Ewald Pironet

‘Vlaanderen geeft jaarlijks 8 miljard euro aan de andere twee regio’s’

Au Bouillon Belge is een politieke allegorie over het uiteenvallen van België, geschreven door de vorige week overleden Walter van den Broeck, geroemd omdat hij in een volkse taal weergaf wat bij de gewone Vlaming leefde. Hij schreef het bijna 45 jaar geleden, als cadeau voor het 150 jarig bestaan van het land.

Na het overlijden van de eigenaar van café ‘Au Bouillon Belge’, dat de staat België symboliseert, komen de drie geadopteerde kinderen samen. Astère is een joviale Waal die iets in de public relations deed, maar eigenlijk leefde van de maandelijkse cheques van zijn vader. Marie-Agnès is een Brusselse opportuniste die beweert dat ze danseres is maar in feite zich verkoopt aan de meestbiedende. Jos is een naïeve Vlaming die altijd tegen een veel te laag loon werkte en zonder het goed te beseffen zijn broer en zus onderhield. Die verbrasten dat geld en stapelden de schulden op.

Vorige week kwamen er nieuwe cijfers over de transfers van Vlaanderen naar Wallonië en Brussel, en als Van den Broeck nu zijn toneelstuk zou schrijven, kon hij de typering van de personages behouden. Vlaanderen geeft jaarlijks 8 miljard aan de andere twee regio’s. Dat komt neer op gemiddeld 1188 euro per Vlaming.

Op provinciaal niveau ontvangt Henegouwen met 5,8 miljard het meest, gevolgd door Luik met bijna 3 miljard. Daarna komen West-Vlaanderen met 900 miljoen en Limburg met 705 miljoen. Henegouwen en Luik krijgen samen dus meer dan vijf keer zoveel als West-Vlaanderen plus Limburg.

Om de grote bedragen voor Henegouwen en Luik te verantwoorden, verwijzen Waalse politici nog altijd naar de neergang van de zware nijverheid vanaf de jaren zestig in de vorige eeuw. In vier generaties is de reconversie nog steeds niet geslaagd. Meer zelfs, de kloof tussen Vlaanderen en Wallonië werd op alle terreinen, van economische groei over werkzaamheidsgraad tot inkomen, groter.

De belangrijkste reden voor de interregionale transfers is de lage en stagnerende werkzaamheidsgraad in Wallonië. In Vlaanderen werkt 77 procent van de 20- tot 64-jarigen, in Wallonië 66 procent, één van de laagste cijfers in Europa. Henegouwen en Luik scoren ook lager dan andere delen van Europa waar vroeger de mijnen en zware industrie dominant waren.

Het thema ‘staatshervorming’ wordt door de meeste politici genegeerd, het is de olifant in de kamer.

Wat dit alles nog erger maakt: ondanks de decennialange transfers liepen de schulden in Wallonië en Brussel op. De Waalse schuld is in verhouding vijf keer groter dan die van Vlaanderen, die van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zes keer. De budgettaire toestand is er onhoudbaar. En vanaf dit jaar krijgen de regio’s minder geld van de federale overheid, zoals afgesproken in de Bijzondere Financieringswet. Dat treft vooral het noodlijdende Wallonië en Brussel. Zij zullen straks uit geldnood een herziening van die financieringswet en dus een staatshervorming nodig hebben.

Ondertussen klinkt in Vlaanderen de vraag waarom de winst van alle inspanningen om aansluiting te vinden bij de Europese top, naar de andere kant van de taalgrens moet stromen, waar de politici vasthouden aan recepten die al generaties bewijzen dat ze geen verbetering brengen. Maar het thema ‘staatshervorming’ wordt door de meeste politici genegeerd, het is de olifant in de kamer.

De regionale schulden zijn ook belangrijk omdat ze meetellen in de Belgische schuld, waar de financiële instellingen naar kijken. In Au Bouillon Belge valt er zo plots een telegram in de bus van oom Nathan uit Londen, waaruit blijkt dat het café voor driekwart zijn eigendom is en er dus nog maar weinig te verdelen valt. Oom Nathan staat voor de internationale financiële instellingen. Zij kunnen België met zijn hoge schuldgraad straks pijn doen als ze de rente optrekken.

Toen Van den Broeck zijn toneelstuk schreef, waakte de Europese Commissie nog niet over de overheidsfinanciën van de lidstaten. Anders zou hij zeker een Duitse oom Wolfgang of zo hebben opgevoerd. In de nieuwe Europese begrotingsregels, die het voorbije weekend werden afgesproken, krijgen landen met een hoge schuldgraad zoals België een streng traject opgelegd: we zullen in vier tot zeven jaar tijd voor zo’n 20 miljard euro moeten besparen of extra belastingen moeten heffen. Zonder extra geld voor defensie.

Net zoals in de jaren 90 zal de Europese zweep België en de regio’s dwingen om hun overheidsfinanciën in orde te brengen. Van den Broeck noemde zijn toneelstuk zelf ‘een blijspel’, maar het is twijfelachtig dat de realiteit ook om te lachen zal zijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content