Van dakloze tot internationale held: het verhaal van de eerlijke vinder die nu geluk aantrekt
Nadat hij een in de trein gevonden portefeuille met 2000 euro eerlijk had aangegeven bij de politie, veranderde het leven van Hadjer Al-Ali op slag.
Wanneer Hadjer Al-Ali op 23 juni over de perrons van Amsterdam-Centraal zwerft, zitten er in zijn rugzak een boek over eetbare planten en tekeningen van zijn twee kinderen. Ruim een jaar al leeft Al-Ali – ragebol van een baard, pet op het hoofd, van top tot teen in het zwart gekleed – op straat. Hij kende de moeilijkste kindertijd en kampte met een drugsverslaving. Zijn twee kinderen wonen bij hun moeder in Apeldoorn, het contact met hen is al even verbroken.
In de straten rond het station zoekt Al-Ali elke avond naar een geschikte slaapplek en verbroedert hij met lotgenoten. Een paar maanden geleden hielp hij een man uit Polen begraven die tijdens een koude nacht was doodgevroren. ‘Zijn ouders hadden geen geld om vanuit Polen tot in Amsterdam te komen’, zegt Al-Ali. ‘Dus heb ik zijn begrafenis gefilmd met mijn telefoon, zodat zij thuis mee konden volgen.’
In en rond het station raapt hij elke dag weer lege blikjes op, die hij kan inruilen voor statiegeld. 15 cent per blikje. ‘Op een goede dag, als bijvoorbeeld Ajax heeft gespeeld, kan ik zo makkelijk 70 tot 100 euro verdienen’, zegt Al-Ali.
Op de dag die zijn leven door elkaar zou schudden vloekt hij eerst hardop. Vlak voor hem ziet hij een schoonmaker van de Nederlandse Spoorwegen (NS) de trein naar Amersfoort opstappen die hij zelf op het oog had.
Een paar maanden geleden hielp hij een man uit Polen begraven die tijdens een koude nacht was doodgevroren.
‘Ik had de routine om snel de treinen door te stappen en daar zo veel mogelijk blikjes uit de afvalbakjes te verzamelen’, zegt Al-Ali. ‘Doorgaans leverde zo’n lange trein me 5 euro op in tien minuten. Dat die schoonmaker net voor mij de trein opstapte was dus balen.’
Teleurgesteld stapt Al-Ali dan maar op de veel kortere trein op het aanpalende perron. De trein is leeg. Het is zondag, de dagjestoeristen zijn de binnenstad al in gestroomd. Al-Ali denkt aan zijn dochter Dinaya en zijn zoon Malik, zeven en zes. Hoe zou het met hen zijn? Aan het boek in zijn rugzak denkt hij ook. Waar zou hij straks iets te eten vinden?
Maar dan lijkt er in zijn hoofd een lampje aan te gaan. Het werpt zijn lamp op het eerste tafeltje in de wagon die hij net is in gestapt. Midden in de lichtbundel ziet hij een zwarte lederen portefeuille liggen. Nieuwsgierig als hij is opent hij ze, op zoek naar een identiteitskaart. Wat hij vindt, zal zijn leven veranderen.
‘Het was heel bijzonder’, zegt Al-Ali.
In de portefeuille zit bijna 2000 euro. 1970 euro om precies te zijn, in briefjes van 50 en 20 euro vooral. ‘Alsof ze daar was neergelegd door een engel.’
Door zijn hoofd flitst de onvermijdelijke vraag: wat nu?
○○○
33 is Hadjer Al-Ali. Hij wordt geboren in een vluchtelingenkamp in Saudi-Arabië, waar zijn ouders naartoe zijn gevlucht om aan de oorlog in hun geboorteland Irak te ontsnappen, en op jonge leeftijd belandt hij in Nederland. Met hulp van de Nederlandse overheid kunnen vader en moeder een huisje betrekken in Zwolle, een stad in de provincie met iets meer inwoners dan Brugge.
‘Mijn ouders waren getraumatiseerd en konden niet voor mij zorgen’, vertelt Al-Ali me op het terras van de Amsterdamse bibliotheek. ‘Mijn vader werkte van maandag tot zaterdag in de fabriek en kon niet met zijn frustraties om. Mijn hele jeugd heeft hij me geslagen, of ik nu iets goeds deed of iets slechts. Ik ben opgegroeid in angst. Op een dag is mijn moeder vertrokken met mijn zusjes, terug naar Irak.’
Al-Ali blijft alleen achter bij zijn vader. Elke vorm van zorg ontbreekt. Meer dan eens krijgt hij last van luizen, hij steelt Sultanakoekjes uit de plaatselijke Albert Heijn. Als hij op een dag gaat slapen bij een vriendje, wordt hij aangerand door diens vader. ‘Ik moest bij die man in bed komen liggen, waarna hij me begon te betasten.’
Zijn vader leert een nieuwe vriendin kennen en stuurt zijn zoon naar oma in Denemarken. Thuis loopt hij toch maar in de weg. ‘Ik voelde me gedumpt’, zegt Al-Ali.
‘Wie dakloosheid wil bekampen of mentaal welzijn wil verbeteren mag niet vervallen in hokjesdenken’
In Denemarken kent hij enkele zorgeloze jaren, maar op zijn achttiende keert hij terug naar Nederland. Hij wil er zijn rijbewijs halen, een baan vinden, een eigen leven opbouwen. In de plaats daarvan belandt hij in criminele milieus en wordt hij op een nacht gearresteerd na een uit de hand gelopen caféruzie. ‘Ik werd door zeven man aangevallen en probeerde me te verdedigen door in de lucht en op de grond te schieten.’
Achttien maanden moet hij brommen.
Weer vrij weet Al-Ali wat hem te doen staat in het leven: het rechte pad bewandelen. Hij leert een vrouw van Surinaamse afkomst kennen, ze worden verliefd, gaan samenwonen en krijgen al snel twee kinderen.
Maar in sommige levens is geluk geen vanzelfsprekendheid: net in die periode vermoordt zijn neef, met wie Al-Ali zich nauw verwant voelt, eerst zijn vrouw en daarna zichzelf. ‘We waren broertjes in de borstvoeding’, zegt Al-Ali. ‘We zijn als baby door dezelfde vrouw – mijn tante, zijn moeder – gezoogd en waren beste matties. Hij was de enige van mijn familie met wie ik nog contact had.’
Op de koop toe ontdekt Al-Ali dat zijn vrouw hem bedriegt. Hij vraagt de scheiding aan, verliest het recht om de voogdij over zijn kinderen uit te voeren, belandt na een tijdje in een hotelkeuken te hebben gewerkt op straat in Amsterdam, raakt even aan de drugs en weigert in opvangcentra te overnachten, omdat uitgerekend daar volop drugs worden verhandeld.
De straat is nu zijn thuis.
○○○
De portefeuille met 2000 euro is niet de eerste waardevolle vondst die Al-Ali in zijn periode als dakloze doet. Eerder raapte hij al verschillende telefoons, een Iers paspoort en een portefeuille met 500 euro van de straatstenen. Bovendien heeft hij net het boek Manifesteren – 7 stappen om je mooiste leven te leven gelezen, een wereldwijde bestseller van de Brits-Iraakse Roxie Nafousi. ‘Waar je aan denkt, dat trek je aan: dat is Nafousi’s boodschap’, zegt Al-Ali. ‘Het is dankzij haar boek dat ik viraal ben gegaan.’
In een schriftje noteerde hij tijdens het lezen: ‘Overal waar ik loop, trek ik geluk aan. Geluk houdt van mij. Geld zoekt mij op en maakt me financieel vrij. Mensen kijken naar me op. Ik zal liefde investeren in de wereld en die liefde zal dubbel en dik terugkomen.’
Drie maanden lang heeft Al-Ali die boodschap als een mantra in zijn hoofd herhaald. Wanneer hij in de trein de portefeuille ziet liggen, twijfelt hij dus niet.
Een duiveltje in mijn hoofd zei: lekker een maand op hotel, goed eten, een nieuwe telefoon.
Nou ja, heel even maar. ‘Een duiveltje in mijn hoofd zei: lekker een maand op hotel, goed eten, een nieuwe telefoon’, lacht hij. ‘Maar dat duiveltje was snel weer weg.’
Al-Ali brengt de portefeuille én het geld naar het dichtstbijzijnde politiekantoor. Daar maakt hij met zijn telefoon een filmpje, waarin hij zegt: ‘Misschien heeft iemand gespaard voor zijn kindje, misschien is het van iemand die het hard nodig heeft. Als je iets vindt, breng het altijd gewoon terug, ongeacht je situatie. Misschien heeft de eigenaar van dat geld werk voor mij, of heeft hij panden. Je weet maar nooit wat voor mogelijkheden hieruit komen.’
Van de politie krijgt Al-Ali een cadeaubon van 50 euro en de Zilveren Duim, een onderscheiding voor Amsterdammers die een uitzonderlijke prestatie hebben verricht. En daarmee is de kous af, denkt hij. Maar toevallig heeft hij enkele dagen eerder een interview gegeven over ‘Vaderdag beleven zonder je kinderen in de buurt’ aan een journaliste van dagblad De Stentor. Die is intussen een van zijn twee volgers op Instagram en pikt het filmpje op.
In de Albert Heijn kreeg hij applaus van de caissières, in de trein naar Apeldoorn mocht hij van de treinbegeleider in eerste klasse reizen.
Daarna gaat het snel: landelijke media in Nederland en België pikken het verhaal op. ‘Ik ben heel spiritueel’, zegt Al-Ali in de krant. ‘Nu denk ik nog meer dat het universum een plan heeft met mij.’ Iemand zet een crowdfundingactie op, de donaties stromen binnen. 5 euro, 10 euro, 50 euro, tot zelfs 750 euro. Overal op straat wordt hij herkend, de hele tijd moet hij op de foto. In de Albert Heijn krijgt hij applaus van de caissières, in de trein naar Apeldoorn mag hij van de treinbegeleider in eerste klasse reizen, de eigenaar van een stratenmakersbedrijf biedt hem zelfs een baan aan. Via zijn Instagram- en TikTokpagina krijgt hij het ene gekke aanbod na het andere: een gratis gebitsreiniging, een bezoek aan de manicure, de pedicure, nieuwe schoenen en kleren, een iPhone en – jawel – een vliegreis naar Thailand. Op televisiezenders van Frankrijk tot Egypte wordt zijn verhaal besproken.
Tot Al-Ali het genoeg vindt en vraagt om de crowdfundingactie stop te zetten. ‘Ik wil niet te hebberig zijn’, laat hij weten.
○○○
Vijf maanden na de vondst nipt Hadjer Al-Ali op het terras van de bib van zijn koffie. ‘Het is nogal een rollercoaster geweest’, zegt hij. Met The Chosen Soul – 11.300 volgers op Instagram – heeft Al-Ali zijn eigen bedrijfje opgericht. Hij handelt nu in wasmiddel. In de bib leest hij veel boeken over mannelijkheid, en heimelijk denkt hij na over een boek over zijn eigen leven.
Het leven op straat mist hij soms. ‘Op straat is het leven simpel’, zegt Al-Ali. ‘Niemand is er voor je, behalve God. Alleen Hij geeft om je. Maar als je viraal gaat met zoiets als wat ik meemaakte en je familie zelfs dan nog niet om je geeft, dan is dat extra pijnlijk.’
De dag voor onze ontmoeting kreeg hij van de rechter te horen dat hij zijn kinderen opnieuw mag zien. Om de andere week mag hij ze ophalen van school en mogen ze tijdens het weekend bij hem logeren. ‘Zij zijn mijn grote motivatie’, zegt hij.
Hij doet aan sport en straks wil hij eindelijk naar Thailand.
‘Veel mensen zien me blijkbaar als een zwarte dakloze die ofwel veel te lief, ofwel niet goed bij zijn hoofd is.’
Geregeld ontvangt hij phishingberichten. ‘Veel mensen zien me blijkbaar als een zwarte dakloze die ofwel veel te lief ofwel niet goed bij zijn hoofd is’, zegt hij. ‘Ik voel nog altijd de naschok van wat er is gebeurd.’
En de eigenaar van de portefeuille? ‘Nog altijd niets van gehoord’, zegt Al-Ali. ‘Vreemd verhaal, toch?’
‘Dakloosheid los je op met daken, kansarmoede met kansen’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier