Van Hool stopt met bussenproductie in België: ‘Eigenlijk is dit geen verrassing’
Het ziet ernaar uit dat bussenbouwer Van Hool na een woelige periode niet langer verder zal gaan met de productie van stadsbussen en touringcars in ons land. Honderden jobs dreigen verloren te gaan. ‘In Noord-Macedonië kost een werknemer 3,5 keer minder voor Van Hool’, zegt Trends-journalist Wolfgang Riepl.
In Koningshooikt, een deelgemeente van Lier, komen al sinds 1947 bussen van de band met een sterke reputatie wereldwijd. Mede door de coronacrisis kregen de Belgische afdelingen van bussenbouwer Van Hool het steeds moeilijker. De concurrentie in landen met lagere loonkosten en betere toegang tot grondstoffen, bijvoorbeeld voor batterijen voor elektrische bussen, woog steeds meer door.
De Nederlander Marc Zwaaneveld werd begin dit jaar aangesteld als crisismanager om het bedrijf te saneren. De divisie die stadsbussen produceert en werk biedt aan honderden werknemers in ons land, lijkt nu definitief verloren te gaan. Dat weet ook economiejournalist Wolfgang Riepl, die de busbouwer al jaren volgt voor het zakenblad Trends.
Riepl: ‘Het plan wordt maandag pas officieel bekendgemaakt op de ondernemingsraad. Hoe dat er precies uit zal zien is officieel nog niet bekend, maar er zullen waarschijnlijk zware saneringen volgen. Marc Zwaaneveld is iemand die wel vaker wordt gevraagd als er bezuinigd moet worden. Hij heeft daarin veel ervaring, bijvoorbeeld bij afvalbedrijf Van Gansewinkel.’
Sinds begin dit jaar zit een derde van de personeelsleden thuis vanwege economische werkloosheid. Zat dit eraan te komen?
Wolfgang Riepl: Dit nieuws is maar een deeltje van een veel langer proces. Die tijdelijke werkloosheid is er al zeker sinds covid. Maar nog langer geleden, in 2013, opende Van Hool een filiaal in Skopje (Noord-Macedonië). Sindsdien is de werkgelegenheid daar sterk gegroeid en de productie van bussen grotendeels naar daar verplaatst. In Koningshooikt zijn er twee belangrijke productieafdelingen. Enerzijds de bussen en anderzijds industriële voertuigen zoals opleggers voor containers. Die laatste blijken wel nog rendabel te zijn. De kans is dus groot dat er vooral in het bussensegment zal worden gesnoeid.
Zullen er veel mensen moeten vertrekken?
Riepl: Sinds de opening in Noord-Macedonië is het aantal werknemers in Koningshooikt al sterk afgenomen. Rond 2010 werkten er ongeveer 4000 werknemers in België, nu nog 2500. Die zijn niet allemaal ontslagen, maar gingen weg door natuurlijke afvloeiing, bijvoorbeeld door pensioenen. De afbouw in ons land is dus al veel langer bezig. Van de huidige 2500 zullen er waarschijnlijk wel mensen worden ontslagen, maar zeker niet iedereen, aangezien de productie van industriële voertuigen en de onderzoeksafdeling wel nog in België zullen blijven.
In een toespraak in 2015 zeiden ze bij Van Hool al: ‘In België produceren betekent voor ons verlies maken.’ Veel technisch geschoolde mensen waren ook vertrokken om elders aan de slag te gaan. Het was voor hen dus verliesgevend en ze vonden nauwelijks nog technisch geschoolde mensen. In Skopje is dat veel makkelijker en kosten werknemers ongeveer 3,5 keer minder. Verder kwamen er ook minder klachten over de bussen uit Skopje dan over die van Koningshooikt. Op lange termijn is dit eigenlijk geen verrassing.
In een toespraak in 2015 zeiden ze bij Van Hool al: ‘In België produceren betekent voor ons verlies maken.’
Van Hool liep onlangs een groot contract mis bij de Lijn. De Chinese producent BYD kon het 20 procent goedkoper. Had dat een invloed?
Riepl: Ik heb al vaker gehoord dat de contracten van De Lijn financieel meestal niet interessant zijn. Ze houden bijna uitsluitend rekening met de prijs. Van de andere kant vond Van Hool het wel belangrijk om aan klanten te laten zien dat ze in eigen land met hun bussen rondreden. Bestellingen van de Lijn waren dus nooit de orders waar ze veel aan verdienden, maar het was symbolisch wel iets waard als de Lijn voor bussen van Belgische bodem koos.
Ook de Vlaamse regering is betrokken partij. Wat betekent zij voor Van Hool?
Riepl: Van Hool heeft in 2021 een waarborg gekregen voor leningen voor een bedrag van 68 miljoen euro. De helft daarvan is gewaarborgd via de Vlaamse regering. Stel dat het bedrijf failliet gaat, dan krijgen de banken dus 34 miljoen euro terugbetaald vanuit de Vlaamse regering. Maar eind 2022 had Van Hool in totaal ongeveer 200 miljoen euro bankschulden. Die 34 miljoen waarborg is in verhouding tot de schulden dus relatief beperkt.
Hoe gaat het nu verder?
Riepl: De Vlaamse regering wil eventueel mee in het bedrijf stappen, en daarbij in kapitaal voorzien. Ze stelt wel als voorwaarde dat er nog een privépartij moet worden betrokken. Dus ofwel verschaft de familie Van Hool het kapitaal – zij is vandaag nog volledig eigenaar. Ofwel zoekt ze naar een andere aandeelhouder. De Vlaamse regering zou willen deelnemen, maar dan moet er een privépartner over de brug komen. Dat is nu niet het geval. De onderhandelingen met de Vlaamse regering lopen daarom nog steeds.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier