Alleen in het hoofdstuk ‘inburgering en integratie’ duikt de Vlaamse Canon op in het regeerakkoord van Diependaele I. Of dat ook wil zeggen dat nieuwkomers feitenkennis zullen moeten blokken over de Vlaamse geschiedenis? Historicus Emmanuel Gerard denkt van niet.
De totstandkoming van de Vlaamse Canon op voorzet van N-VA ging met heel wat kritiek gepaard, maar sinds hij werd voorgesteld in het voorjaar van 2023 lijkt het stof gaan liggen. Een canon is een lijst die beschouwd wordt als een referentiekader. Hier gaat het over zestig ‘vensters’ om naar de geschiedenis van Vlaanderen te kijken. Op een interactieve site kun je die vensters zelf ontdekken.
In het nieuwe Vlaamse regeerakkoord van de N-VA, de CD&V en Vooruit duikt de Canon slechts éénmaal op. Opvallend, niet in de hoofdstukken over onderwijs of cultuur, maar in een paragraaf over de inburgeringscursus die nieuwkomers moeten volgen.
Meteen na de doelstelling om ‘het percentage dat behaald moet worden op de test maatschappelijke oriëntatie naar 70% [te verhogen]’, lezen we: ‘Daarnaast laten we de Canon van Vlaanderen op een aangepaste manier deel uitmaken van de lessen. […] De agentschappen blijven nauw samenwerken met de Stichting Canon van Vlaanderen om de toepassing en de mogelijkheden van dat instrument in het inburgeringsbeleid te versterken en verankeren.’ De indruk wordt zo gewekt dat (een deel van) de Vlaamse Canon ook deel zal uitmaken van het inburgeringsexamen.
‘Ik lees in het regeerakkoord geen betoog om de Canon als een soort heilig evangelie te verplichten in de inburgeringscursus.’
Emmanuel Gerard, voorzitter van de Stichting Canon van Vlaanderen
Voorzitter van de Stichting Canon van Vlaanderen, de Leuvense historicus Emmanuel Gerard (emeritus hoogleraar aan de KU Leuven), ziet het niet zo’n vaart lopen.
Hoe leest u die passage in het Vlaams regeerakkoord?
Emmanuel Gerard: Wat precies bedoeld wordt, moet u vragen aan de politici die die tekst hebben geschreven. Volgens mij is het geen betoog om de Canon met zijn zestig onderdelen als een soort heilig evangelie te verplichten in de inburgeringscursus. Feitenkennis aframmelen of een inburgeringsexamen waarin de geboortedatum van Hugo Claus wordt gevraagd, wil niemand. Dit regeerakkoord lijkt me geen koerswijziging in te houden op dat vlak. De Canon wordt trouwens nu al gebruikt in die cursus maatschappelijke oriëntatie, maar niet als handboek.
Kritiek was voorbarig volgens Walter Pauli: deze Vlaamse Canon is er een om te koesteren
Hoe dan wel?
Gerard: Een tiental vensters van de Canon worden gebruikt als ankerpunten door docenten maatschappelijke oriëntatie. Dat gaat bijvoorbeeld over de vrouw in de samenleving en de scheiding van kerk en staat. Die hoekstenen van onze samenleving historisch kaderen is nuttig.
De doelen van die cursus maatschappelijke oriëntatie bepalen wij trouwens niet, maar onze Canon mogen die docenten gebruiken als lesinhoud. Volgende week heeft onze Canon-commissie nog een gesprek met docenten maatschappelijke oriëntatie. Dat zal niet de eerste en zeker ook niet de laatste keer zijn.
Jan Dumolyn (UGent): ‘Op een Belgische canon was nooit zo veel kritiek gekomen’
Dat die verhoging van het slaagpercentage van het examen naar 70 procent in dezelfde paragraaf staat als de Canon wekt bij u geen argwaan?
Gerard: Neen. Die 70 procent staat los van de Canon. Geschiedenis is trouwens maar een klein onderdeel van dat vak maatschappelijke oriëntatie. Die cursus gaat evengoed over gezondheidszorg, vrouwenrechten, stemrecht, wonen en ga zo maar voort. Ik laat me niet uit over hoe die test er moet uitzien en hoeveel nieuwkomers daarop moeten halen. Ik weet wel dat dat geen feitentest is wat betreft de Canon. Maar hoe men wil evalueren, is een zaak voor pedagogen.
De Canon is slechts illustratief in dit verhaal. Een aantal elementen in de Canon zijn dan ook ongeschikt voor zo’n inburgeringscursus wegens te detaillistisch of niet ter zake. Ook om die reden is er constructief overleg tussen de Stichting Canon van Vlaanderen en de docenten van de inburgeringscursus.
‘Waarom Jan Jambon na de Canon mikt op de flandrien in elk van ons’