Superregio voor lokale contact tracing in de maak
In de provincie Antwerpen staat een grote verruiming van het gebied voor lokaal contactonderzoek in de steigers. Ruim 800.000 inwoners zouden deel uitmaken van één zone. ‘Ambitieus, maar nodig’, zegt gouverneur Cathy Berx (CD&V).
Lokale contactonderzoekers uit de stad Antwerpen en de randgemeenten zullen de handen op korte termijn wellicht in elkaar slaan. De bedoeling is om een soort superregio voor lokale contact tracing te organiseren die de stad overstijgt, maar kleiner blijft dan de hele provincie.
Concreet gaat het om een regio van ruim 800.000 mensen. Naast de inwoners van de stad Antwerpen zouden de eerstelijnszones Noorderkempen, Voorkempen en Zora aansluiten. In totaal zijn dat een achtiental gemeenten. Een gebied dat strekt van het aan Nederland grenzende Essen tot Kontich, in de Antwerpse zuidrand.
Bedoeling is dat lokale medewerkers in samenspraak met de huisartsen patiënten en hun risicovolle contacten opsporen en duidelijk maken waarom en hoe ze in zelfisolatie of quarantaine moeten gaan. Daarnaast kunnen ze via brononderzoek proberen achterhalen in welke clusters de besmettingen precies toeslaan. Denk aan families, werkplekken of gemeenschappen.
De gesprekken tussen de zones zijn voor alle duidelijkheid nog niet helemaal afgeklopt. Het is niet duidelijk of elke randgemeente staat te springen.
De samenwerking zal de werking versterken.
Antwerps gouverneur Cathy Berx (CD&V)
Berbers
Afgelopen zomer begonnen heel wat gemeenten op eigen houtje het contactonderzoek te regelen. Die beweging kwam er als reactie op de haperende contact tracing georganiseerd door Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V). De operatie bestaande uit callcenters en ziekenfondsen zou te log en te weinig efficiënt werken. Ook was er een groot taalprobleem.
Zo ging de stad Antwerpen op zoek naar meertalige medewerkers om mensen bijvoorbeeld in het Berbers of Pools aan te sporen om thuis te blijven. Op het hoogtepunt ging het om zo’n vijftien extra medewerkers, bestaande uit studenten, gepensioneerde artsen en andere vrijwilligers.
Door de stedelijke context uit te breiden met de voorsteden, hoopt men uit een groter reservoir van personeel te kunnen puren. Er is ook een zekere logica in de opschaling. ‘Er is een grote mobiliteit tussen die zones en de stad’, zegt dokter Stefaan Van der Borght, gewezen coördinator van de Antwerpse contact tracers.
Van der Borght ziet ook een duidelijk schaalvoordeel. ‘Het is zoeken naar het optimale niveau voor lokaal contactonderzoek. Een eerstelijnszone van 100.000 mensen is misschien te klein, maar heel Vlaanderen is dan weer te groot.’
Synergie
De fusie krijgt de steun van Antwerps gouverneur Cathy Berx (CD&V), die afgelopen maandag nog een vergadering over de kwestie bijwoonde. ‘Het is ambitieus, maar nodig’, zegt ze. ‘De samenwerking zal de werking versterken, onder meer door de synergie en de inzet van middelen.’
De Antwerpse opschaling kan misschien een voorbode betekenen van een grotere hertekening van het contactonderzoek op korte termijn. Zo zou de samenwerking tussen het ‘Vlaams’ en lokaal contactonderzoek beter gestroomlijnd kunnen worden. Stemmen binnen de Vlaamse gezondheidsadministratie geven aan dat daarover tot op het hoogte niveau wordt nagedacht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier