Vlaamse regering zet mes in projectsubsidies cultuursector
Concreet zakken de projectsubsidies in de cultuursector van 8,47 miljoen euro naar 3,39 miljoen (-60 procent), zo schrijft Vlaams minister-president Jan Jambon in de begrotingstoelichting voor 2020 bij de beleidsnota Cultuur, een van de domeinen waarvoor hij bevoegd is.
‘De projectmatige ondersteuning van de kunstensector wordt in een nieuw perspectief bekeken na de doorvoering van de besparingen op deze subsidies’, aldus Vlaams minister-president Jan Jambon in de begrotingstoelichting voor 2020 bij de beleidsnota Cultuur.
De beleidsnota’s van de nieuwe Vlaamse ministers werden vanaf vrijdag online geplaatst. Als minister van Cultuur wil Jan Jambon naar eigen zeggen de sterktes van het bestaande Vlaamse cultuurbeleid verder uitbouwen, en tegelijk ‘nieuwe accenten leggen om de maatschappelijke, persoonlijke én economische waarde van cultuur te maximaliseren’. Maar conform het regeerakkoord staat ook de cultuursector voor een besparingsoefening.
In de werkingssubsidies wordt een generieke besparing van 6 procent doorgevoerd. In ‘uitzonderlijke’ gevallen wordt daar wel van afgeweken, met name bij de zeven erkende kunstinstellingen – onder meer de Vooruit in Gent, de Ancienne Belgique in Brussel en het Kunsthuis (Opera Vlaanderen en Ballet Vlaanderen) – waar de besparing op de subsidies beperkt wordt tot 3 procent.
De projectsubsidies zakken dan weer fors, met ongeveer 60 procent van 8,47 miljoen euro dit jaar naar 3,39 miljoen volgend jaar. ‘Het projectenbeleid (…) mag er niet toe leiden dat de illusie wordt gecreëerd dat dit automatisch leidt tot een structurele subsidie’, schrijft Jambon in zijn beleidsnota. ‘Bij de beoordeling gebeurt de selectie prioritair in functie van het potentieel om een internationaal niveau te bereiken. Selectiever kiezen moet ook leiden tot een betere ondersteuning.’
Naast de besparingen zullen de komende vijf jaar ook ‘nieuwe impulsen’ plaatsvinden, zoals in de sector van het cultureel erfgoed – ‘het DNA van onze samenleving’ -, in het Vlaams Audiovisueel Fonds en Literatuur Vlaanderen (het vroegere Vlaams Fonds voor de Letteren, VFL) en in de Limburgse culturele centra Z33, Bokrijk/Crafts en Alden Biesen.