Sjoemelen met overheidscijfers
Onze overheidscijfers zijn onbetrouwbaar. Soms worden ze zelfs bewust gemanipuleerd.
Er zijn drie soorten leugens, zei de Brit Benjamin Disraeli: leugens, grove leugens en statistieken. Disraeli was tweemaal premier van het Verenigd Koninkrijk, in 1868 en van 1874 tot 1880, en kennelijk heeft die baan hem tot dat belangrijke inzicht gebracht. Vorige week werd zijn stelling nog maar eens bevestigd toen bleek dat de administratie Financiën de Belgische belastinginkomsten al jarenlang consequent veel te rooskleurig inschat. De minister van Financiën, Johan Van Overtveldt (N-VA), had het over ‘systematische fouten’. Zo wordt er bij de ramingen te weinig rekening gehouden met de gevolgen van de besparingen. Er moet nu een nieuw berekeningsmodel worden uitgewerkt. In afwachting daarvan wil Van Overtveldt een ‘correctie’ in de begroting doorvoeren – anderen noemen het ‘een buffer aanleggen’ – en ervan uitgaan dat er 1 miljard euro minder belastinginkomsten zullen zijn dan tot nu toe werd becijferd. Het gevolg is wel dat de regering-Michel meer moet saneren om hetzelfde doel te bereiken: 2,4 miljard in plaats van 1,4 miljard. CD&V zal het niet graag horen.
Voorspellen is altijd moeilijk, vooral als het over de toekomst gaat – een wijsheid van de Deense natuurkundige Niels Bohr, al wordt ze ook weleens toegeschreven aan de Nederlandse cabaretier Wim Kan. In ieder geval geldt die uitspraak zeker voor de economie, waar je rekening moet houden met factoren die je zelf niet in de hand hebt, zoals de evolutie van de wereldeconomie, de olieprijs en het veranderende gedrag van mensen. Economische voorspellingen mogen dan het betere giswerk zijn, de cijfers over de actuele toestand van ons land zouden wél accuraat moeten zijn. Niet dus. Zowel het IMF als de OESO merkt het al jaren op: er is een algemeen gebrek aan informatie en transparantie over de Belgische overheidsrekeningen. Onze overheidsboekhouding is een doolhof. Er bestaan geen boekhoudstandaarden tussen de verschillende niveaus van lokale, regionale en federale overheden. Nog maar zeer weinig mensen begrijpen hoe de rekeningen van bepaalde entiteiten en diensten worden opgesteld, en dus hoe die entiteiten en diensten functioneren. Dat werkt gesjacher in de hand.
Vorig jaar verzamelden vijf Franstalige economen in De Haan om zich te buigen over de efficiëntie van het overheidsbeleid. De aanwezigen waren niet de minsten: Etienne de Callataÿ (toen nog hoofdeconoom bij Bank Degroof), Alexandre de Streel (Université de Namur en UCL), Olivier Lefebvre (BNY Mellon), Luc Leruth (Université de Liège) en Pierre Pestieau (Université de Liège en CORE). Hun eerste vaststelling was ontluisterend: ze beschikten niet over betrouwbare cijfers. In hun verslag staat letterlijk: ‘De overheidsboekhouding geeft geen correct beeld van de financiële toestand van de overheid en nog minder van perspectieven die betrouwbaar zijn op lange termijn.’
Onze overheidscijfers zijn een knoeiboel en niemand kan op basis daarvan een efficiënt overheidsbeleid voeren. De vijf Franstalige economen pleiten voor ‘een grondige facelift’ van de boekhoudgegevens op alle bevoegdheidsniveaus – de vraag is of er niet meer nodig is dan wat plastische chirurgie. Een nieuw berekeningsmodel voor de fiscale inkomsten waar minister Van Overtveldt de opdracht voor gaf, is in ieder geval slechts een druppel in de oceaan.
Er kan ook bewust worden gesjoemeld en daarvoor hoef je niet eens naar Griekenland, waar de begrotingstekorten jarenlang systematisch werden verdoezeld. Ook bij ons kennen sommigen er wat van. In de zomer van 2007 mocht een ploeg van de VRT voor het programma Puur persoonlijk premier Guy Verhofstadt (Open VLD) een jaar lang volgen (op het internet terug te vinden na het googelen van ‘YouTube’, ‘puur persoonlijk’ en ‘Verhofstadt’). Daarin werd voor de eeuwigheid vastgelegd hoe hij de begrotingscijfers manipuleert. Het programma is nog maar een dikke minuut bezig of we horen en zien Verhofstadt met zijn kabinetschef Wouter Gabriëls over de begroting discussiëren ter voorbereiding van een perscommuniqué: ‘Ik moet het woord evenwicht hebben’, zegt Verhofstadt. ‘Dat is flauwekul’, antwoordt Gabriëls. Waarop premier Verhofstadt zegt: ‘Al moet ik ’t zelf schrijven.’ Zo geschiedde. De camera’s legden vast hoe de hele Belgische bevolking door haar premier werd bedrogen over zoiets essentieels als de begrotingscijfers. Het is hem nooit aangerekend. Vandaag mag diezelfde man namens het Europees Parlement mee onderhandelen over het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.
EWALD PIRONET is senior writer van Knack
Je hoeft niet eens naar Griekenland. Ook bij ons kennen sommigen er wat van.