Voka over Van Hool: ‘Veel ontslagen werknemers zouden relatief snel nieuwe job moeten vinden’

Van Hool te Koningshooikt op maandag. © BELGA
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

De donderwolken pakten zich al even samen, en toch komt het nieuws hard aan. In vier jaar tijd sneuvelen 1116 jobs bij busbouwer Van Hool in het Antwerpse Koningshooikt. De productie van bussen verhuist volledig naar Noord-Macedonië.

Het herstructureringsplan, dat maandagochtend werd aangekondigd, komt pal in verkiezingstijd. Volgens Bart Van Craeynest, hoofdeconoom bij de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka, zal Vlaamse financiële steun op tafel komen. ‘Beleidsmakers voelen de hete adem van de oppositie. Je ziet nu zelfs dat de PVDA de grote voorvechter is van een bedrijf geleid door een welstellende familie. Als het plan van Van Hool leefbaar is, kan je bepleiten dat de overheid tijdelijk steun moet verlenen. Is er geen duidelijk perspectief, dan moet de overheid niet koste wat kost inspringen. Het is logisch dat men specifieke bedrijven wil redden, maar daarmee heb je nog geen strategie voor de Vlaamse industrie.’

Hoe zwaar is deze ontslagronde voor de Vlaamse economie?

Bart Van Craeynest: Voor de streek zal het banenverlies doorwegen, en ook op persoonlijk vlak zal dit bij de werknemers hard aankomen. Maar vanuit onze hele economie bekeken is de klap niet zo groot. Uit veel van onze enquêtes en andere parameters blijkt dat bedrijven nog steeds veel moeite hebben om geschikt personeel te vinden, zelfs nu het economisch minder goed gaat. Voor veel ontslagen werknemers zou het moeten lukken om relatief snel een andere job te vinden. Ik denk niet dat de ontslagen het grote probleem vormen.

Bij de bestelling van elektrische bussen mag niet alleen de prijs doorslaggevend zijn: ook duurzaamheid en strategische onafhankelijkheid spelen mee.

Wat dan wel?

Van Craeynest: De industrie in haar geheel. Kijk naar ArcelorMittal, Barry Callebaut, of Audi. In al die gevallen zijn er specifieke elementen die een malaise veroorzaken. Maar zoom uit en je ziet samenhangende problemen voor de Europese industrie. Dáár moet het debat over gaan: welke toekomst heeft industrie nog in Europa?

Toch nog even naar Van Hool. De loonkosten in België zijn ruim drie keer hoger dan in Noord-Macedonië. Dat is toch geen nieuws?

Van Craeynest: De loonkostenhandicap is uiteraard al langer een probleem. In het verleden hebben we al meerdere delokalisatiegolven gezien van bedrijven omwille van die reden. De bedrijven die gebleven zijn, hebben hun efficiëntie en productiviteit moeten verhogen. Je kan ook niet verwachten dat alle landen dezelfde loonvoorwaarden opleggen als bij ons. Maar bovenop die ene handicap komen er steeds meer bij.

Welke zijn dat dan?

Van Craeynest: Energie is gemiddeld tot vier keer duurder in Europa vergeleken met de Verenigde Staten. Zeker voor energie-intensieve sectoren als de chemie en metaalverwerking is dat moeilijk concurreren op de wereldmarkt. De capaciteitsbezetting binnen de chemie zit dan ook op het laagste niveau ooit. Daarnaast heb je de hele vergunningsproblematiek. Bij ons is dat vandaag stikstof – kijk naar het debacle rond Project One van Ineos – en straks misschien water, vanwege de Europese kaderrichtlijn Water. In zo’n klimaat kijk je als industrieel bedrijf misschien toch liever naar andere oorden voor investeringen. En dat zou uitermate problematisch zijn. De industrie is misschien maar goed voor 15 procent van onze economische activiteit, ze creëert wel veel meer dan de helft van onze export. Bovendien is de industrie een pak productiever dan de rest van de economie, die als het ware wordt meegetrokken door de bedrijvigheid van de industrie.

De industrie is goed voor 15 procent van onze economische activiteit, maar creëert wel meer dan de helft van onze export.

Moeten we protectionistischer worden? Er heerst onbegrip dat De Lijn 500 elektrische bussen aankocht bij het Chinese BYD in plaats van bij Van Hool. De Chinezen leverden ze aan een zachtere prijs.

Van Craeynest: Dat is een moeilijk debat. Ik zou geen pleidooi willen houden om bussen sowieso enkel van bij ons te kopen. Maar de tijd lijkt me voorbij dat enkel de prijs doorslaggevend mag zijn bij zulke bestellingen. Zuiver economisch gezien moet je uiteraard naar de kostprijs kijken, maar andere factoren zoals duurzaamheid en strategische onafhankelijk spelen natuurlijk ook een rol. Kijk, als econoom gebruik ik het woord ‘protectionisme’ niet graag. Maar bekijk het ruimer dan Van Hool. Als wij een bedrijf als Ineos regels opleggen waardoor het project er niet komt, dan zullen we nog altijd de plastics kopen. Alleen zal Ineos die niet op duurzame wijze produceren in Antwerpen, maar misschien in India of China, die veel lagere duurzaamheidseisen stellen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Steeds meer groeit het besef dat we onszelf niet voortdurend regels kunnen opleggen en tegelijkertijd zowat alles toelaten van andere wereldspelers.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content