Hendrik Vuye & Veerle Wouters
‘Veroorzaakt een brexit een staatkundige crisis in het Verenigd Koninkrijk en de EU?’
David Cameron kondigt op 23 januari 2013 in zijn Brexit-speech een referendum aan over het EU-lidmaatschap. Aanstaande donderdag is het zover. N-VA-Kamerleden Veerle Wouters en Hendrik Vuye, co-voorzitters van Objectief V, Studiecentrum confederalisme, staan stil bij de institutionele aspecten van de Brexit en de megalomane dromen van Guy Verhofstadt.
Sedert haar oprichting in 1957 zit de EU in uitbreidingsmodus. Men kan spreken van een uitbreidingsdrift. Gestart met zes stichtende leden – waaronder België – telt de EU nu 28 leden. Met externe uitbreiding heeft de EU veel ervaring. Dat loopt echter niet van een leien dakje, want het zijn vaak lange en moeizame onderhandelingen. Of die voortdurende en versnelde uitbreiding een succes is, dat is een andere vraag. Het ging snel, te snel en dat weegt nu op de besluitvorming.
Interne uitbreiding: hoe de EU zichzelf voor schut zet
Waar de externe uitbreiding blijkbaar niet snel genoeg kan gaan, heeft de EU zich vastgereden in het dossier van de interne uitbreiding. In 2004 stelt commissievoorzitter Romano Prodi dat wanneer een deel van een lidstaat zich afscheurt, dit deel niet langer lid is van de EU. De toetredingsonderhandelingen dienen dan vanaf nul opgestart.
In 2012 herhaalt commissievoorzitter José Manuel Barosso deze boodschap in een brief gericht aan het Britse House of Lords. Die boodschap is voor de Schotten bedoeld.
Op 12 december 2013, ter gelegenheid van een persconferentie samen met de Spaanse eerste minister Mariano Rajoy, herhaalt Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, dezelfde boodschap. Ditmaal is de boodschap gericht tot de Catalanen.
Dit is nochtans juridisch een betwistbaar standpunt. Er zijn namelijk geen regels over interne uitbreiding, noch precedenten. Artikel 49 van het EU-verdrag waar Prodi, Barosso en Van Rompuy naar verwijzen gaat over de externe uitbreiding.
‘Veroorzaakt een brexit een staatkundige crisis in het Verenigd Koninkrijk en de EU?’
Waarom passen ze deze bepaling ook toe op de interne uitbreiding? Een ander standpunt is bovendien mogelijk. De vroegere Schotse regeringsleider Alex Salmond heeft altijd gesteld: ‘Scotland is part of the territory of the European Union and the people of Scotland are citizens of the EU. There is no provision for either of these circumstances to change upon independence’. Juridisch kan dit standpunt worden hard gemaakt door niet artikel 49, maar wel artikel 48 toe te passen, namelijk de herzieningsprocedure van de verdragen.
De EU kiest blijkbaar voor rigiditeit in geval van interne uitbreiding. Maar net dit breekt de EU zuur op in geval van een brexit.
Uittreden uit de EU
Er is nauwelijks ervaring met uittreden uit de EU. Er zijn weinig precedenten. Algerije, dat oorspronkelijk deel uitmaakt van Frankrijk, verlaat de EU bij zijn onafhankelijkheid in 1962. Groenland keert de EU de rug toe in 1985, nadat het zelfbestuur verkregen heeft binnen het koninkrijk Denemarken.
De vrijwillige terugtrekking uit de Unie komt er pas met het Verdrag van Lissabon (2007): ‘Een lidstaat kan overeenkomstig zijn grondwettelijke bepalingen besluiten zich uit de Unie terug te trekken’. Deze ‘artikel 50-procedure’ is nooit toegepast, maar daar komt mogelijks verandering in. Kiezen de Britten voor een brexit, dan start een onderhandelingsperiode van twee jaar.
Institutionele referenda zorgen niet voor rust
David Cameron laat met groot gemak institutionele referenda toe. Eerst over de Schotse onafhankelijkheid, nu over de brexit. Beide referenda tonen aan dat institutionele referenda zelden tot politieke rust leiden. Na het Schotse referendum van 2014, waarbij 55% stemt om in het Verenigd koninkrijk te blijven, klinkt al snel de roep naar een nieuw referendum. Hetzelfde zal gebeuren met het brexitreferendum.
Een nipte ‘bremain‘, brengt geen institutionele rust. Snel zal de roep naar een nieuw referendum weerklinken.
Institutionele referenda leiden ook zelden tot maatschappelijke rust. Vaak lopen de gemoederen te hoog op. Getuige hiervan is de moord op Labour-parlementslid Jo Cox. Ook wanneer België in 1950 een referendum organiseert rond de institutionele positie van Leopold III, loopt het uiteindelijk fout af. Leopold III moet toch aftreden ondanks een voor hem gunstige score van bijna 58%. Te Grâce-Berleur vallen bij een betoging zelfs vier doden. Institutionele referenda zijn niet zonder gevaar.
Brexit: een staatkundige crisis in het Verenigd koninkrijk en de EU?
Wat is het lot van de Schotten in geval van een brexit? De eurofiele Schotten worden meegesleurd. Tegen wil en dank verdwijnen ze uit de EU.
‘Stel dat Schotland na een nieuw referendum uit het Verenigd koninkrijk stapt, wat is dan de verhouding tussen Schotland en de EU?’
Gewezen Schots regeringsleider Alex Salmond en huidig eerste minister Nicolas Sturgeon, beiden van de Scottish National Party (SNP), hebben al laten verstaan dat een nieuw Schots referendum over onafhankelijkheid onvermijdelijk is wanneer er een brexit komt.
Stel dat Schotland na een nieuw referendum uit het Verenigd koninkrijk stapt, wat is dan de verhouding tussen Schotland en de EU? Moet Schotland opnieuw de volledige toetredingsprocedure doorlopen? Ja, indien men het standpunt van Prodi, Barosso en Van Rompuy volgt. De EU heeft zich vastgereden. Waarom? Omdat de EU zich heeft willen bemoeien met datgene waarvoor de EU niet bevoegd is, namelijk de onafhankelijkheidsverzuchtingen van Schotten en Catalanen. Dit is een interne aangelegenheid van het Verenigd koninkrijk en Spanje, geen EU-dossier.
Het kan anders. Bijvoorbeeld door het ‘Schots probleem’ te regelen gedurende de onderhandelingen tussen EU en Verenigd koninkrijk. Maar dit veronderstelt dat men afstapt van het rigide standpunt tot nu toe verdedigd door Prodi, Barossa en Van Rompuy.
Gevolgen van de Brexit
Een brexit zal andere landen inspireren. Marine Le Pen in Frankrijk en Geert Wilders in Nederland pleiten nu al voor een referendum over het EU-lidmaatschap. Anderen zullen ongetwijfeld volgen. Een brexit kan de EU op zijn institutionele fundamenten doen daveren.
Maar zelfs een ‘bremain‘ zorgt voor institutionele onrust. David Cameron heeft de EU tot belangrijke toegevingen gedwongen, onder meer inzake sociale zekerheid. Dit zal ongetwijfeld andere landen inspireren om ook een lidmaatschap ‘à la carte’ af te dwingen. Hier dreigt een diepe crisis.
Modelstaat België als model voor de EU?
Het valt op hoe naïef sommige Belgische politici naar de Brexit kijken. Guy Verhofstadt stelt dat het na een brexit tijd is voor nog ‘meer EU’, voor een ‘federaal Europa’. Maar ook indien het een bremain wordt, kiest hij voor een ‘nieuw Europa’. De vlucht voorwaarts, maar dan met de ogen dicht. Verhofstadt ziet de Britten graag vertrekken, want ze beletten zijn megalomane plannen. Hij droomt van een federale EU, een transferunie op zijn Belgisch. Want België, zo verkondigt Verhofstadt in volle paarse periode, dat is een modelstaat. Wie durft die woorden vandaag nog te herhalen?
Het Europees luchtkasteel van Verhofstadt is een zeepbel, net als de modelstaat België die eerste minister Verhofstadt predikt onder paars en die in werkelijkheid een puinhoop is. Wie gelooft die mensen nog?
Brexit-referendum
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier