Socioloog Marc Swyngedouw: ‘Migrant bedreigt onze sociale zekerheid níét’
‘Leerlingen met een migratieachtergrond die één goede blanke vriend hebben, hebben dertig procent meer kans om verder te studeren’, stelt socioloog Marc Swyngedouw (KU Leuven).
Of je op het platteland woont of in de stad: het zal minder je stemgedrag bepalen dan leeftijd, of opleiding. ‘Je moet Vlaanderen zien als één stedelijk gebied’, zegt socioloog Marc Swyngedouw (KU Leuven). ‘Wie in Veurne of Zoersel woont, komt ook weleens in Brugge en Antwerpen. Televisie en internet hebben die kloof nog verkleind.’ Swyngedouw reageert op de Stads- en Gemeentemonitor, waaruit vorige week moest blijken dat mensen in de centrumsteden toleranter worden voor andere culturen. Maar op het platteland geldt nog steeds: onbekend maakt onbemind.
Was u verbaasd over die resutaten?
Je moet achter de uitspraken van Bart De Wever niet meer zoeken dan een electorale strategie
Marc Swyngedouw: Nee, wel toen we die in 2014 zelf vaststelden. We vreesden toen zelfs dat we verkeerd hadden gemeten. Maar hetzelfde bleek ook uit cijfers van de Vlaamse Gemeenschap en dat is sindsdien niet veranderd: de negatieve houding jegens immigranten neemt significant af. Op het platteland gaat het trager omdat daar minder contact is met etnische en culturele minderheden. En dat contact is een belangrijk wapen tegen segregatie. Uit eigen onderzoek blijkt dat kinderen met een migratieachtergrond die één goede, blanke vriend hebben, dertig procent meer kans hebben om hogere studies aan te vatten. Je móét dus een sociale mix nastreven op school. Dat staat ook helemaal niet haaks op uitmuntend onderwijs, zoals onlangs bleek uit een studie van Itinera.
Wij vonden weinig mensen die het begrip soumission kennen, maar de vrees erachter -moslims of vreemdelingen zullen de macht grijpen – is wel wijdverspreid. Hoe komt dat?
Swyngedouw: Omdat ze politici napraten. Uit postelectoraal onderzoek in 2014 bleek evenwel dat migratie en asiel pas op de negende plaats kwam in de prioriteitenlijst van kiezers – ver na sociaaleconomische thema’s als werk, gezondheidszorg, onderwijs en pensioenen. Zelfs bij het Vlaams Belang en de N-VA, de enige partijen die kapitaliseren op het thema, bleek het maar bij 50 en 25 procent van de kiezers in de top drie te staan. Je moet achter de uitspraken van Bart De Wever dus niet meer zoeken dan een electorale strategie. Terwijl zijn staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken meer mensen ‘regulariseert’ dan zijn voorganger in de regering-Di Rupo, tracht hij zo de kiezers bij zich te houden die hij in 2014 afsnoepte van het VB.
Vindt u dat het identitaire te veel aandacht krijgt?
Swyngedouw: Absoluut. Ook in 2018 en 2019 zullen lokale en sociaaleconomische thema’s primeren bij de kiezer. Toch vind ik dat dat debat best gevoerd mag worden, maar dan wel met correcte gegevens. Het ís niet zo dat immigranten of vluchtelingen onze sociale zekerheid bedreigen, zoals Tom Van Grieken en ook Bart De Wever beweren. Onze sociale zekerheid kan immigratie gerust opvangen. Daarvoor zijn de toetredingsvoorwaarden streng genoeg.
Hoe verklaart u de hardnekkige overtuiging van mensen dat ze structureel worden achtergesteld, ten voordele van asielzoekers, vluchtelingen en immigranten?
Swyngedouw: Mensen schatten soms verkeerd in hoe alles werkelijk functioneert en populisten jagen dat aan. Nu, wie klaagt dat het leven vandaag lastiger is, heeft geen ongelijk. Het ís nu veel harder om werkloos te zijn dan 20 jaar terug. Maar dat ligt misschien eerder aan partijen die beweren dat er nog gemakkelijk te besparen valt in de sociale zekerheid dan aan immigranten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier