Tom Garcia

‘Staatsvermindering zonder staatshervorming is hoogstens een cosmetische ingreep’

Tom Garcia Voorzitter van de progressieve regionalistische partij Vista

‘Je kan zoveel federale of regionale besparingspostjes vinden als je maar wil, als je niets fundamenteels verandert aan de structuur van dit land, kom je er nooit’, schrijft Tom Garcia van Vista over het gat in de begroting waar de volgende federale regering tegenaan kijkt.

België sluit het begrotingsjaar 2023 af met een tekort dat 6,5 miljard kleiner is dan bij de opmaak werd gevreesd”, lazen we recent nog in. Grote opluchting bij de regering, maar we spreken federaal en regionaal samen nog altijd wel van een tekort van 26,7 miljard euro, of 4,6% van het BBP, ruim boven de Europese norm. Dat terwijl de staatsschuld al ruim 505 miljard euro bedraagt. Voor Paul Magnette is het vermoedelijk simpel: er kunnen wellicht nog wel 25 miljard belastingen bij. Wie dat niet ziet zitten, en vermoedelijk ook de volgende federale regering, zal in de richting kijken van nieuwe besparingen.

De vraag is alleen: waar en hoe moeten die gebeuren?

De uitgavenposten van de overheid worden onderverdeeld in categorieën. De grootste daarvan zijn ‘sociale bescherming’ en ‘gezondheid’, gevolgd door ‘economische zaken’ en ‘algemeen bestuur’.

De eerste en meest logische stap is dat de overheid de hand in eigen buidel steekt, al was het maar om een voorbeeld te stellen. Het is namelijk weinig overtuigend de burger te vragen de riem aan te trekken, als je als politieke klasse zelf de meest evidente besparingen niet kan opbrengen.

Miljoenenstaat

En op dat laatste vlak kan er best wel wat bespaard worden. Zo is de federale regering ruim bemand met 20 excellenties. Dat is natuurlijk het gevolg van het samengaan van 7 partijen die allemaal iets moeten “krijgen”, maar het zorgt wel voor een kostenplaatje van dik 140 miljoen. Daar komen nog alle regionale excellenties bij, samen goed voor 42 plaatsen. Sommige daarvan overlappen, maar het blijven er pakweg 35 mensen. Die zijn niet zo duur als de federale, maar toch ook goed voor 122,5 miljoen per jaar. En dan is er ook nog de Senaat, een zelfs volgens de voorzitter ervan overbodige instelling, die een dikke 40 miljoen per jaar opslokt.

Voor alle regeringen samen spreken we bovendien ook nog over meer dan 2.000 kabinetsmedewerkers. Met een ruime schatting van 100.000 euro (loon)kost per VTE kom je dus al snel op 200 miljoen euro per jaar. En ten slotte nog de zowat 1 miljoen tellende administratie, waar zeker ook afgeslankt kan worden, weliswaar op een doordachte en sociaal verantwoorde manier en niet om vervolgens nog meer geld uit te geven aan consultants omdat het werk niet gedaan geraakt.

De provincies afschaffen kan ook nog een paar tientallen miljoenen opleveren en dan zijn er natuurlijk nog de partijdotaties van bijna 80 miljoen waar besparen ook voor de hand ligt, al is dat buiten de ‘ware’ liberaal Georges-Louis Bouchez gerekend. Zonder subsidies krijgt hij namelijk zijn zuiver liberale leer in Wallonië en Brussel niet meer verkocht.

En nog gevoeliger: het koningshuis, goed voor 43 miljoen aan dotaties en “werkingsmiddelen” en nog eens 26,5 miljoen veiligheids- en andere uitgaven. Met een Belgische president kan daar ongetwijfeld wel een paar miljoen vanaf.

(Lees verder onder de preview.)

Staatsvermindering is niet genoeg

Een grondige, doordachte, consequente ‘staatsvermindering’ van het politieke apparaat alleen kan dus een besparing op die richting het miljard per jaar gaat. Dat is een behoorlijk bedrag, maar helaas lang niet genoeg om het totale deficit aan te pakken. Daarvoor zal onvermijdelijk ook elders grondig ingegrepen moeten worden.

Om echt te besparen moet er ook naar de twee grootste categorieën gekeken worden: sociale bescherming en gezondheid. Eenvoudig is dat zeker niet, en morrelen aan de sociale zekerheid ligt ook bijzonder gevoelig, zelfs al zijn zowat alle partijen het erover eens dat er heel wat winst geboekt kan worden op het vlak van efficiëntie. Door de jaren en staatshervormingen heen is er een uitgebreid kluwen van bevoegdheden ontstaan. Dat vereist uiteraard een grote administratie om alles te verwerken, te controleren en te beheren. Per hoofd van de bevolking telt België 50% meer ambtenaren dan Nederland, alleen zitten die overwegend bij de regio´s die dus zelf proactief hun verantwoordelijkheid moeten nemen of ertoe gedwongen worden door hun eigen financiële situatie.

(Lees verder onder de preview.)

In de gezondheidszorg zijn dan weer grote besparingen mogelijk door intensief in te zetten op gezondheidspreventie. Alleen zit ook daar een constructiefout: de kost van preventie zit bij de gemeenschappen, de opbrengst komt federaal terecht in de sociale zekerheid. Je kan dat kleinzielig vinden, maar als je wel moet zorgen dat je eigen huishouden op orde blijft, is het niet zo slim om voor iets te betalen waar je uiteindelijk zelf niet beter van wordt. Gezondheidszorg in één hand krijgen vergt uiteraard een staatshervorming, maar wie vindt in dit land na 9 juni nog een tweederde meerderheid?

Daar ligt meteen ook het kalf gebonden. Je kan zoveel federale of regionale besparingspostjes vinden als je maar wil, als je niets fundamenteels verandert aan de structuur van dit land, kom je er nooit. Van de federale inkomsten van 167 miljard, gaan er 148 miljard naar de deelstaten via de dotaties, naar de sociale zekerheid om het tekort bij te passen en naar de rentelasten, die de komende jaren verder zullen toenemen. Finaal blijft dus maar 19 miljard over om echt federaal beleid te voeren en kerntaken als politie en justitie af te dekken. Alleen begroot de federale overheid voor deze taken zomaar eventjes 37 miljard euro…

Dat is een structureel probleem, en er zijn geen 100 manieren om dat op te lossen. Ofwel ga je federaal 18 miljard extra belastingen heffen, maar dat zou de welvaartscreatie onderuithalen. Ofwel ga je 18 miljard terugvorderen van de deelstaten via een aanpassing van de bijzondere financieringswet, maar dat is politieke sciencefiction. Ten eerste is er geen twee derde meerderheid, en ten tweede kunnen noch het Waalse Gewest, noch het Brusselse Gewest, noch de Franse gemeenschap dat geld ophoesten. In tegendeel: ze vragen een miljard extra om hun tekorten te stelpen.

Een derde oplossing, dan: een staatshervorming waarbij de deelstaten meer bevoegdheden en meer eigen financiering krijgen en dan zelf zullen moeten beslissen hoe ze hun middelen intern schuiven om alle kerntaken af te dekken. Ook daar is natuurlijk een twee derdemeerderheid voor nodig.

Wil de volgende regeerploeg zichzelf uit dit budgettaire moeras trekken, zullen ze eerst die ‘meerderheidsbreuk’ van twee derden moeten oplossen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content