De regering-Diependaele maakt de ticketprijzen van De Lijn vanaf april 18 procent duurder, boven op de index. ‘Mensen hebben het gevoel dat ze meer moeten betalen voor minder’, waarschuwt Peter Meukens, voorzitter van reizigersorganisatie TreinTramBus.
Volgens zakenkrant De Tijd legt de regering-Diependaele deze week de laatste hand aan het nieuwe tarievenkader voor De Lijn. Daaruit blijkt dat een gemiddeld kaartje vanaf april 18 procent duurder wordt boven op de gezondheidsindex (de berekening van het prijspeil zonder alcohol, tabak en motorbrandstoffen).
Aangezien die index volgende maand geschat wordt op 3 procent tegenover maart 2024, zou de totale prijsstijging bij De Lijn boven de 20 procent uitkomen. Vanaf volgend jaar zouden de tarieven wel weer gewoon de index volgen.
Tickets voor studenten, ouderen en mensen met een verhoogde tegemoetkoming worden ontzien. Voor die laatste groep komt er naast de index geen extra verhoging. De prijzen van een Buzzy Pazz voor studenten (18- tot 24-jarigen) zullen zelfs met ongeveer een kwart dalen.
‘Dat is allemaal dubbel’, zegt Peter Meukens, voorzitter van de reizigersorganisatie TreinTramBus. ‘Dat de ticketprijzen de index volgen, is niet meer dan billijk. Maar er komt nu wel een grote hap bij, en dat is een probleem.’
De forse tariefverhoging is volgens de regering nodig om een inhaalbeweging te maken. Onder oud-minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) werden de ticketprijzen twee jaar op rij niet geïndexeerd. Meukens: ‘Daarmee deed ze ogenschijnlijk iets sympathieks, maar eigenlijk was het een vergiftigd geschenk.’
Die beslissing zou een gat van om en bij de 30 miljoen euro in de begroting van de vervoersmaatschappij hebben geslagen.
Peter Meukens: Dat klopt, maar het is niet fair dat de reiziger de rekening van een fout regeringsbeleid gepresenteerd krijgt. Ook de nieuwe regering lijkt niet bereid om de Lijn daarin bij te staan. Die 30 miljoen moet nu maar van reizigers komen, terwijl de dienstverlening er echt op achteruit is gegaan.
‘Dit is niet de manier om nieuwe reizigers aan te trekken.’
Ook dat is trouwens een gevolg van de onderinvestering door de overheid. We zitten nu in een vicieuze cirkel, want mensen hebben het gevoel dat ze meer moeten betalen voor minder. Dat is niet de manier om nieuwe reizigers aan te trekken.
De Lijn krijgt in deze regeerperiode wel 400 miljoen euro extra om haar bussen en infrastructuur te verjongen en te vergroenen.
Meukens: Ja, maar we moeten een paar zaken uit elkaar houden. Die 400 miljoen is uitsluitend bedoeld voor investeringen. Het tekort van 30 miljoen zit in het exploitatiebudget, dat nodig is om de bussen en trams elke dag te doen rijden.
Zowel in het openbaredienstcontract als in het regeerakkoord is voorzien dat dat exploitatiebudget pas vanaf volgend jaar licht stijgt, maar dat moet gecompenseerd worden door hogere inkomsten. Met andere woorden: de regering geeft een cadeautje aan De Lijn, maar De Lijn moet haar cadeau wel zelf financieren. Zo gaan we natuurlijk geen stap vooruit.
Volgens de N-VA moet De Lijn ‘haar eigen broek ophouden’.
Meukens: Dat is makkelijk gezegd. Kijk naar de manier waarop de vorige Vlaamse regering omging met de premies voor elektrische auto’s. Daar werd door Lydia Peeters oorspronkelijk een budget van 20 miljoen voor uitgetrokken. Wat bleek? Toen alle aanvragen verwerkt waren, kwamen ze op zo’n 77,5 miljoen uit, bijna vier keer meer dan voorzien. Toen bleek het een kleine moeite om voor een beperkt aantal mensen bijna 60 miljoen extra uit te trekken. En dan heb ik nog niet gesproken over Oosterweel, waarvoor er ook gewoon 3 miljard is bijgepast.
In het geval van De Lijn is er ocharme een tekort van 30 miljoen, wat net zo goed een gevolg is van verkeerde beleidskeuzes. En toch kan de regering daar blijkbaar niets aan doen en moeten de reizigers dat maar bijpassen.
Dat er een tariefverhoging moest komen, begrijpen we. Maar we hadden wel gehoopt dat het gradueel zou gebeuren. Het enige positieve is dat de tarieven voor bepaalde sociale groepen ontzien worden.
‘Minister De Ridder maakt er zich makkelijk vanaf. Dit is geen manier om een modal shift te realiseren.’
Vlaams minister van Mobiliteit Annick De Ridder (N-VA) zei: ‘Voor de mensen die nu moord en brand schreeuwen: weet dat De Lijn een van de goedkoopste vervoersmaatschappijen in Europa is.’ Is dat dan niet zo?
Meukens: Als je puur naar de ticketprijs kijkt, dan klopt die uitspraak. Maar een verhoging van de ticketprijs kan voor ons pas op het moment dat de kwaliteit van het aanbod verbetert. De kwaliteit van de dienstverlening bij De Lijn is navenant. Vandaag wordt één rit op veertig structureel geschrapt, omdat De Lijn te weinig middelen heeft. Daarbovenop zijn er dagelijks ritten die onverwacht uitvallen. Een prijsverhoging kun je dan niet maken. De Ridder maakt er zich makkelijk vanaf door te zeggen: betaal nu maar allemaal een beetje meer voor minder. Dat is geen manier om een modal shift te realiseren.
Wat als de prijsstijging niet volstaat om de put van 30 miljoen te dichten?
Meukens: Dan staat de reiziger wellicht nog een prijsstijging te wachten. Als deze regering een modal shift wil, zal ze mensen ervan moeten overtuigen om de auto vaker te laten staan en te kiezen voor een duurzaam alternatief, zoals het openbaar vervoer. Maar zoiets gaat niet vanzelf. Dan moet je er ook voor zorgen dat het openbaar vervoer aantrekkelijk is. Dat betekent dat erin geïnvesteerd moet worden, en dat doet deze regering veel te weinig.
‘Elke bus of tram van De Lijn is een potentieel kruitvat’