Na de aanslag in Brussel: hoe de Islamitische Staat vecht voor zijn relevantie
De pleger van de aanslag in Brussel noemde zichzelf een strijder voor de Islamitische Staat. Hoewel de terreurbeweging in 2019 grotendeels is verslagen, blijft ze op de loer liggen.
Abdesalem Lassoued, de Tunesische man die gisteren in Brussel twee Zweden doodschoot, was al eerder bekend bij de veiligheidsdiensten. In een zelf opgenomen videoboodschap sprak hij zijn sympathie uit voor de Islamitische Staat (IS). Het is voorlopig onduidelijk of hij alleen handelde.
Bekijk hieronder de beelden van de aanslag.
Tot enkele jaren geleden was IS de meest beruchte terreurbeweging ter wereld. Tijdens de Syrische burgeroorlog was de IS erin geslaagd een aanzienlijk deel van Syrië en Irak te veroveren en een kalifaat te stichten. Op zijn toppunt controleerde de IS een grondgebied met naar schatting tien miljoen inwoners. De IS werd vooral berucht door zijn brute executies, die het zelf verspreidde via sociale media. Mede door die uitgekiende propaganda slaagde de groepering erin duizenden strijders van over de hele wereld te rekruteren. Naar schatting 5000 Europeanen, onder wie honderden Belgen, reisden indertijd naar Syrië. Op 13 november 2015 en 22 maart 2016 pleegden IS-aanhangers aanslagen in Parijs en Brussel.
Ondertussen vecht de IS in Syrië al een tijdje voor zijn relevantie. In maart 2019 werd wat restte van de IS verpletterend verslagen in het Syrische stadje Al-Baghouz. Sindsdien ging de terreurgroep ondergronds en grijpt hij terug naar guerrillatactieken. De IS richt zijn aanslagen vooral tegen het regime van Bashar al-Assad. In 2021 probeerden aan IS-gelinkte groepen tevergeefs de gevangenis van Al-Hasakah aan te vallen, waar tientallen IS-strijders zaten opgesloten. Ook zijn internationale aantrekkingskracht is de IS al even kwijt.
Activiteiten in Afrika
Tegelijk is de terreurgroep de voorbije tien jaar internationaal gegaan. In Mali is de Islamitische Staat in de Sahelprovincie actief, waar een aan de IS gelinkte groepering in 2022 de autonomie uitriep in het oosten van Mali. Ook in Oost-Congo is er een branche van de terreurbeweging actief. In januari was er nog een aanslag op een kerk in de stad Kasindi, waarbij zeventien doden en tientallen gewonden vielen. Ook in Mozambique, Libanon en Afghanistan blijven aan de IS gelinkte groeperingen actief.
Het is niet duidelijk hoe innig de banden tussen die groeperingen zijn. ‘De IS heeft nog steeds een centrale leiding met een kalief, maar die is erg zwak’, zegt de Belgische Syriëkenner Thomas Pierret, verbonden aan het Institut de Recherches et d’Études sur les Mondes Arabes et Musulmans in Aix-en-Provence. ‘De IS-leiding beschikt niet meer over de middelen om zelf aanslagen buiten Syrië te plannen, zoals dat in 2015 het geval was.’
Geen link met Palestina
Opmerkelijk genoeg lijkt de aanval niet ingegeven door de huidige toestand in Israël en Gaza. In zijn videoboodschap repte de verdachte van de schietpartij met geen woord over de Palestijnse zaak. ‘Voor de Islamitische Staat is Palestina een vervelend onderwerp’, aldus Pierret. ‘Hamas, de groepering die de gewapende strijd in Palestina domineert, is gelinkt aan de Moslimbroederschap. De IS beschouwt de moslimbroeders als ongelovigen. Ze willen niets met hen te maken hebben.’
Volgens Pierret focust de IS in zijn propaganda op de meer ‘internationale’ symbolen. ‘De IS wil sympathisanten over de hele wereld aantrekken’, aldus Pierret. ‘Het is niet de bedoeling dat er opnieuw strijders naar Syrië komen. Voor de IS volstaat het dat hun aanhangers op eigen houtje aanslagen plegen in hun eigen land. Daarom legt de IS vooral de aandacht op symbolen die voor moslims over de hele wereld herkenbaar zijn. De koranverbrandingen in Zweden zijn daarvan een goed voorbeeld: het verbranden van een koran is voor elke moslim onaanvaardbaar, en heeft dus in theorie een enorm potentieel om te rekruteren.’
Pierret legt ook de link met de aanslag in het Noord-Franse Arras van vorige week, waarbij een leerkracht werd doodgestoken door een Tsjetsjeense oud-leerling. De broer van de aanslagpleger werd dit jaar veroordeeld voor het plannen van een terroristische aanslag. ‘Ook in Arras was er kennelijk geen link met de Palestijnse zaak’, bemerkt Pierret. ‘Het is alsof de IS de aandacht wil afleiden van de Palestijnse zaak, en wil tonen dat de terreurbeweging nog steeds relevant is.’
Strategisch geduld
De positie van de IS is momenteel kwetsbaar. De groepering beschikt vandaag niet meer over de wapens of de financiële reserves om een nieuw kalifaat in Syrië of Irak in te stellen. Dat neemt niet weg dat de IS wel degelijk op de loer ligt, stelt Pierret. ‘In Syrië zijn er voortdurend conflicten tussen het Syrische leger en lokale milities. Er is een groeiende invloed van Iran, die voor heel wat ongenoegen zorgt. Vroeg of laat zorgt dat misschien voor opstanden die de IS hoopt te exploiteren.’
Voorlopig lijkt de IS-leiding evenwel voor strategisch geduld te opteren. ‘De IS heeft geen haast’, zegt Pierret. ‘De IS-leiders zijn niet het soort mensen die de strijd opgeven als het even minder gaat. Ze kunnen gerust tien jaar wachten. Als er opnieuw instabiliteit in de regio ontstaat, zullen ze klaarstaan.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier