‘Vlaams onderwijs: laten we niet in de val trappen om alles centraal te willen regelen, maar de vrijheid omarmen’
‘We moeten het terrein zuurstof geven, eerder dan alles in regels te vatten’, schrijft Vlaams parlementslid Loes Vandromme (CD&V). ‘Vrijheid van onderwijs vormt hoeksteen van kwaliteit van onderwijs.’
Kritiek uiten op de vrijheid van onderwijs is tegenwoordig ‘bon ton’. Je kan geen krant openslaan, geen tijdschrift lezen of geen interview horen of er is wel iemand die vindt dat de vrijheid van onderwijs duur is, niets bijdraagt, de kwaliteit van onderwijs bedreigt, kortom iets uit het verleden en dus achterhaald is. Recent nog vond zelfs een liberale volksvertegenwoordiger het nodig de vrijheid van onderwijs op de korrel te nemen en een pleidooi te voeren voor één neutraal net. Als het op onderwijs aankomt, zijn vrijheden kennelijk aan liberalen niet besteed en dreigt met verstaatsing ook verschraling.
Maar klopt dat wel? Is de vrijheid van onderwijs achterhaald en het probleem? Voor CD&V is het tegendeel waar: de oplossing voor veel van de huidige onderwijsproblemen kan net gevonden worden in méér vrijheid van onderwijs, eerder dan deze als ‘achterhaald’ weg te zetten. Het is net eerder aangewezen de vrijheid van en in ons onderwijs uit te breiden. We moeten het terrein zuurstof geven, eerder dan alles in regels te vatten.
Vlaams onderwijs: laten we niet in de val trappen om alles centraal te willen regelen, maar de vrijheid omarmen.
Neem nu de bekwaamheidsbewijzen. Vandaag bepaalt de overheid wie welk vak mag geven. Daar waar het competentiedenken in veel bedrijven al sterk ingeburgerd is en organisaties in de ‘war for talent’ alles uit de kast kunnen halen, blijft onderwijs vasthouden aan een ’telefoonboek’ van bekwaamheidsbewijzen dat directies eerder afremt dan mogelijkheden biedt. Het spreekt voor zich dat we bekwame mensen voor de klas willen, maar moeten we het debat niet voeren of een telefoonboek daar anno 2021 nog wel de beste garantie voor is? Zou wat ruimte, wat meer vrijheid in onderwijs, zodat directies vrijer beslissingen kunnen nemen, ook hier niet een antwoord kunnen zijn op het lerarentekort? De suggesties die de minister van onderwijs deed in het actualiteitsdebat over het lerarentekort over zij-instromers, LIO-banen, de mogelijkheid om versneld pedagogische bekwaamheid te verwerven zijn prima. Maar vanuit CD&V willen we de discussie ook ten gronde voeren. Laat ons verder gaan dan wat punctuele maatregelen en een écht lerarenpact uitwerken.
Of neem het geciteerde voorstel over één neutraal net. Wat is voor kandidaat-leraren het meest aantrekkelijk? Een monopolist met één pedagogisch project of de kans je in te zetten voor projecten die dicht aansluiten bij wie je bent, bij hoe je in het leven staat? Voor CD&V lijkt het tweede model alvast veel aantrekkelijker dan een model waarbij je een deel van je persoon(lijkheid) moet achterlaten wanneer je de schoolpoort binnenstapt…
Of neem de eindtermen en de ‘Vlaamse toetsen’. Het spreekt voor zich dat de overheid erover moet waken dat de minimale inhouden van De Panne over Antwerpen tot Maaseik dezelfde zijn. Maar het moet gaan om minimale inhouden. De memorie van toelichting bij de eindtermen tweede en derde graad stelt meer dan terecht dat ambitieuze en heldere eindtermen van leraars geen uitvoerders mogen maken, maar moeten inspireren om verder te gaan en excellentie voor alle leerlingen na te streven. Nu we nog nieuwe eindtermen moeten maken voor het basisonderwijs en nu de praktijkcommissie voor de eindtermen in het secundair onderwijs aan de slag is, moeten we ons dan ook niet de vraag stellen hoe we zorgen dat leraren méér kunnen en mogen doen?
Idem met de Vlaamse toetsen. Scholen een extra meetinstrument bezorgen waardoor ze zien waar ze staan, is uiteraard een plus. Maar een meetinstrument dat enkel het minimum meet en waardeert, stimuleert geen excellentie. Het draagt in zich zelfs een kiem van juridische discussies wanneer een leerling slaagt op de test, maar de klassenraad toch anders zou oordelen. Graag ook hier een zorgvuldig debat over hoe we van die Vlaamse toetsen een instrument van échte kwaliteitsborging kunnen maken, ervan vertrekkend dat de eerste verantwoordelijke voor de kwaliteit van een school, de school zélf is.
Of neem de vorming van onze toekomstige leraren. Is het niet net de uitdaging om hen voor te bereiden op de vrijheid van en in onderwijs, zodat ze klaar zijn om in een steeds veranderende samenleving hun mannetje te staan als onderwijsprofessionals , eerder dan hen in een keurslijf klaar te willen stomen en voor te bereiden op de klassen van gisteren?
De minister van onderwijs zette een commissie Beter Onderwijs aan het werk. De resultaten daarvan zullen eerstdaags bekend gemaakt worden. Hopelijk kon ze ‘vrank en vrij’ nadenken en geeft ze ook suggesties voor oplossingen voor problemen zoals het lerarentekort en een aanzet tot een grondig maatschappelijk debat.
Toen in 1831 de Belgische Grondwetgever het artikel schreef over de vrijheid van onderwijs, deed hij dat, in de woorden van Johan Lievens in ‘De vrijheid van onderwijs’, “als reactie op het activistisch en centralistisch onderwijsbeleid van de Nederlandse, Franse en Oostenrijkse heersers“. Laat ons niet in dezelfde val trappen om alles centraal te willen regelen, maar laat ons de vrijheid omarmen en zien welke oplossingen ze ook vandaag, in de 21st eeuw, in zich draagt.
Loes Vandromme zetelt voor CD&V in het Vlaams parlement. Deze opiniebijdrage werd mee ondertekend door Peter Van Rompuy en Hilal Yalçin.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier