Senaatsvoorzitter Stephanie D’Hose (Open VLD): ‘Ook ngo’s moeten in de Senaat kunnen huizen’
Voorzitter Stephanie D’Hose (Open VLD) wil de Senaat nieuw leven inblazen. ‘We moeten van de gecoöpteerde senatoren af.’
Met haar 39 jaar is de Gentse Stephanie D’Hose (Open VLD) de jongste Senaatsvoorzitter ooit. Haar benoeming past naar eigen zeggen in de casting van de federale regering, die sterk verjongt en vervrouwelijkt.
De N-VA noemde de procedure rond uw aanstelling ‘postjespakkerij in de ergste graad’ omdat er een reglementswijziging voor nodig was.
Stephanie D’Hose: Dat was niet fijn, maar het was ook niet tegen mijn persoon gericht. Volgens het reglement moet de voorzitter uit het Bureau gekozen worden, waar de grootste partijen zitten. Daar zat de Open VLD niet in. Ik vind het wel bijzonder dat het voor de N-VA de logica zelve is dat de parlementsvoorzitter wél wordt meegenomen in de Vlaamse regeringsvorming.
Het versterkt wel het beeld van de Senaat als overbodig orgaan. Tegelijk zegt SP.A-voorzitter Conner Rousseau dat dit huis, mede dankzij uw aanstelling, ‘sexy’ zal worden.
D’Hose: (lacht) Ik ben me volle bak aan het inwerken. Maar ik zie al mogelijkheden. We kunnen de diensten van Kamer en Senaat meer integreren. Ik wil dat belangengroepen en ngo’s hier kunnen huizen. Er zijn enorm veel leegstaande bureaus. Het moet een huis worden voor alle Belgen.
Het is wel een duur huis: de dotatie bedraagt 40 miljoen euro per jaar.
D’Hose: Dat klopt. We komen van 70 miljoen euro in de vorige regeerperiode. Voor u en mij is 40 miljoen verschrikkelijk veel geld, maar als je het in het grote bestel ziet, valt het zeer goed mee. Het grootste deel gaat naar lonen. Iedereen die met pensioen gaat, wordt niet meer vervangen – al zijn er uitzonderingen.
Zoals?
D’Hose: Ik zou het erg vinden als we dit oude maar prachtige gebouw niet meer zouden onderhouden. Dus worden klusjesmannen wél vervangen.
We hebben één unieke kans om het gevecht met extreemrechts te winnen.
De Senaat speelt een rol in de reflectie over politieke vernieuwing. Wat kan er veranderen in de Senaat zelf?
D’Hose: Waarom gaan we niet werken met aparte interparlementaire dialogen waarin de experts van de deelstaatparlementen elkaar ontmoeten? Zo zouden we niet meer hoeven te werken met vastbenoemde senatoren. Volgens mij moeten we ook af van de gecoöpteerde senatoren (die worden aangewezen door de partijen, nvdr).
Dat is een bittere pil voor uitgerangeerde politici die hopen op een extraatje.
D’Hose: Dat begrijp ik. Maar door hen daar te zetten, versterk je natuurlijk het beeld dat mensen van de Senaat hebben.
Sluit u de afschaffing van de Senaat uit?
D’Hose: Ik sta voor alles open. Als we naar meer volledig gescheiden bevoegdheden gaan, zie ik niet meer in waarom de Senaat zou blijven bestaan. Zolang er zaken overblijven, wil ik dat de experts van elk deeldomein hier samen kunnen reflecteren.
Vernieuwing betekent ook nadenken over andere kieskringen, het aantal parlementsleden, manieren om lange regeringsvormingen te vermijden enzovoort. Hoe vermijdt u dat het hier een praatbarak wordt?
D’Hose: Door het niet alleen te doen. We gaan het samen doen met de Kamer en met de ministers die bevoegd zijn voor staatshervorming. We hebben één unieke kans om het gevecht met extreemrechts te winnen. Het land moet volledig in orde gemaakt worden. Het is nu of nooit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier