Vlaamse Lotto-subsidies ter discussie: ‘Als je een rechtstreekse lijn met een kabinet hebt, kan het snel gaan’

Jan Jambon (N-VA) © BELGA
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Ieder jaar kan de Vlaamse regering naar eigen goeddunken subsidies vanuit de Nationale Loterij besteden. Zowel de meerderheid, oppositie als adviesraden vragen meer transparantie.

244.000 euro voor een project van kunstenaar Jan De Cock in Sint-Martens-Latem en de Leiestreek. 235.000 euro voor kunstenfestival Watou. 167.000 euro voor Le Concert Olympique van Jan Caeyers. Het zijn enkele voorbeelden van projecten die vorig jaar subsidies kregen van minister-president Jan Jambon (N-VA), ook bevoegd voor Cultuur.

In 2023 kwam dat geld uit een potje van ruim 1,7 miljoen euro uit de zogenaamde Lotto-subsidies. Dat is een optelsom van de ongeveer 475.000 euro die de Vlaamse gemeenschap krijgt uit de winsten van de Nationale Loterij, plus onderbenutte middelen. In 2023 klokte de Nationale Loterij af op zo’n 210 miljoen euro winst, waarvan zo’n 33 miljoen euro naar Vlaanderen vloeit.

‘Geen favoritisme’

Bij subsidies die geregeld zijn via het kunstendecreet beoordelen commissies van experts aanvragen, Lotto-subsidies daarentegen kan de minister naar eigen goeddunken uitgeven. De aanvrager moet weliswaar een project indienen, maar in het decreet staat dat de minister ‘rekening houdt met de mate waarin de activiteit een unieke meerwaarde heeft binnen het ecosysteem in kwestie’. De bevoegde administratie controleert achteraf alleen of het project daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en of de gevraagde middelen correct werden aangewend.

De praktijk bestaat al decennia en werd vooral gebruikt voor de financiering van zogenaamde ‘transversale’ projecten die geen gunstig advies hadden gekregen. ‘Denk aan projecten die niet in een vakje te stoppen zijn, zoals dans, en waarop de subsidiekaders niet voorzien waren’, zegt Vlaams Parlementslid Stephanie D’Hose (Open VLD). ‘Bovendien duurt de geijkte aanvraagprocedure soms jaren. Dan kan het interessant zijn om subsidies te krijgen via de Lotto-middelen.’

‘De Lotto-middelen zijn een leuk potje geld waarover ministers mogen beschikken zonder rekenschap af te leggen.

Katia Segers (Vooruit)

Volgens D’Hose zijn de decreten de afgelopen jaren steeds meer aangepast aan het transversale denken – zo werd deze week nog het bovenlokaal cultuurdecreet finaal goedgekeurd door het Vlaams Parlement.

‘Daarom vind ik dat de volgende minister van Cultuur het kader van de Lotto-middelen moet herbekijken’, zegt ze. ‘Ik denk bijvoorbeeld aan een reglement met een minimumtoets door de administratie op basis van een onafhankelijke beoordeling. Het voordeel van zo’n reglement is dat het de Lotto-middelen meer bekend maakt. Veel cultuurorganisaties hebben nog nooit gehoord van dat potje geld – dat voor alle duidelijkheid veel kleiner is dan de decretaal geregelde middelen. Ik denk niet dat er sprake is van favoritisme. Maar het klopt wel dat het snel kan gaan als je een rechtstreekse lijn hebt met het kabinet.’

Voorbeeld aan de Franse Gemeenschap

Ook oppositieparlementslid Katia Segers (Vooruit) vindt dat het anders moet. ‘Vandaag zijn de Lotto-middelen een leuk potje geld waar de verschillende ministers over mogen beschikken zonder dat ze enige rekenschap hoeven af te leggen. Het wordt hoog tijd om een voorbeeld te nemen aan de Fédération Wallonie-Bruxelles. Daar vormen die middelen een aparte subsidielijn. Organisaties kunnen online een aanvraag doen volgens een extern gecommuniceerd reglement. De verdeling gebeurt op basis van heldere criteria, een duidelijke procedure en is transparant te consulteren. Zo weet iedereen waar het departement geld aan geeft en hoeveel dat precies is.’

Volgens het kabinet van Jan Jambon is er een nieuw reglement op komst. Wel blijft het achter de filosofie van de huidige werkwijze staan. ‘Het is niet onlogisch dat een minister aan beleidsinvulling kan doen voor projecten die door de mazen van het net glippen’, klinkt het. Het kabinet benadrukt dat het bedrag beperkt is tegenover de ‘normale’ cultuursubsidies.

De vraag naar meer objectivering wordt echter ook buiten de cultuurwereld gesteund. Zo bracht de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) onlangs nog een advies uit over de Lotto-middelen die dienen voor de zorg. ‘De raad betreurt dat de beslissing over de toekenning van de middelen niet op basis van objectieve criteria gebeurt en vraagt deze toewijzing objectiever te maken. De bestaande toestand faciliteert willekeurige beleidsvoering.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content