Strafpleiter Philip Daeninck over de zaak-Sanda Dia: ‘Nee, werkstraffen zijn niet soft’
‘Mensen opsluiten, en dus uitsluiten uit de samenleving, maakt hen niet beter’, zegt advocaat Philip Daeninck.
De straffen zijn genoegzaam bekend. Vorige week legde het Antwerpse hof van beroep 18 leden van de studentenclub Reuzegom werkstraffen tot 300 uur en geldboetes tot 400 euro op voor de dood van Sanda Dia in 2018. En dus: geen gevangenisstraffen. De uitspraak leidde tot beschuldigingen van klassenjustitie, met vragen als ‘wat als niet het slachtoffer, maar de daders gekleurd waren?’
Philip Daeninck kijkt met een andere bril naar de zaak. In een opiniestuk op Knack.be schrijft de strafpleiter, bekend van onder meer de assisenzaken rond de familie Aquino en de kasteelmoord, dat het ‘weinig zinvol is om jonge mensen, die hun hele leven nog voor zich hebben en van wie de kans klein is dat ze opnieuw zulke feiten zouden plegen, met zware gevangenisstraffen op te zadelen.’
Ontkent u dat een gevangenisstraf, zelfs een voorwaardelijke, een louterend effect zou kunnen hebben?
Philip Daeninck: Eerst en vooral: ik begrijp de commotie. De zaak raakt thema’s als elitarisme, racisme en ongelijkheid aan. Dat werkt op het buikgevoel. Maar ik voer al langer een strijd tegen de roep om steeds meer mensen naar de gevangenis sturen. Ooit zal men hard lachen met het feit dat wij geloven dat criminelen daar beter van worden.
Persrechters zouden perfect kunnen uitleggen wat een werkstraf inhoudt en wat de bedoeling ervan is
Er zijn mensen voor minder in de gevangenis gevlogen: dat gevoel leeft sterk.
Daeninck: In het strafrecht is wat slim is, vaak contra-intuïtief. Wanneer iemand op je gezicht slaat, is je eerste reactie terugslaan. Maar de eerste reactie is vaak een vergissing. We moeten dus niet zozeer déze uitspraak bekritiseren, maar wel heel veel andere. Mensen opsluiten, en dus uitsluiten uit de samenleving, maakt hen niet beter. Bovendien is er ook amper een afschrikeffect. Mensen denken toch vooral dat ze niet ‘gepakt’ zullen worden, dus een hoge straf werkt niet. De gevangenisstraf als preventiemiddel tegen meer misdaden: er is weinig bewijs voor.
U bent dus voorstander van werkstraffen?
Daeninck: Ja. Werkstraffen hebben trouwens ook een repressief karakter: je moet er daadwerkelijk iets voor doen, namelijk gratis werken. Vaak is de werkstraf ook zinvol, denk aan hooligans die hun eigen vernielingen moeten herstellen. Dus nee, werkstraffen zijn niet soft.
Dan zijn er nog de geldboetes. De laatste dagen circuleren verschillende voorbeelden van hogere boetes voor kleinere vergrijpen. Een voorbeeld: wie liegt tegenover de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) riskeert een administratieve geldboete tot 3000 euro.
Daeninck: En dat maakt het net zo emotioneel: iedereen kent wel iemand die een soortgelijke straf kreeg. We mogen niet zomaar zaken met elkaar vergelijken. Ik ben ervan overtuigd dat de rechters naar eer en geweten geoordeeld hebben en alle omstandigheden in acht hebben genomen.
De Reuzegommers komen wel weg met een blanco strafblad.
Daeninck: De bedoeling van het systeem is dat mensen de kans moeten krijgen om vergeten te worden. Daarom komen werkstraffen niet op het zogenaamde getuigschrift van goed gedrag en zeden. Daar sta ik achter.
Youtube-ster Acid maakte enkele namen bekend, ook van mensen die niet veroordeeld werden.
Daeninck: De manier waarop was bijzonder kwalijk, maar ik kon me wel vinden in zijn vraag: waarom werden de namen deze keer niet vrijgegeven? Het verzwijgen van de namen is overigens geen beslissing van Justitie, maar van de media. De discussie over het noemen van namen en de strafmaat draaien rond dezelfde vaststelling: het voelt onrechtvaardig aan vanwege de ándere zaken. In zijn column in De Standaard noemt Tom Naegels er verschillende: van de parachutemoord tot de moord op Joe Van Holsbeeck.
Sammy Mahdi (CD&V) oogstte felle kritiek toen hij op TikTok de verdediging van Acid op zich nam en sprak van ‘werkstrafjes’. Het College van de hoven en rechtbanken noemde het ‘onbegrijpelijk dat sommige politici opruiende taal gebruiken’. Op Twitter verdedigde Mahdi zich: ‘Politici moeten over strafmaten kunnen discussiëren. Meer zelfs, het is part of the job zolang je de rechter respecteert.’
Daeninck: Uit de term ‘werkstrafjes’ blijkt alvast weinig respect voor de rechtspraak. Wat hij in dat filmpje zegt, kan niet door de beugel. Maar hij heeft gelijk dat er gediscussieerd mag worden over rechtspraak. Tegelijk mag de magistratuur het ook nog beter uitleggen. Het loopt al beter dan vroeger – het arrest was snel online beschikbaar – maar het mag verder gaan. Persrechters zouden perfect kunnen uitleggen wat een werkstraf inhoudt, wat de bedoeling ervan is, enzovoort.
De kritiek op politici als Mahdi ligt voor de hand: zij kunnen de strafmaten aanpassen.
Daeninck: Dat klopt. Het zijn politici die het maximumaantal van 300 uur aan werkstraffen hebben beslist. We mogen best nadenken of we dat moeten uitbreiden, maar ik hoed me voor steekvlampolitiek. We kunnen als samenleving beter nadenken over wat we nu eigenlijk willen bereiken met een straf.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier