Vrije Tribune
‘Uber Files: de meedogenloze aanpak van Uber is niet representatief voor de Europese of Belgische lobby’
‘Een sterke lobby heeft oprecht oog voor het publieke belang en denkt op de lange termijn’, schrijft expert lobbying Iskander De Bruycker (Universiteit Maastricht).
De Uber Files plaatsen de Europese en Belgische politiek in een negatief daglicht. Gelekte confidentiële documenten tonen aan hoe Uber achter de schermen staatsleiders als Emmanuel Macron en Boris Johnson belobbyde. Uber had in haar lobbycampagne lak aan ethische bezwaren: geweld tegen Uber chauffeurs in Europese hoofdsteden werd uitgebuit als politiek wapen, in Rusland werd ondanks vrees voor omkoping een aan een oligarch gelinkte lobbyist ingehuurd.
Dichter bij huis, gaf de vriendschapsrelatie tussen Pascal Smet en toplobbyist Mark MacGann Uber mogelijk een vrijgeleide in de Belgische hoofdstad. Een kritisch burger fronst van minder de wenkbrauwen. Verontrustend is vooral dat Uber bijzonder succesvol is geweest met haar aanpak. Is machiavellistisch lobbywerk dan een garantie op politiek succes? Aan de ene kant heeft het Uber geen windeieren gelegd. Aan de andere kant keert het meedogenloos lobbywerk nu als een boemerang terug in hun gezicht.
Schandalen als de Uber Files zijn de voedingsbodem van clichés over lobbying. Ze schetsen een beeld van vriendjespolitiek, van onethisch en illegaal gedrag. Nochtans zijn lobbyisten nodig voor het goed functioneren van de democratie. Tienduizenden lobbyisten in Brussel vertegenwoordigen de belangen van burgers en bedrijven op politiek niveau. Uit onderzoek blijkt dat lobbygroepen in België en Europa als een belangrijk doorgeefluik kunnen fungeren tussen de politiek en de samenleving. Daarnaast verrijken lobbygroepen vaak het publieke debat. Politici hebben lobbyisten broodnodig. Lobbyisten voorzien politici met informatie over de achterban en oppositie. Ze reiken ‘gratis’ technische en juridische expertise en argumenten aan en helpen politici zo om gedeelde politieke doelen te bereiken.
Dat geldt ook voor Uber. Vele Europese politici hebben Uber in 2015 met open armen ontvangen. Voormalig Uberlobbyist MacGann gaf aan dat hij in zijn ganse carrière nooit zo gemakkelijk toegang kreeg tot toppolitici. Dat hoeft niet te verbazen. De digitale deeleconomie was hot. Consumenten waren fan. Een taxi bestellen was nooit zo eenvoudig. Bedrijven als Uber vertegenwoordigden de toekomst. Het initiële lobbysucces van Uber kadert binnen een maatschappelijke context die voor hen bijzonder gunstig was.
De prijs van framing
Minder gunstig voor Uber was de protectionistische beleidscontext in Europese steden. Uber had een wettelijk kader nodig om deelritten legaal te maken. Het moest opboksen tegen de sterk gereguleerde taxi sector. Onder het credo ‘’geweld garandeert succes’ koos toenmalig Uber CEO Kalanick voor de aanval. De confrontatie met de taxisector werd niet geschuwd. De vele geweldplegingen tegen Uber chauffeurs werd destijds gezien als een godsgeschenk, een momentum om de publieke opinie en politici aan Ubers kant te krijgen. De controverse moest brandende gehouden worden. De framing van Uber als slachtoffer won hen sympathie bij het brede publiek, maar het ging ten koste van de veiligheid en de openbare orde.
Ondanks interne waarschuwingen vanuit het public affairs team, koos Kalanick politiek gewin boven de veiligheid van de chauffeurs. Daarnaast maakte Uber volgens de gelekte documenten gebruik van afluisterapparatuur en privédetectives en zou het overheidscontroles bewust ontweken hebben. Zulke tactieken breken voor een bedrijf op de lange termijn zuur op. Morele bezwaren waren voor MacGann klaarblijkelijk één van de redenen dat hij de Uber Files lekte.
Gelukkig is deze meedogenloze aanpak niet representatief voor de Europese of Belgische lobby. Het is ook absoluut geen garantie op politiek succes. Integendeel. Een sterke lobby heeft oprecht oog voor het publieke belang en denkt op de lange termijn. Politieke beïnvloeding is geen spurt maar een marathon. Bij Uber leek die lange termijn visie en oprechtheid ver zoek.
Lobbygroepen kunnen zich illegaal of onethisch gedrag simpelweg niet veroorloven. Het risico is te groot. Eén schandaal blijft decennia lang hangen in het collectieve geheugen. Denk aan de tabakslobby of het Volkswagenschandaal. Vertrouwen en geloofwaardigheid zijn voor lobbygroepen essentieel om politieke invloed uit te oefenen. Uber is de politiek te paard te lijf gegaan. Het zal nu schoorvoetend het vertrouwen van politici en de publieke opinie terug moeten winnen.
Het is belangrijk dat een parlementaire commissie goed onderzoekt of de vriendschap tussen Pascal Smet en Mark MacGann een significante rol heeft gespeeld.
Big Bad Tech
Dat vertrouwen en relaties belangrijk zijn in lobbying, blijkt ook uit de amicale berichten tussen Smet en MacGann. Ze zouden elkaar als vriend beschouwen. De oppositie schreeuwt moord en brand. Zulke vriendschappelijke relaties tussen lobbyisten en politici zijn echter niet uitzonderlijk. Het zou mij niet verbazen als lobbyisten van de taxisector ook amicale contacten onderhouden met politici. Politici en lobbyisten mogen gelukkig zelf nog kiezen met wie ze bevriend zijn.
Wanneer vriendschap echter een instrument wordt om beleid te beïnvloeden, is dat natuurlijk wel problematisch. Het creëert een beeld van een homogene ‘machtselite’ die de belangen van hun eigen sociale kringen bedienen. Zulke vriendjespolitiek ligt enorm gevoelig bij de publieke opinie en is koren op de molen van populisten en complotdenkers. Daarom is het belangrijk dat een parlementaire commissie goed onderzoekt of de vriendschap tussen Smet en MacGann een significante rol heeft gespeeld in het Brusselse bestuursakkoord. Ook een betere, officiële registratie van lobbycontacten kan helpen het vertrouwen terug te winnen.
Technologiegiganten als Uber, Google, Meta en Amazon hadden de vorige decennia nog de politieke wind in de zeilen. De deuren van Europese politici stonden wagenwijd open. De Europese politiek kijkt vandaag veel sceptischer naar de sector en ziet nu ook de potentiële bedreigingen. De strijd om Big Tech te reguleren is op Europees niveau al volop ingezet: in 2018 werd Facebooktopman Mark Zuckerberg op het matje groepen in het Europees Parlement, in 2020 stond Google in het oog van de storm nadat hun lobbystrategie voor de Europese Digital Services Act lekte. Burgerbewegingen als Avaaz en het Corporate European Observatory werpen zich op als waakhonden van de sector. Ondertussen bekritiseren vakbonden en politici hoe Tech giganten als Amazon en Uber hun medewerkers behandelen. Consumenten worden sceptischer. De concurrentie groeit. Binnen deze tijdsgeest doet dit schandaal Uber extra pijn. Onder leiding van de nieuwe CEO Khosrowshahi heeft Uber zich als bedrijf getransformeerd. Toch zal het voor dit schandaal een dure prijs betalen.
Of dat ook geldt voor de politici die Uber in de schaduw gesteund hebben? Dat zal de toekomst moeten uitwijzen.
Iskander De Bruycker is Assistant Professor Europese politiek aan de Universiteit Maastricht. Hij doet onderzoek en doceert vakken omtrent lobbying, burgerbewegingen en belangenvertegenwoordiging in Europa.
De Uber Files
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier