Veertienduizend doden door lawaai in Europa: ‘Het helse kabaal moet eruit’
Veertienduizend doden per jaar, alleen al in Europa: wat richten we aan met ons lawaai? In het boek De nieuwe stilte gaan Lander Deweer en pianist Jan Swerts op zoek naar een antwoord op die vraag. Gaandeweg merken ze dat de wereld niet luider wordt, zoals ze altijd dachten, maar juist stiller. ‘De kennis en de technologie zijn voorhanden. Het is zaak om die zo snel mogelijk in de praktijk toe te passen.’
Het was midden in de nacht van 4 op 5 januari toen Tomas op de koude keukenvloer van zijn rijwoning in Wevelgem moest gaan liggen. Voor de tweede keer in enkele dagen tijd voelde de West-Vlaming pijnscheuten in zijn borst, hij kon amper nog ademen. In allerijl belde zijn vrouw de ziekenwagen. ‘Maar willen jullie wel de sirenes afzetten? De kinderen liggen al te slapen.’
De diagnose was harder dan verwacht: Tomas – 42 en vader van vijf kinderen – had een hartinfarct, een spoedoperatie was vereist.
‘Sneller, sneller’, hoorde hij de ambulanciers op weg naar het ziekenhuis tegen elkaar zeggen. ‘We zijn hem aan het verliezen.’
Hartproblemen had hij nooit gehad. Altijd sportief geweest, net een moeilijke periode afgesloten: eerst een echtscheiding en daarna uit het niets ontslagen op zijn werk. Wellicht had de pijn daarmee te maken, dacht hij, met alle stress van de voorgaande maanden.
Tomas had geluk. De ziekenwagen kwam op tijd in het ziekenhuis aan, de operatie liep goed af en al met al bleek de schade aan zijn hart miniem. In theorie kan hij nog heel oud worden.
Kan stilte ook stoer zijn, zoals géén vlees eten of géén alcohol drinken stoer kan zijn? Is daar ruimte voor?
Maar natuurlijk stelde hij zich in de weken die volgden veel vragen. Wat was er met hem gebeurd? Hoe kon zijn hart er ineens zo slecht aan toe zijn? Had het infarct misschien iets te maken met het lawaai van de drukke verkeersweg waaraan hij nu al drie jaar woont? Met alle auto’s die er elke dag voorbijrazen, alle bussen, brommers en vrachtwagens?
’s Nachts ligt hij ze soms te tellen, de vrachtwagens, zoals kinderen schaapjes tellen om in slaap te vallen. Op een keer viel zijn leeslamp van zijn nachtkastje, van het gedaver van een zoveelste tientonner die door het centrum van Wevelgem denderde.
‘En dan, je merkt het zelf ook, zijn er nog de helikopters en vliegtuigjes van de regionale luchthaven hier wat verderop’, zei hij toen ik hem begin deze zomer opzocht in zijn tuin. ‘Zoals het nu is, met dat enorme geronk, zo is het eigenlijk constant. En dat zijn gewoon the rich and famous die hier een beetje boven onze huizen komen vliegen, met de hulp van de overheid, want de luchthaven wordt op de been gehouden door de subsidies van de Vlaamse regering. We subsidiëren dus eigenlijk het lawaai. Ik wil niet te zuur klinken, maar dat is toch geschift?’
Het bezoek aan Tomas was het voorlopige sluitstuk van mijn zoektocht naar stilte in een wereld vol lawaai. Samen met pianist Jan Swerts heb ik anderhalf jaar gezocht naar een antwoord op de vraag die ons allebei benauwt: wordt de stilte met uitsterven bedreigd?
Door die zoektocht konden we onze irritatie ombuigen in hoop. De wereld wordt juist stiller, zagen we in, niet luider. ‘De nieuwe stilte’ komt eraan, de stilte van een autoluwe, geëlektrificeerde samenleving, waar niet alleen lucht- maar ook lawaaivervuiling flink wordt aangepakt.
Het verhaal van Tomas zette de urgentie van het probleem nog maar eens in de verf. ‘Vinden wij dit als samenleving normaal?’ vroeg hij zich af. ‘Waarom doen wij dat onszelf aan?’
***
Al mijn hele leven is stilte mijn hoogste goed. Alles wat ik belangrijk vind, hangt met stilte samen. En toch voel ik telkens schroom om me als ‘stiltezoeker’ te outen, ben ik bang om als een zacht eitje te worden weggezet. Ook nu weer. Stilte heeft te lijden onder een slechte pr, we associëren het met wierook, chakra’s en bomen knuffelen. Met retraites en zorgvuldig afgebakende stiltereservaten.
Maar is het niet stilaan tijd voor een nieuw narratief rond stilte? Kan stilte ook stoer zijn, zoals géén vlees eten of géén alcohol drinken stoer kan zijn? Is daar ruimte voor? Of spiegelen we onszelf liever nog wat langer voor dat het ‘erbij hoort’, dat lawaai, dat het een niet te vermijden bijproduct van onze welvaart is, een bewijs van onze individuele vrijheid, de heilige koe van deze tijd?
Telefoons, draagbare muziekboxen, alarminstallaties, bladblazers, heggenscharen, brommertjes, quads, motorfietsen, auto’s, vrachtwagens, vliegtuigen: langzamerhand is de openbare ruimte verloederd tot een akoestisch Wilde Westen, een wetteloos gebied waar iedereen ongestraft lawaai mag maken en waar de grenzen tussen privé en collectief almaar verder lijken te vervagen.
Met alle gevolgen van dien. De lijst van aan lawaai gelinkte ziekten breidt almaar verder uit: gehoorproblemen, concentratiestoornissen, slaaptekort, leerachterstand bij kinderen, chronische stress, psychische aandoeningen, obesitas, diabetes, depressies, nu ook bepaalde types kanker én hart- en vaatziekten, zoals bij Tomas. Voor de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is lawaaivervuiling de op een na grootste bedreiging voor onze gezondheid, na luchtvervuiling. Elk jaar, becijferde het Europees Milieuagentschap (EEA) onlangs, eist het lawaai 14.000 vroegtijdige doden, alleen al in Europa. Auto’s en vliegtuigen zijn de grootste boosdoeners: in de buurt van luchthaven Parijs-Charles de Gaulle leven de mensen als gevolg van het lawaai tot drie jaar minder lang.
Drie jaar!
En net als bij de klimaatverandering worden zij die het minst verantwoordelijk zijn voor het probleem het eerst getroffen: het zijn niet de armere mensen die in de buurt van Charles de Gaulle wonen die zo dikwijls het vliegtuig nemen, of het nu voor toerisme is of voor het werk.
Vinden wij dit als samenleving normaal?
***
‘We onderschatten de kracht van geluid en vooral het belang van slaap’, kreeg ik te horen van Marc Goethals, cardioloog in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis in Aalst. ‘Voor onze immuniteit, ons metabolisme en onze recuperatie is slaap essentieel. En toch blijven we nachtwerk stimuleren en blijven veel mensen denken dat ze weinig slaap nodig hebben.’
Gewenning aan geluid bestaat niet, ging Goethals verder. Ons lichaam reageert altijd, ook al zijn we ons er niet altijd van bewust, en altijd op dezelfde manier: met de aanmaak van stresshormonen, als verdedigingsmechanisme. En hoe meer stress, hoe groter de kans op hart- en vaatziekten.
Het menselijke oor omschreef hij als een alarm dat non-stop in werking is, een restant van ons leven als jager- verzamelaar op de stille, uitgestrekte savanne. ‘De gevoeligheid voor lawaai zit ingebakken in onze overlevingsstrategie. Maar wat al die eeuwen een meerwaarde was, keert zich nu tegen ons.’
Een soortgelijke boodschap kregen we te horen van de Deense Mette Sörensen, die al jaren onderzoek doet naar het verband tussen lawaaivervuiling en bepaalde types kanker. Op basis van big data kwam ze tot verbijsterende conclusies: voor elke 10 decibel meer wegverkeer verhoogt de kans op een niet-hormoongevoelige borstkanker met 23 procent, voor elke 10 decibel meer spoorverkeer met maar liefst 38 procent. Ook hier is de verklaring simpel: stress en verstoring van de slaap.
Wie dicht bij een autosnelweg, spoorweg of luchthaven woont, zal ook nog eens meer roken en drinken en sneller stoppen met sporten dan mensen in een stillere buurt. En door dat alles neemt de kans op ziektes zoals obesitas, diabetes en sommige types kanker aanzienlijk toe.
‘Binnenkort wordt lawaaivervuiling even serieus genomen als luchtvervuiling vandaag’, zo drukte Sörensen ons op het hart. ‘Lawaai zal met meer en meer ziekten in verband gebracht worden, het bewijs zal alleen maar groeien, iedereen zal de urgentie ervan gaan inzien.’
Erica Staaterman ging nog een stapje verder in haar optimisme. In opdracht van de Amerikaanse overheid bestudeert de biologe al jaren de impact van lawaaivervuiling op het leven onder water, onder meer op zeezoogdieren zoals orka’s en dolfijnen, voor wie hun fijngevoelige gehoor van levensbelang is.
We hebben de voorbije decennia de zee akoestisch gekoloniseerd, zei Staaterman, en op die manier hebben we diersoorten zoals de noordkaper, een walvisachtige die fluisterend met zijn jongen communiceert, in hun voortbestaan bedreigd.
Maar er is hoop: schepen worden almaar stiller, ook in zeeën en oceanen worden stiltegebieden afgebakend en snelheidsbeperkingen opgelegd, en de aanleg van drijvende windmolenparken veroorzaakt minder lawaai dan bij het heien van windmolenfunderingen vandaag.
‘De kennis en de technologie zijn voorhanden’, zei Staaterman. ‘Het is zaak om die zo snel mogelijk in de praktijk toe te passen.’
***
En zo kwam langzamerhand de zon door de wolken. Het bewustzijn groeit. Steeds meer mensen lijken in te zien dat stilte van vitaal belang en lawaaivervuiling een collectief, maatschappelijk probleem is. Burgers, maar ook beleidsmakers.
‘Het besef neemt toe dat steden niet alleen hitte-eilanden zijn, maar ook pleisterplaatsen van geluid’, zei Hans Bruyninckx, directeur van het Europees Milieuagentschap, toen ik hem in de lobby van een hotel in de schaduw van het Brusselse Berlaymontgebouw ontmoette. ‘Steeds meer steden voeren autoluwe zones en geluidsnormen voor grote bouwwerken in, om maar iets te zeggen. Het gaat traag, maar het gaat wel overal de goede kant op.’
In Londen lazen we op de konten van de iconische rode dubbeldekbussen: ‘This bus is powered by cleaner electric hybrid technology.’ Ze waren opvallend stiller dan hun voorgangers, die op fossiele brandstof reden.
In Oslo, ’the electric vehicle capital of the world’, hoorde ik de vele Tesla’s amper naderen.
In Parijs, waar de socialistische burgemeester Anne Hidalgo de bestrijding van lawaaivervuiling hoog op de politieke agenda heeft gezet, zag ik tientallen Medusa’s hangen: ‘lawaaiflitspalen’ die met een foto en een geluidsmeting al te lawaaierige auto’s en brommertjes detecteren. Binnenkort hangt er ook in Genk eentje, om er de geluidsterreur van de vele ‘patserbakken’ in het centrum tegen te gaan.
Het traditionele vuurwerk ter afsluiting van Rock Werchter en Pukkelpop was vorige zomer voor het eerst geluidsarm, ‘vanwege de funeste gevolgen voor de dieren’.
De Vlaamse regering eist dat de gemeenten hun vervuilende, lawaaierige bladblazers bij het huisvuil zetten.
Stadsbesturen maken meer ruimte vrij voor wandelaars en fietsers. Treinen, trams en vliegtuigen zijn nu al stiller dan dertig jaar geleden. ‘Toen ik als kind in Antwerpen woonde en er denderde een tram voorbij, stonden de theekopjes te rinkelen in de kast’, vertelde architect en voormalig Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck ons. ‘Met dank aan de rubberen beddingen, die de trillingen dempen, glijdt de tram nu bijna ongemerkt voorbij. De kentering is ingezet, het helse lawaai gaat eruit.’
Vanzelfsprekend is de weg nog lang. En vanzelfsprekend is het klimaatprobleem urgenter. Maar dat is juist wat ons zo hoopvol stemt: als we al onze pijlen richten op de elektrificatie van de samenleving, op groene energie en een collectiever denken, krijgen we een stillere wereld er gratis bovenop.
***
Tijdens de voorbije ‘lockdownlente’ merkten we met zijn allen hoe het anders kon. Het ‘deken van lawaai’ dat normaal gesproken over deze wereld hangt, werd weggetrokken en al snel doken in alle uithoeken van de wereld getuigenissen op over hoe heerlijk de herwonnen stilte wel was.
Kunnen we ze dan nu verduurzamen, die nieuwe stilte?
‘Ik voelde me veel beter, veel meer ontspannen dan anders’, vertelde Tomas nog. ‘Ik kon er zo meteen niet de vinger op leggen, maar bleek dat het gewoon de stilte was die me zo deugd deed.’
Terwijl hij het zei, cirkelde boven zijn tuin een nieuwe helikopter. We moesten even stoppen met praten. ‘Het zal wat cliché klinken,’ ging Tomas verder, ‘maar ik heb het gevoel dat ik in extra tijd leef, dat het een cadeau is dat ik er nog ben. Ik wil mijn energie alleen nog maar in positieve projecten steken, meehelpen om de wereld een beetje te verbeteren. Al is het maar dit kleine stukje van de N8.’
Aan de drukke verkeersweg waar hij woont, wil hij een soort proeftuin creëren, die werkt rond lawaai, mobiliteit en urbanisatie, maar ook rond migratie, het klimaat en een ander, trager levenstempo. Hij heeft een breed netwerk en al veel goede ideeën.
‘Wat denk je?’ vroeg hij. ‘Is de tijd daar rijp voor?’
Muzikale stiltecabines
We spraken niet alleen met cardiologen, wetenschappers, filosofen, geestelijken en psychiaters, maar ook met neoklassieke muzikanten zoals Olafur Arnalds, Joep Beving, Adam Wiltzie (A Winged Victory for the Sullen), Hauschka en Hania Rani.
Met hun trage, simpele, verstillende pianocomposities zijn de neoklassieke muzikanten populairder dan ooit tevoren – getuige ook het succes van Nils Frahm, Max Richter en Ludovico Einaudi. Zijn zij de kanaries in de koolmijn, vroegen we ons af, de gevoelige zielen die als eersten aanvoelen wat ons allemaal te wachten staat: een wereld zonder stilte?
Olafur Arnalds vond van wel. In de coulissen van het Koninklijk Circus, waar hij die avond een uitverkocht concert hield, vertelde hij ons dat hij neoklassiek als een anarchistische beweging beschouwde, ‘gekant tegen het verschroeiende tempo van de hedendaagse maatschappij’.
Later voegde Joep Beving daaraan toe dat hij met zijn muziek een soort ‘stiltecabine’ wilde creëren, ‘waarin tijd even geen factor is en mensen uit de herrie, de manie van alledag kunnen ontsnappen’, terwijl Hania Rani de indruk heeft gevangen te zitten in een kooi van geluid. ‘Er zou dringend meer bewustwording moeten komen’, zei ze na haar concert in de Oostendse club KAAP. ‘Want ook de stilte kan verdwijnen, net zoals de ijsbeer.’
Maar of het genre zelf volledig vrij van zonden is, en of kunst de wereld kan redden? Nee, dat dacht Volker Bertelmann – beter bekend onder zijn artiestennaam Hauschka – nu ook weer niet: ‘Op de keper beschouwd is het meditatiemuziek voor hipsters. Alleen hoef je niet langer aan de kassa van de supermarkt stiekem de cd met walvisgeluiden tussen je groenten te verstoppen, je kunt nu online een neoklassiek album streamen en het is nog cool ook.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier