Bart Caron (Groen)
‘Vlaamse overheid heeft geen visie op maatschappelijke betekenis van sociaal-cultureel werk’
Vlaams parlementslid Bart Caron heeft geen goed oog in de plannen van de Vlaamse meerderheidspartijen voor de toekomst van het sociaal-cultureel volwassenenwerk.
De originele titel van dit brief was “Een nieuw decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk in de maak, Capita selecta van regelneverij en wantrouwen”. Ik besef dat het een negatieve titel is. Maar ik wil er geen afscheid van nemen. Ik heb daar redenen voor die ik hieronder toelicht. De recente incidenten met KifKif en Apache onderstrepen mijn ongerustheid.
Het decreet dat straks ter bespreking voorligt in het Vlaams parlement zal geen schoonheidsprijs krijgen en zal geen motor zijn voor de noodzakelijke vernieuwing van de werksoort. Het is evenmin wetgeving ‘nieuwe stijl’, en zeker niet in de geest van het Vlaams regeerakkoord ‘Vertrouwen, verbinden, vooruitgaan’. Het ontwerp bulkt van verplichtingen, controle en planlast als nooit tevoren. Het is een decreet oude stijl, ééntje waarbij je op je knieën moet gaan voor de overheid, leunend op de bedelstaf. Jammer, deze organisaties vormen dé levensader van ons gemeenschapsleven, de motor van maatschappelijke vernieuwing, een bouwsteen van emancipatie en integratie.
Niet dat er hopen geld naartoe gaat. Dat weet ook bevoegd minister Sven Gatz goed. Het gaat jaarlijks om zowat 50 miljoen. Dat is geen zesde van het cultuurbudget van de Vlaamse overheid. Maar het bereik is wel astronomisch: 2;2 miljoen leden, 9 miljoen deelnames, 183.000 vrijwilligers.
Het kritisch en emancipatorisch vermogen onder druk
De Vlaamse overheid heeft geen visie op de maatschappelijke betekenis van het sociaal-cultureel volwassenenwerk (SCvW). Integendeel. De doelstelling van het decreet bevat enkele gekleurde zinnen zoals “met respect voor de gemeenschappelijke sokkel van waarden, fundamentele rechten en vrijheden”. Die zin is gekleurd én overbodig. Ze laat veronderstellen dat er anders misschien wel SCvW-organisaties zouden bestaan die die waarden niet delen. Is zo’n zinsnede niet bedreigend voor een kritische organisatie als Kif Kif of een vredesbeweging als Vrede vzw? En wat met etnisch-culturele federaties die het beleid van de Vlaamse regering op het vlak van diversiteit aan de kaak stellen? Mijn ongerustheid wordt nog versterkt door het schrappen van ‘maatschappelijk vernieuwende‘ uit een eerdere versie.
Regels, regels, regels en plannen, plannen, plannen
Dit illustreert dat we te doen hebben met een wantrouwende overheid. Er zijn vijfjarige subsidierondes met een visitatie halverwege en een beleidsplan voor de volgende periode. En met een evaluatierapport dat, in het geval het negatief is, gevolgd wordt door een remediëringstraject en een nieuw rapport. Er is nog meer. De commissie moet een schema vol (beoordelings-)criteria afvinken. Die moeten een ‘voldoet’ of een ‘voldoet ten dele’ halen. De perfectie wordt vereist. Dat geeft veel munitie om organisaties te kwetsen. Wat is hier de meerwaarde van? Dit decreet vereist meer plannen en rapportage dan ooit tevoren.
Als je ingewikkelde procedures hanteert, dan moet je die consequent toepassen. Maar nee. Een dubbel negatief advies (van de visitatiecommissie en van de beoordelingscommissie) leidt niet automatisch tot stopzetting van subsidies. De regering kan gewoon verder blijven subsidiëren. Dat ruikt naar verzuilde (lees ‘politiek bevriende organisaties’) subsidiebeslissingen. Ook omgekeerd kan het vreemd gaan: wie een positief bilan krijgt kan zijn subsidie nog verliezen. Ook dat ruikt naar willekeur.
Uitstroom gewenst? Instroom tegengewerkt?
Dat er een aantal uitgebloeide organisaties zijn waarvan de maatschappelijke relevantie voorbij is, weten we. Dit decreet kan ze naar de uitgang begeleiden. Het geeft financiële ruimte. Maar er staat een beschermende rem op. Een subsidie kan maximaal 25% stijgen of dalen. Waarom toch die begrenzing? Het duurt decennia voor sommigen hun subsidie op een redelijk niveau krijgen of stoppen. Organisaties moeten krijgen wat ze verdienen. Zo blijven de kleintjes altijd klein en de groten altijd groot. Aan welke vrienden moet die dienst worden bewezen en door wie? Dit decreet zou een flinke impuls moeten geven, ook aan de lokale afdelingen. Maar nieuwe vormen van SCvW krijgen geen of slechts moeizaam een plaats. Het SCvW herijken, dat moet gebeuren, niet het bestaande huis verankeren in beton. De lat voor nieuwkomers ligt hoog. Je moet al een landelijke werking ontwikkelen, personeel in dienst hebben, en over de barrière geraken van de vele criteria. Het lijkt er wel op dat sociale innovatie best buiten de muren van het SCvW ontspruit. Eén lichtpuntje is dat er nu ook projectsubsidies (kunnen) komen. En dat ze hiermee innovatie stimuleren.
Jammer dat er bouwmateriaal tekort is
Daarnaast ontbreken een aantal bouwstenen van een volwassen sociaal-cultureel beleid. Ik som op: een regiodecreet die werkingen moet kunnen opvangen die niet landelijk zijn maar wel regionaal (bovengemeentelijk). Jammer, net op dat regionale niveau zien we de meeste nieuwe praktijken, die jaren zullen moeten wachten om reële doorgroeikansen te krijgen. Daarnaast blijft er onduidelijkheid over de bovenbouw (steunpunt, belangenbehartiger …), het financieel kader is onbekend, enz. Dat zal voor de volgende regering zijn.
Tot besluit
Het is mij niet meer duidelijk wat de meerwaarde is van dit decreet. De minister bood bredere en ambitieuzere perspectieven. Maar de dynamiek werd gaandeweg ingeperkt. Het draait uit op een opfrissing van de procedures en een bijgestelde beoordeling. Maar perspectieven, nee, die ontdek ik helaas niet. Nee, het lijkt erop dat de sector in haar eigen cocon wordt versmacht. Tegen nieuwkomers en vernieuwers. Jammer voor de sector. Wie geen bewegingsruimte krijgt of neemt, verliest aan maatschappelijk belang. Een gemiste kans.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier