Trumps agressieve tarievenbeleid: zijn er ook positieve economische gevolgen voor België?

Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

De economische politiek van de Amerikaanse president Donald Trump heeft grote gevolgen voor Europa en België. Vooral negatieve, maar het biedt ook kansen. Want wie weet zorgt Trump voor de buitenlandse druk die we blijkbaar nodig hebben om te hervormen.

Misschien krijgt Donald Trump geen Nobelprijs voor de Vrede voor het staakt-het-vuren in het Midden-Oosten en in Oekraïne, maar hij verdient zeker de Karelsprijs. Die wordt jaarlijks toegekend aan iemand die zich verdienstelijk heeft gemaakt voor de Europese eenwording. Het is het grapje dat nu de ronde doet, en niet zonder reden.

Bijna twee maanden geleden legde Trump voor de tweede keer de eed af als Amerikaans president. Kwam zijn politiek tijdens de eerste ambtstermijn maar traag op gang, dan was er nu sprake van een wervelwind. Die hoos is merkbaar op binnenlands vlak. Springen het meest in het oog: de bijltjesdagen die het Department of Government Efficiency (DOGE), onder leiding van de rijkste mens ter wereld Elon Musk, organiseert om het overheidsapparaat af te slanken.

De wervelwind is ook duidelijk voelbaar in de rest van de wereld, onder meer met de wapenstilstand tussen Israël en Hamas en de vredesonderhandelingen tussen Rusland en Oekraïne, beide geforceerd door Trump. Of en tegen welke prijs die een succes zullen zijn, is een ander verhaal.

Trump ging ook met zijn economische politiek als een SpaceX-raket van start. De eerste gevolgen daarvan zijn in de Verenigde Staten al merkbaar. De kans is reëel dat de Amerikaanse economie zal krimpen en in een recessie terechtkomt. Sinds de eedaflegging gingen op Wall Street- en Nasdaq-beurzen al miljarden verloren.

Het staat vast dat ook de rest van de wereld de gevolgen zal dragen van het beleid dat vanuit Washington en Mar-a-Lago wordt gevoerd. Maar hoe zal de economische politiek van Trump Europa en meer bepaald België raken? Een rondgang met vier haltes: de handelstarieven, hogere defensie-uitgaven, de volatiele dollarkoers en, last but not least, de totale chaos.

De man met het tarievenplan: hoe Donald Trump met invoerheffingen de wereldorde wil hertekenen

1. Handelstarieven

Met Trump als president is het protectionisme helemaal terug. De president stoort zich mateloos aan het tekort op de Amerikaanse handelsbalans: het verschil tussen invoer en uitvoer bedroeg vorig jaar 1200 miljard dollar in het nadeel van de VS. Met de Europese Unie bedroeg het handelstekort 235 miljard. Trump vindt dat men de VS voortdurend geld aftroggelt en verklaarde dat ‘de Europese Unie is opgericht om de Verenigde Staten te naaien’. Hij wil de VS weer rijk maken door hoge invoerrechten te heffen en zo meteen zijn America First-slogan in de praktijk brengen. 

België is een van de weinige Europese landen waarmee de VS een handelsoverschot heeft, namelijk van 2 miljard. De VS zijn de vierde grootste exportmarkt van België, met in 2023 een exportwaarde van 28 miljard euro. Dat is goed voor 7,6 procent van onze totale uitvoer. We exporteren vooral chemische en farmaceutische producten en machines. Daarnaast is België met de havens van Antwerpen en Zeebrugge ook een belangrijk doorvoerland van Europese producten naar de VS.

Trump viseert in de eerste plaats de Europese auto-industrie, en wil 25 procent invoertaksen heffen op staal, aluminium en landbouwproducten. Vorige week dreigde hij ook nog met een invoertaks van 200 procent op alcoholische dranken uit Europa. Die zal kleinere exporterende drankproducenten in ons land naar adem doen happen. 

Een invoertaks van 25 procent zou onze economische groei kunnen halveren.

Als er ook invoertarieven volgen voor chemische en farmaceutische producten, zullen grote bedrijven als Solvay, UCB, Pfizer en GSK worden getroffen. Volgens de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka zou dat op korte termijn 5000 tot 10.000 banen kunnen kosten. Maar met sommige van die chemische en farmaceutische producten staat België aan de wereldtop, zodat ze niet makkelijk te vervangen zijn op de Amerikaanse markt. Dan zouden de  tarieven doorgerekend kunnen worden aan de Amerikaanse consument, die dan uiteindelijk voor de invoertarieven opdraait. 

Hoe dan ook zou een invoerheffing van 25 procent de uitvoer van België naar de VS met een vijfde doen terugvallen, zo berekenden economen van de bank ING. Een tarief van 25 procent zou ons bbp (het bruto binnenlands product, wat we met zijn allen in een jaar aan goederen en diensten vervaardigen) op korte termijn met 0,3 procent doen dalen, en op lange termijn zelfs met 0,7 procent. Aangezien ervan wordt uitgegaan dat onze economie de komende jaren met 1,2 tot 1,4 procent zal groeien, betekent dit dat onze economische groei gehalveerd zou worden. 

De Amerikaanse handelstarieven kunnen Europa aanmoedigen om zelf wat te doen aan de handel. In de eerste plaats zou men werk kunnen maken van vlottere handel binnen de Europese markt. In het Draghi-rapport, dat eind vorig jaar uitstippelde wat de Europese Unie moet doen om het concurrentievermogen te versterken, werd bijvoorbeeld opgeroepen om komaf te maken met de Europese regeldrift. Er zou ook eindelijk een geïntegreerde kapitaalmarktunie van de grond kunnen komen, zodat Europese bedrijven voldoende geld in Europa vinden en daarvoor niet meer naar de VS moeten. 

Europa zou ook met een aantal belangrijke landen een vrijhandelsverdrag kunnen afsluiten, waarbij men afspraken maakt over de afschaffing of verlaging van invoerrechten op veel goederen. Momenteel zijn er zulke onderhandelingen aan de gang tussen de EU en India. Dat land heeft niet alleen het grootste aantal inwoners (1,4 miljard), maar is ook een van de snelst groeiende economieën ter wereld. 

De EU is de grootste handelspartner van India, goed voor 124 miljard euro aan de handel van goederen in 2023 of 12 procent van de totale Indiase handel. Begin maart bezocht een Belgische handelsmissie onder leiding van prinses Astrid India. Een handelsakkoord met bijvoorbeeld India zou onze uitvoer naar dat land een boost geven.

2. Hogere defensie-uitgaven

Trump staat erop dat Europa meer bijdraagt aan de NAVO. Zeker voor België zal de verhoging van de defensiebudgetten een zware budgettaire inspanning vergen, aangezien we van alle NAVO-landen zowat het minst uitgeven aan defensie. In plaats van de tien jaar geleden afgesproken 2 procent van het bbp voor defensie komt ons land nu aan 1,3 procent. Om die kloof te dichten is jaarlijks 4 miljard euro meer nodig dan vandaag. 

De toorn van Trump: wat als België zijn NAVO-bijdragen niet verhoogt?

Premier Bart De Wever (N-VA) en zijn partijgenoot en minister van Defensie Theo Francken lieten al verstaan dat ze de Belgische defensie-uitgaven nog dit jaar willen optrekken naar die fameuze 2 procent. Ondertussen spreken andere NAVO-landen al van minstens 2,5 procent van het bbp voor defensie. Dat zou voor België een budgettaire inspanning van 8 miljard euro betekenen. Economen zien dit alles niet haalbaar zonder nieuwe belastingen of besparingen. Maar de belastingen zijn al hoog in ons land en de regeringsonderhandelingen verliepen lang en moeilijk, zodat geen van beide mogelijkheden voor de hand ligt. 

Hoe die minstens 4 miljard euro extra precies besteed zal worden, is nog onduidelijk. Francken kondigde aan dat hij tegen de zomer met een strategische nota komt, waaruit moet blijken waarin geïnvesteerd zal worden. Natuurlijk wil Trump dat het extra geld dat Europa uitgeeft aan defensie vooral naar de Amerikaanse defensie-industrie gaat. Dat belet niet dat Europa aan het uitkijken is om zijn eigen defensie-industrie op te bouwen of uit te breiden. 

Investeringen in defensie kunnen de economische activiteit en werkgelegenheid in België aanzwengelen.

Onder impuls van Francken zijn er al plannen om defensiebedrijven te laten investeren in de site van de voormalige autofabriek Audi in Vorst. Het Luikse industriële bedrijf John Cockerill toonde interesse om daar gepantserde voertuigen te bouwen. De burgemeester van Charleroi, Thomas Dermine (PS), liet weten dat de voormalige Caterpillar-fabrieken in Gosselies daar beter voor geschikt zijn. Het maakt duidelijk dat de investeringen in defensie de economische activiteit en werkgelegenheid in eigen land kunnen aanzwengelen.

Het grote gelijk van Emmanuel Macron: waarom zijn ‘sterke Europese defensie’ belangrijker is dan ooit

3. Volatiele dollar

De verwachting is dat de economische politiek van Trump de inflatie, de levensduurte, in de VS zal aanwakkeren. Hogere invoertarieven zullen de prijzen die Amerikaanse consumenten moeten betalen voor geïmporteerde producten doen stijgen. Daarnaast kondigde Trump aan dat hij de belastingen zou verlagen en grote infrastructuurwerken zou opstarten, wat de vraag en de prijzen zal opdrijven. De inflatie was in de VS in 2024 gestabiliseerd rond 3 procent, maar specialisten zien de inflatie klimmen naar 4 tot 6 procent. Sommigen spreken zelfs van 10 procent inflatie.

De Federal Reserve (Fed), de Amerikaanse centrale bank, heeft onder meer als opdracht om de inflatie rond de 2 procent te houden. Als de inflatie toeneemt, zal ze allicht de rente verhogen. Het wordt dan duurder om te lenen, en er zal minder worden geïnvesteerd en op krediet worden gekocht. Zo hoopt de Fed de stijging van de prijzen af te remmen. 

De vraag is of Trump de Fed onafhankelijk zijn werk zal laten doen. Tijdens zijn eerste ambtstermijn bekritiseerde Trump de centrale bank al fors, vandaag vindt hij dat ze zijn beleid in de weg staat. Hij dreigt ermee de Fed naar zijn hand te zetten. Volgens sommigen zou zijn rechterhand Elon Musk de centrale bank het liefst gewoonweg afschaffen. 

Hoe Zelensky’s desastreuze ontmoeting met Trump Europa in crisis brengt

Dit alles leidt tot een hoogst onzekere situatie over hoe de inflatie en rente de komende tijd in de VS zal evolueren. Het brengt meteen grote onzekerheid met zich mee: sukkelt de Amerikaanse economie inderdaad in een recessie, zoals voorspeld? Blijft de dollar de veilige haven als er onder impuls van Trump wereldwijd een handelsoorlog uitbreekt? Of zorgt dit alles voor zo veel onrust dat de dollar juist in waarde zal dalen? De enige consensus luidt dat dit alles enige tijd zeer volatiel zal blijven.

Maar de Amerikaanse rente, inflatie en sterkte/zwakte van de dollar zijn wereldwijd van belang. Slechts één voorbeeld: de prijzen van olie en de meeste grondstoffen worden uitgedrukt in dollar. Als de dollar sterker wordt, worden olie en grondstoffen duurder in euro. Dat sijpelt dan vroeg of laat door in de prijzen van alle producten die wij kopen. Aan de andere kant zorgt een zwakkere euro ervoor dat Europese producten goedkoper worden als ze geëxporteerd worden buiten de eurozone, bijvoorbeeld naar de VS. Op die manier zou de wisselkoers een deel van de handelstarieven kunnen opvangen.

Misschien, heel misschien, kan de euro profiteren van de onzekerheid die boven de dollar hangt.

Misschien, heel misschien, kan de euro profiteren van de onzekerheid die boven de dollar hangt. Vandaag is de dollar nog altijd de grootste reservemunt: landen houden hun financiële reserves vooral in dollar aan. De euro is de op één na populairste reservemunt en zou internationaal aantrekkelijker kunnen worden als de koers van de dollar onder Trump onvoorspelbaar wordt, terwijl de euro stabiliteit kan uitstralen. 

4. Totale chaos

Bij aanhoudende onzekerheid is economische schade de enige zekerheid, zo luidt de oneliner. Als gezinnen en bedrijven niet ongeveer weten wat de toekomst zal brengen, stellen ze aankopen en investeringen uit. Dat remt natuurlijk de economie. 

Met president Trump is die onzekerheid terug, en die wordt gevoed door zijn wispelturigheid. Dat zien we bijvoorbeeld wanneer hij invoerheffingen uitvaardigt tegenover vriend en vijand. Handelstarieven worden aangekondigd, uitgesteld, ingevoerd, gepauzeerd,  opnieuw ingevoerd en opgetrokken. Of juist niet. Dat alles in een paar weken tijd. Er is geen touw aan vast te knopen, chaos is troef in het Witte Huis.

Naast het economische beleid van Trump zijn er nog de vele uitspraken van de president die onrust zaaien: de inlijving van Canada, de annexatie van Groenland, de overname van het Panamakanaal, al dan niet manu militari. Daarnaast is er nog de inmenging van Elon Musk in de verkiezingen van onder meer Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, ten voordele van rechts-extremistische partijen. Ook dat zorgt internationaal voor ontsteltenis.

Met een schuldgraad van 105 procent van het bbp heeft ons land weinig ruimte om een zware economische schok op te vangen. 

Meerdere economen hebben al gezegd dat met Trumps importtarieven en buitenlandbeleid ‘Europa’s grootste nachtmerrie werkelijkheid wordt’. De kans op een diepe recessie in Europa is volgens sommigen groot, zeker als de handelsoorlog escaleert met een opbod van invoertarieven. Dat zou natuurlijk slecht nieuws zijn voor Europa en al helemaal voor België. Met een schuldgraad van 105 procent van het bbp heeft ons land weinig ruimte om een zware economische schok op te vangen. 

België bevindt zich trouwens in een perfecte storm, met stijgende vergrijzingskosten, de factuur van de klimaatopwarming en sinds een paar weken ook nog de hogere uitgaven voor defensie. En dat terwijl de rente om geld te lenen voor de overheid steeg van pakweg 3 naar 3,40 procent. Dat betekent dat we meer rentelasten zullen moeten betalen, geld dat we niet voor andere dingen kunnen gebruiken.  

Dit alles zorgt er ook voor dat het regeerakkoord en de budgettaire tabellen van de regering-De Wever nauwelijks anderhalve maand na de eedaflegging totaal achterhaald zijn. We hebben in het verleden gezien dat belangrijke, noodzakelijke hervormingen in ons land alleen maar mogelijk zijn onder grote buitenlandse druk. Het is nog onduidelijk of dit keer Trump daarvoor zal  zorgen.

Trumps handelsoorlog: ‘Vergif met vergif bestrijden is geen goed idee’

Partner Content