Slachtoffers mensenhandel Borealis houden protestactie: ‘Terugkeren is doodvonnis’
Tientallen vermoedelijke slachtoffers van mensenhandel hebben maandag geprotesteerd aan het kantoor van opvangcentrum Payoke in Antwerpen. Terugkeren naar hun land van oorsprong is volgens de Bengaalse en Turkse arbeiders ‘een doodvonnis’.
‘Wij wachten al twee maanden’, vertelt een Bengaalse man die werkte als lasser voor het Italiaanse bedrijf Irem, dat mensen tewerkstelde op een site van chemiebedrijf Borealis in de Antwerpse haven. ‘Al twee maanden hebben we geen inkomen. Niemand helpt ons. We hebben een oranje kaart nodig van de regering zodat we onze skills aan het werk kunnen zetten.’
Volgens advocaat en professor arbeidsrecht (UA) Jan Buelens, die een kleine honderd slachtoffers bijstaat, zijn de arbeiders ten einde raad. ‘Dit kan geen dag langer duren’, aldus Buelens. ‘De Turkse mensen zitten nog altijd in de appartementen waar Irem hen heeft ingestoken. De regering heeft lang getalmd en is nu aan zet om hen uit die erbarmelijke situatie te halen.’
Volgens Buelens werden enkele collega’s van de protesterende arbeiders, van wie het verhaal in de media kwam, wel geholpen in tegenstelling tot de huidige groep. Die groep moet ook nog altijd een deel van hun loon krijgen, waarvan hun huurkost in de toekomst wellicht wordt afgetrokken. ‘Twee maanden nadat ze ontdekt zijn, is er nog altijd geen hulp voor 119 van de 174 slachtoffers. Slechts 55 ervan werden reeds geholpen’, stelt Buelens.
De protesterende arbeiders wijzen ook op de internationale banden die onderaannemers zoals Irem hebben met hun lokale overheid. ‘Teruggaan is hun eigen doodvonnis tekenen, zo vrezen de meeste werklieden’, zegt Buelens nog.
Klaus Vanhoutte, directeur van opvangcentrum Payoke waar de protestactie plaatsvond, vindt het ‘zeer triestig’ dat de groep arbeiders aan de poorten van zijn organisatie verzamelde. ‘Wij zijn het eens met het punt dat zij maken’, legt Vanhoutte uit. ‘Maar het is jammer dat ze dat punt maken aan de poorten van een organisatie die zich al maanden inzet voor de Borealis-slachtoffers.’
Vanhoutte stelt dat Payoke de enige is die al maanden om meer middelen roept, om alle slachtoffers te kunnen ondersteunen. ‘Onze ramen staan open, de mensen hier horen dat protest. De locatie van hun protest is dus een beetje jammer. Ze waren beter naar Brussel gegaan.’
Indien de regering niet over de brug komt met papieren, zouden er nog meer acties op de agenda staan. ‘De oplossing is nochtans eenvoudig’, meent de advocaat. ‘Als de regering hen een verblijfsdocument uitreikt, de zogenaamde oranje kaart waar deze slachtoffers recht op hebben en wat de 55 anderen op een maand tijd hebben gekregen, kunnen ze een nieuw onderkomen zoeken en werken.’