Testaankoop hekelt belangenvermenging bij terugbetaling geneesmiddelen

© Getty
Kristof Clerix
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

De experts die minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) advies geven over de terugbetaling van geneesmiddelen hebben niet zelden zelf belangen bij de farmasector. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek van consumentenorganisatie Testaankoop.

‘Miljarden euro’s belastinggeld: dat is de inzet voor de farmaceutische industrie bij de beslissingen om geneesmiddelen terugbetaalbaar te maken’, schrijft Testaankoop in een nieuw onderzoeksrapport dat Knack en Le Soir konden inkijken.

`Het is minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) die de finale beslissing over de terugbetaling van medicijnen neemt, na een advies van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen (CTG) van het RIZIV. Daarin zitten vertegenwoordigers van universiteiten, verzekeringsinstellingen, apothekers, artsen en de farma-industrie. Die laatsten hebben weliswaar géén stemrecht. Maar ook de andere leden kunnen (financiële) banden hebben met de geneesmiddelenindustrie. En daar wringt volgens Testaankoop het schoentje.

Fortuinen op het spel

‘Commissieleden die deelnemen aan de stemming voor een terugbetaling blijken soms banden te hebben met farmabedrijven over wier geneesmiddel ze moeten stemmen’, schrijft de consumentenorganisatie. ‘Dan is er dus sprake van belangenvermenging op een moment dat er fortuinen op het spel staan. In principe moeten commissieleden zich onthouden van de discussie en de stemming over terugbetaling als er een belangenconflict bestaat. Helaas gebeurt dat niet altijd.’

In de journalistieke onderzoeksprojecten Implant Files en OpenPharma schreven Knack, De Tijd, Le Soir en Médor eerder al over het belang van onpartijdigheid en het risico op belangenconflicten. Testaankoop vroeg voor zijn onderzoek via de wet openbaarheid van bestuur documenten op over het jaar 2020 (‘Het meest recente jaar waarvoor we alle documenten konden verkrijgen’).

Vaststelling 1: belangenverklaringen niet voorhanden

In de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen zitten 23 leden en 22 plaatsvervangende leden met stemrecht. ‘Ze moeten normaal gezien elk jaar een uitgebreide belangenverklaring invullen. Daarin vermelden ze onder meer studies die ze mee hebben begeleid, adviezen die ze hebben gegeven of aandelen die ze hebben van de firma’s. Daarnaast moeten ze ook voor elke vergadering een document invullen, waarbij ze eventuele belangen declareren die verband houden met de concrete dossiers die op de agenda staan’, aldus Testaankoop.

Volgens het huishoudelijk reglement van de commissie moeten de jaarlijkse belangenverklaringen gepubliceerd worden op de website van het RIZIV. Testaankoop: ‘Maar in de praktijk gebeurt dat niet. Om deze documenten in te kijken, moesten we ze noodgedwongen opvragen via de wet op openbaarheid van bestuur.’

En wat blijkt? ‘Van de stemgerechtigde leden die in 2020 een of meerdere vergaderingen bijwoonden, was er voor negen van hen geen jaarlijkse belangenverklaring te bespeuren. En van zes leden was de verklaring niet volledig ingevuld.’

Vaststelling 2: belangenverklaringen matchen niet met Transparantieregister

Testaankoop vergeleek de informatie uit de belangenverklaringen met gegevens uit het Transparantieregister. Daarin moeten farmabedrijven premies en voordelen bekend maken die ze aan gezondheidszorgbeoefenaars hebben toegekend. De consumentenorganisatie stelde vast dat de informatie niet altijd matcht.

In de formulieren van één arts ontbraken bijvoorbeeld verschillende transacties, in die van een andere zweeg hij over het farmageld dat hij kreeg voor ‘diensten en consultancy’.

Zes stemgerechtigde leden ontvingen in 2020 samen meer dan 38.000 euro van farmaceutische firma’s.

Vaststelling 3: ondanks belangenconflict toch meestemmen

‘Onrustwekkend: we stelden vast dat sommige commissieleden ondanks belangenconflicten, tóch meestemden in de dossiers van de firma’s bij wie ze belangen hadden’, schrijft Testaankoop.

Het geeft voorbeelden van drie artsen die in 2020 maar liefst 23 keer meestemden in dossiers van de firma’s bij wie ze aandelen hadden – waaronder GSK. Een ander commissielid verklaarde voor de vergaderingen vier keer dat hij zich zou onthouden van de stemming vanwege een belangenconflict, maar stemde uiteindelijk toch mee.

Volgens Testaankoop loopt het belangenbeleid van RIZIV ‘helemaal mank’: ‘In theorie zou het zogenoemde Bureau van de Commissie in alle verklaringen moeten nagaan of een bepaald belang te zwaar doorweegt waardoor het lid beter wordt uitgesloten van de stemming en eventueel van de discussie van dat geneesmiddel of zelfs voor alle dossiers van die firma. Uit de gesprekken die we hadden met verschillende leden van de commissie en het RIZIV zelf blijkt dat het RIZIV dat oordeel in de praktijk meestal doorschuift naar de leden zelf. Zij moeten zélf voor elke meeting “in eer en geweten” beslissen of ze al dan niet deelnemen aan de discussie en de stemming. Met andere woorden: ze zijn rechter en partij tegelijk.’

In 2012 al adviseerde de Hoge Gezondheidsraad dat niet de expert zelf, maar iemand anders dient te oordelen of een belang een potentieel conflict is.

Onbewuste beïnvloeding

‘Wij beweren niet dat experts zich per se bewust laten beïnvloeden omdat ze geld kregen van firma’s, maar het zou naïef zijn om te veronderstellen dat dit hun oordeel op geen enkele manier beïnvloedt of dat ze immuun zijn voor onbewuste beïnvloeding’, schrijft Testaankoop.

Over concrete dossiers van terugbetaalde medicijnen heeft de consumentenorganisatie het echter niet. Woordvoerster Laura Clays: ‘Het is moeilijk om specifieke dossiers met de vinger te wijzen. We kunnen voor 2020 in geen enkel dossier bewijzen dat die ene stem doorslaggevend was.’

Beïnvloeding bewijzen in concrete dossiers was volgens Testaankoop dan ook niet de opzet van het onderzoek. ‘Bedoeling was om na te gaan of het RIZIV de juiste procedures heeft om adequaat te voorkomen dat er beïnvloeding is – en dus voldoende kan garanderen dat er onafhankelijke adviezen gegeven worden.’

Het RIZIV reageert

‘We nemen dit onderwerp ter harte en zijn bereid de situatie verder te optimaliseren, binnen het kader dat de wetgever vaststelt’, reageert woordvoerster An-Sofie Soens van het RIZIV.

Het RIZIV betwist niet dat er belangenconflicten ontstaan. Soens: ‘Het is een realiteit dat academische en andere klinische experten die hun advies bezorgen, nooit los staan van farmaceutische bedrijven. Is het niet hij/zij persoonlijk, dan wel hun afdeling, hun ziekenhuis of campus of onderzoekslaboratorium. Elke universiteit werkt op een bepaald moment in onderzoek samen met het ene of het andere farmaceutische bedrijf. Scheiding van financiële belangen van farmaceutische bedrijven en voornoemde instanties in de absolute zin bestaat dus daarom niet.’

Net daarom moeten leden van de commissie jaarlijks belangenverklaringen indienen bij het secretariaat, en ook voor elke CTG-vergadering belangenconflicten met betrekking tot het onderwerp kenbaar maken. ‘Het RIZIV heeft geen mogelijkheid om de informatie vermeld in de belangenverklaringen te verifiëren, maar wil er niettemin aan herinneren dat het principe van een verklaring automatisch gebaseerd is op vertrouwen’, zegt Soens.

Ze stipt ook aan dat spreektijden van leden met een belangenconflict worden ingekort. ‘Bovendien herinnert de voorzitter van het CTG er bij de opening van elke vergadering aan dat de leden hun belangenconflicten moeten aangeven en zich moeten onthouden van stemming over de betrokken dossiers.’ Het bureau van de CTG beslist volgens Soens of leden die een direct of indirect belang hebben bij de onderzochte zaak al dan niet mogen deelnemen aan de beraadslaging en/of stemming.

In 2020 hebben één of meerdere CTG-leden zich in 40 dossiers onthouden van stemming.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content