksvraag. In de tijd dat ik zelf studeerde, is me altijd gezegd dat dat not done was.
‘Pas op, in de eerste golf kreeg ik zelfs klachten dat onze presentatoren Marc Van Ranst overdreven vaak onderbraken. Dat was iets helemaal anders. Ik heb er toen als nieuwsombudsman voor gepleit om de kritische zin alstublieft niet te verliezen. Dat is meestal gelukt, en Pano heeft zelfs een aantal straffe reportages gemaakt, zoals over de mondmaskers en het probleem van de terugkerende skiërs uit Oostenrijk en Noord-Italië, dat de virologen aanvankelijk hebben onderschat. Want er is natuurlijk wel heel wat misgelopen.’
Het is een kritiek die alle media krijgen, en die uit alle mogelijke hoeken komt: we hebben te veel dezelfde virologen aan het woord gelaten. Een jaar lang waren alle redacties wel heel afhankelijk van dezelfde vijf experts, en de bandbreedte van het debat verkleinde dusdanig. Is dat wel gezond?
Tim Pauwels: Er zijn er wel meer dan vijf aan het woord geweest. Maar alle media vroegen de meest gezaghebbende wetenschappelijke stemmen om duiding te geven bij de cijfers van een pandemie. Wat is daar verkeerd aan? Het idee achter die kritiek is dikwijls dat een ander soort van wetenschapper een ander, soepeler beleid had verantwoord. Ik ben het daar ten gronde mee oneens. Ten eerste kregen virologen ook van politici vaak hun zin niet. Zij wilden eigenlijk een barometer die vastlegt welke maatregelen we nemen bij welke cijfers. Politici onderhandelen liever telkens opnieuw over het beleid in marathonvergaderingen, zodat ze achteraf aan hun achterban kunnen laten zien wat ze hebben binnengehaald. Ten tweede waren de Belgische maatregelen niet uitzonderlijk streng: op de stringency index staan we ergens in het midden. De gevolgen waren er trouwens ook naar. De oversterfte in 2020 bedroeg grofweg vijftien procent. Dat is bij de top vijf in Europa. We hebben een kwakkelend, geïmproviseerd beleid op zijn Belgisch gevoerd, en de resultaten daarvan zijn eigenlijk niet fameus.
Als ik de redactie één verwijt moet maken, is het misschien wel dat ze soms te veel is meegegaan in de sfeer van het moment. Telkens als de ziekenhuiscijfers ietsjes daalden, riepen politici al meteen versoepeleeuuh, zoals een ouderwetse dj op een trouwfeest changez! roept. Presentatoren begonnen ook heel snel te vragen wanneer mensen versoepelingen konden verwachten. Was het altijd wel veilig om zo snel te versoepelen? Die vraag werd vaak niet gesteld. Het is nochtans niet omdat mensen het virus beu zijn dat het niet meer gevaarlijk is.
Iets waar de onderzoekers van de UA ook op wezen: de oppositie kwam er nog amper aan te pas.
Pauwels: De oppositie mag niet vergeten worden, en soms had het inderdaad iets meer mogen zijn. Al is ze wel degelijk aan bod gekomen. Maar ik herinner me ook geen grote persconferentie van oppositiepartijen over een alternatief coronabeleid. Op sociale media las je weleens: isoleer de kwetsbaren en laat alles los voor de anderen. Maar geen enkel land is erin geslaagd om zijn kwetsbaren te isoleren, en geen enkele oppositiepartij heeft zich aan zo’n voorstel gewaagd. Dissidente stemmen als Lieven Annemans en Jean-Marie Dedecker zijn trouwens wel degelijk uitgenodigd.
In De zevende dag kwamen zelfs activisten die sceptisch waren over de vaccinaties tegenover vaccinoloog Pierre Van Damme te zitten. U verdedigde die uitnodiging.
Pauwels: Het zou ook raar zijn als er mensen waren die uit principe niet zouden mogen worden geïnterviewd. Al ben ik een koele minnaar van zulke debatten over wetenschap op televisie. Wetenschappelijke kennis bereik je via academische onderzoeks- en evaluatieprocedures. Op televisie is er nooit genoeg tijd om zo’n onderwerp helemaal uit te discussiëren. Dat bleek deze keer eigenlijk ook weer. Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) heeft weleens gezegd: nodig een klimaatscepticus uit en zeg dan waarom hij geen gelijk heeft. Maar ik begrijp dat redacties daar niet happig op zijn. Televisie is niet het geschikte medium om zo’n waarheidsproces te voeren. Het ontbreekt de redacties sowieso aan geld en middelen om alle onzin die rondgaat op internet van een repliek te voorzien. Ik zie heel veel desinformatie in mijn mailbox. Daarom ben ik een groot voorstander van factchecking. Knack is daarmee trouwens goed bezig, maar ik denk dat de media moeten samenwerken om een tegenwicht te kunnen bieden tegen sociale media. De Vlaamse overheid zou beter ook in middelen voorzien om aan factchecking te doen.
Hebt u het gevoel dat de media de strijd verliezen tegen de onzin op het internet?
Pauwels: Eigenlijk niet. Reuters publiceerde vorig week een onderzoek over het vertrouwen in de journalistiek: dat is het voorbije jaar – houd u vast – gestegen. Het vertrouwen van de VRT bij jongeren, de groep die het meest op sociale media zit, is zelfs met negen procent toegenomen in dit coronajaar. Het is echt een van de uitdagingen van deze tijd om een luidruchtige minderheid niet voor te stellen als de stem van de meerderheid. Dat klopt gewoon niet. Ik geloof dat de journalistiek dus ook beter bezig is dan veel mensen denken, dat valt alleen niet op door de stemmingmakerij op sociale media. Ik word ook niet dagelijks overspoeld met complottheorieën, maar er is wel een constante druppelstroom aan berichten in mijn mailbox van mensen die willen geloven in zulke ideeën.
En zijn zulke mensen wel te overtuigen met een factcheck?
Pauwels: Het is helemaal niet mijn job om mensen te overtuigen. Het is de job van journalisten om het maatschappelijke debat zo proper mogelijk te houden, en onzin of andere slechte argumenten te weren. Eigenlijk zijn wij niet veel meer dan een antisluikstortbrigade, en daar hebben we al genoeg werk mee. Ik respecteer die mensen die me mailen ook, het is niet nodig om daar neerbuigend over te doen. Journalisten moeten wel zeggen: ‘Ja, maar…’ Dat is de essentie van journalistiek: ja, maar. Want telkens als ik de tijd neem om zo’n claim uit mijn mailbox grondig te checken, en dat kan soms een dag in beslag nemen, blijkt altijd wel hetzelfde: het klopt nooit. Het is dus wel belangrijk dat we die beweringen weerleggen, ook voor de omstanders die op sociale media de discussies volgen en misschien twijfelen wat ze moeten geloven.
In Nederland verwijderde de NOS de logo’s van haar dienstwagens om haar journalisten te beschermen. Is dat hier ook aan de orde?
Pauwels: Het is hier minder erg dan in Nederland, maar ook de VRT denkt na over manieren om de veiligheid van haar personeel te vrijwaren. Het verbale geweld neemt toe, en er wordt weleens op een deurklink van zo’n wagen geplast of een ruit ingeslagen. Ik heb zelf ook al dreigmails gekregen. Dat is vervelend en een beetje angst- aanjagend. In Nederland gaat justitie misdrijven tegen journalisten beter opvolgen en monitoren. Dat zou hier ook moeten.
De VRT krijgt soms ook aanvalletjes te verduren uit politieke hoek, zoals van minister-president Jambon. ‘Bij de N-VA vinden we dat links een te groot forum krijgt in vergelijking met zijn maatschappelijke relevantie. Dat vraagt om een correctie’, vertelde hij bij het aantreden van zijn regering in Humo. Wat doet de nieuwsombudsman met zo’n klacht?
Pauwels: Politici mogen kritiek hebben op journalisten, zoals journalisten kritiek mogen hebben op politici. Die kritiek moet wel precies en exact geformuleerd zijn, zoals journalisten het ook niet moeten hebben over ‘de corrupte politieke klasse’. Want waar had Jambon het dan precies over? Geen enkele partij komt meer aan het woord dan de N-VA.
De oppositie mag niet vergeten worden, maar ik herinner me ook geen grote persconferentie van oppositiepartijen over een alternatief coronabeleid.
Ik kan me voorstellen dat journalisten zenuwachtig worden van zulke uitspraken, en dat dat zelfs de bedoeling is van politici.
Pauwels: Eerlijk: de VRT is wel wat gewend. Overigens is de openbare omroep ook het meest vertrouwde medium bij mensen met een rechtse opvatting, samen met De Tijd. Ook dat blijkt uit onderzoek. De verwijten komen trouwens van beide kanten. Het was een verrassing voor mij om in mijn mailbox te merken dat de VRT niet enkel verweten wordt te links te zijn – een oud cliché – maar evengoed te rechts. Wij zouden de rode loper uitrollen voor Bart De Wever, die volgens sommigen veel te vaak veel te lange interviews krijgt. ‘Slippendragers van de N-VA’ is een staande uitdrukking in mijn mailbox.
Na vijf jaar als ombudsman van De Standaard concludeerde Tom Naegels dat de krant evenveel kritiek kreeg uit linkse als uit rechtse hoek. Een geruststelling, eigenlijk. Kijkt u er ook zo naar?
Pauwels: Voor mij was het vooral een revelatie dat politieke klachten heel vaak niet over politieke verslaggeving gaan. Grosso modo is de berichtgeving ook even streng voor alle partijen. De klachten gaan veel vaker over culturele onderwerpen. Waarom zeggen wij ‘blank’ of ‘wit’? Waarom tonen we meer begrip voor pakweg transgenders dan voor ouderen die geraakt worden door leeftijdsdiscriminatie? Waarom confronteren we vluchtelingen nooit eens met de bezorgdheden van Vlamingen over de aantallen waarmee ze hierheen komen? En waarom doen wij soms zo neerbuigend over Donald Trump? Sommige van die klachten kan ik ook wel begrijpen.
Is de VRT cultureel te links dan?
Pauwels: Denk eens aan Lucien, een buschauffeur van 55 jaar. Hij had graag de laatste jaren van zijn carrière op de klantendienst gewerkt, maar die promotie is hem niet gegund. Hij heeft namelijk nooit gestudeerd, niet omdat hij dat niet kon maar omdat dat voor zijn generatie en sociale klasse niet de gewoonte was. Hij voelt zich aan de kant gezet, maar hij krijgt te horen dat hij een ‘blanke, geprivilegieerde man’ is. Wel, media tonen wel veel begrip voor Samira die terecht racisme aanklaagt, maar hebben wat minder oog voor Lucien.
Sinds de verkiezing van Donald Trump in 2016 hebben we onszelf toch aangeleerd om meer aandacht te hebben voor Lucien?
Pauwels: Mijn mailbox zit nochtans vol met mannen als Lucien. Er wordt vaak heel veralgemenend over blanke mannen gesproken. Heel veel ceo’s zijn nog altijd blanke mannen, dat is waar, maar niet alle blanke mannen zijn ceo. Velen van hen voelen zich vandaag afgeschreven. Ze voelen zich verweesd, en krijgen dan soms ook nog te horen dat ze verzuurde racisten zijn. Daar komt hun frustratie over de linkse media vandaan. Ik heb daar wel enig begrip voor.
Politologe Léonie de Jonge publiceerde onlangs haar doctoraat over populistisch- rechts in de Benelux. In De Morgen wees ze vorige week expliciet op de verantwoordelijkheid van de media in Vlaanderen voor het succes van een partij als het Vlaams Belang. Wij geven haar politici al te vaak ruim baan. Voelt u zich aangesproken?
Pauwels: VRT NWS heeft geen specifieke aanpak nodig voor het Vlaams Belang. Er is één aanpak voor alle partijen, en dat is de journalistiek. Toen ik op de nieuwsdienst begon, was Zwarte Zondag niet zo heel lang geleden. ‘Wat doen we met het Vlaams Blok?’ was toen ook een grote vraag op de redactie. Maar er was van in het begin de school die zei: we moeten gewoon journalistiek bedrijven. Ik behoorde daar toen al toe. Journalisten moeten de partij wel opvolgen met grote dossierkennis. Problemen moeten benoemd worden, de juiste vragen moeten zoals altijd gesteld worden.
Worden Vlaams Belangers hard genoeg aangepakt op de VRT?
Pauwels: Het is eenvoudiger om een minister kritisch te ondervragen over een regeringsbesluit van gisteren dan een oppositiepartij over standpunten die ze al jaren inneemt. Media zijn nu eenmaal meer bezig met wat er de voorbije dag is gebeurd, maar de dossierkennis over het Vlaams Belang ontbreekt soms ook wel wat voor zulke vragen. De partij zou bijvoorbeeld wat vaker de vraag mogen krijgen waarom zelfs een gematigde islam geen subsidies mag krijgen. De PVDA mag ook vaker de vraag krijgen of het wel verstandig is om uit de NAVO te willen stappen.
Gerolf Annemans (Vlaams Belang) dook de voorbije jaren af en toe op in De afspraak als commentator van de actualiteit. Moeten politici die rol vervullen?
Pauwels: Zij vertegenwoordigen kiezers in Vlaanderen, meer heb ik daar niet over te zeggen. Is het Vlaams Belang een problematische partij? Ik heb daar eigenlijk zelfs geen mening over. We moeten heel kritisch zijn ten opzichte van hun argumenten, niet ten opzichte van de personen.
Tot slot: stuurt Siegfried Bracke (N-VA) u al weleens een klacht?
Pauwels: Niet dat ik me kan herinneren.
Maar u leest zijn tweets en opiniestukken over de VRT ongetwijfeld wel?
Pauwels: Steeds minder, eerlijk gezegd. Hij tweet ook zo veel.
Tim Pauwels
– 1971: geboren in Sint-Niklaas
– Studeerde Germaanse filologie en Internationale Betrekkingen (KU Leuven)
– 1997: politiek journalist bij de VRT, werkt voor o.a. Terzake en Het journaal
– 2012-2013: manager beroepsethiek bij de VRT
– 2014-2017: presentator De zevende dag
– 2017: nieuwsombudsman voor de nieuwsdienst van de VRT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier