Renaat Landuyt wil verder bouwen aan zijn Brugge: ‘N-VA vindt het geestig dat de mensen een beetje bang zijn’
‘Ik heb ambitie, maar mijn persoonlijk geluk hangt er niet vanaf’, zegt SP.A’er Renaat Landuyt. Krant van West-Vlaanderen zette de Brugse burgemeester aan tafel met zijn partijvoorzitter John Crombez.
‘Landuyt heeft nooit van onze John moeten weten.’ John Crombez lacht als we het citaat van zijn ouders opdiepen uit een interview met Humo. ‘Veel heeft met perceptie te maken’, nuanceert Renaat Landuyt. ‘Weet je dat ik meer contact heb met John dan met Johan Vande Lanotte, terwijl het algemeen geweten is dat ik zeer goed met Johan overeen kom? De Brugse afdeling is altijd zeer onafhankelijk geweest.’
Toch was u vorig jaar kwaad op John Crombez. Hij had u in 2014 gevraagd om op de Vlaamse lijst te staan. Twee jaar later wordt u door hem versleten voor ‘cumulard’.
Renaat Landuyt: ‘Geen aangename ervaring, dat is juist. Dat was een eigen verworven zetel, ik heb gezorgd voor vier West-Vlaamse SP.A-zitjes in het Vlaams Parlement. Zonder mij zat Tine Soens daar niet. Ondanks alle kritiek hebben de kiezers gezegd: ik heb ook nog vertrouwen in Landuyt in Brussel. Ik denk dat ik die combinatie goed heb gedaan.’
John Crombez: ‘Dat klopt, Renaat. De positieve voorbeelden – Peter Vanvelthoven, Hans Bonte en jij – maken het mij moeilijker om mijn decumul te verdedigen. Maar als partij willen we sober, transparant en integer zijn. Niemand binnen SP.A betwist dat. De vraag is: hoe bereik je dat en hoeveel aandacht trek je daarmee. Ik geef toe, we hebben intern moeilijke discussies gevoerd. Je wint er niets mee, maar je moet het potverdikke wel doen.’
Door zo hard op die integriteit te hameren, bleef uw partij met het cumuleren geassocieerd worden. Socialistische thema’s verdwenen naar de achtergrond.
John Crombez: ‘De dag dat ik op een ingrijpende verandering geen kritiek meer krijg, heb ik een probleem. Als we allen hetzelfde zouden zeggen en denken, zouden we niet socialistisch zijn. Wij gaan voor een nieuwe politiek. Vanaf 2019 gaan wij niet meer cumuleren, als enige. In de top drie van onze lijst zal altijd iemand staan die nog niet in het parlement zat. Dat Open VLD roept dat ze willen blijven cumuleren: dat moeten zij maar weten.’
Als ik één stem minder krijg dan de vorige keer, dan kies ik voor mijn eigen leven.
Meneer Landuyt, heeft uw voorzitter de cumulcrisis goed aangepakt?
Renaat Landuyt: ‘Ik vind dat het cumulverhaal aangepakt is, en voor de rest zal ik daar geen commentaar op geven. Het vervelende van de discussie: ik heb er geen persoonlijk belang bij, het interesseert me niet. Door mijn mandaat in Brussel heb ik Brugge en de regio kunnen versterken. Dankzij mijn dubbele functie hebben we Vlaamse werken en budgetten binnengehaald. Ik beklaag me niets. Ik ben een praktisch mens. Er zijn nu spelregels opgelegd, daarmee zullen we het moeten doen. Ik ben gerust: met Annick Lambrecht behoudt Brugge een sterke vertegenwoordiger en een lijn met Brussel.’
John Crombez: ‘Daar ben ik ook bijzonder blij mee. De Brugse afdeling kan kiezen om Annick naar Brussel te sturen omdat ze sterker staat dan in 2012.’
Hoe moeilijk is het om als voorzitter openlijk kritiek te krijgen van partijgenoten?
John Crombez: ‘Mijn ouders vinden dat lastiger dan ik. Voor mij is het belangrijkste dat je aan dezelfde kar blijft trekken, ook al ben je het niet over alles eens.’
Renaat Landuyt: ‘Ik zeg gewoon mijn gedacht, dat heb ik altijd gedaan. Louis Tobback ergerde zich aan mijn commentaar, maar apprecieerde wel mijn politieke feeling.’
Meneer Landuyt, u was ook ontgoocheld na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012. Zonder kartel behaalde u 28 procent. Niemand van SP.A toonde interesse voor hoe u die onverwachte zege had klaargespeeld.
Renaat Landuyt: ‘Dat is persoonlijke ijdelheid. (lacht) Ik ben ervan overtuigd dat wij methodes gebruiken die andere afdelingen en partijgenoten ook zouden kunnen inzetten.’
John Crombez: ‘In 2012 had niemand gedacht dat SP.A in Brugge zou winnen, behalve Renaat. We hebben een kans, zei hij, en die voorspelling is ook uitgekomen.’
Wordt er nog voldoende geluisterd naar Renaat Landuyt binnen de SP.A?
Renaat Landuyt: ‘Nooit genoeg.’ (lacht)
John Crombez: ‘Ik vind van wel. Renaat zit op twee niveaus en we vragen hem nog altijd advies over justitie, zijn stokpaardje. Er komt één lange campagne van 1 september tot mei 2019, we gaan die in West-Vlaanderen aanpakken zoals daarvoor: in groep. We gingen hier tegen alle trends in: van 20 naar 30 coalities, ons ledenaantal groeide zo sterk dat een vierde van onze leden nu uit het katholieke West-Vlaanderen komt. Het aantal West-Vlaamse gemeenten waar CD&V nog een absolute meerderheid had, was in 2006 nog zeer hoog, in 2012 was dat bijna gedaan.
Ik weet in welke richting we willen en heb nog nooit een campagne verloren die ik zelf georganiseerd heb.
Ze zijn op veel plaatsen buitengesjot, met Kortrijk als grootste trauma. De nieuwe coalitie daar hebben ze aan mij toegeschreven, wat ik veel eer vind. Als ze dingen aan je toeschrijven die je niet gedaan hebt, is dat altijd goed, hé. Stefaan De Clerck is de énige reden waarom die nieuwe coalitie in Kortrijk er kwam. Je kan niet voor de verkiezingen aan twee partijen hetzelfde beloven, én dan nog op hetzelfde moment. Ik zat met Van Quickenborne in de regering… Dacht De Clerck dat we niet met elkaar spraken?’
Renaat Landuyt: ‘Louis Tobback beschreef me ooit als de meest vrijgevochtene. Een compliment. Ik hou van mijn vrijheid, niet van richtlijnen. Ik weet in welke richting we willen en heb nog nooit een campagne verloren die ik zelf georganiseerd heb. De nieuwe campagne is volledig klaar. Onze slogan is: Verder met. Dat heeft drie betekenissen: Verdermet ons, Verder met onze visie, en Verder met onze methode. In Brugge hebben we alles vastgelegd tot 2021, volgens een bepaalde logica. Die zullen we nog eens goed uitleggen. Winkeliers die eerst kritisch waren, komen nu naar me toe: we zijn veranderd van gedacht, omdat we zien wat er komt. En omdat we het ook voelen in onze portemonnee. Nu kunnen we dit beter bewijzen dan drie jaar geleden.’
Als het lukt tot 2021, op welke realisatie zal u dan het meest trots zijn?
Renaat Landuyt: ‘Moeilijk om daarin heel specifiek te zijn. Ik vind het leuk dat we de slogan ‘het verleden koesteren om de toekomst te maken’ in alles waarmaken. De vernieuwde Geldmuntstraat/Noordzandstraat, ’t Zand, de heropengelegde reien… Voor het eerst in 100 jaar komt er nieuw museum, we krijgen de grootste ondergrondse parking van Vlaanderen, een congres- en beursgebouw…’
John Crombez: ‘Hoezo, je kan niet specifiek zijn? Dat is toch al heel concreet?’ (lacht)
Renaat Landuyt: ‘…een cruisegebouw, waarvan iedereen verrast is dat het er deze zomer al zal staan. De laatste zes jaar waren er geen politieke of andere discussies meer in het stadiondossier. We waren enkel bezig met uitvoering en het uitzweten van de procedures. Wij zorgen voor de grond, Club Brugge regelt de rest.’
John Crombez: ‘Vergelijk dat eens met vóór 2012.’
Worden de burgemeesters in hun campagne voldoende genoeg gesteund vanuit de partij?
John Crombez: ‘Neen. (lange stilte) Ik mag toch ook eens kort antwoorden? Ik weet niet of het nodig is. Als ik onze acht West-Vlaamse burgemeesters bekijk, is er geen enkele van wie ik denk dat die nationale steun nodig heeft. Dat is niet in alle gemeenten zo. Het aantal keer dat ik iets naar onze burgemeesters in groep stuur? Eén keer, vorige winter, over de stroomstootwapens van de politie.’
Renaat Landuyt: ‘En toen hadden wij al beslist.’
Wat verwacht u, meneer Landuyt, van de volgende maanden in Brugge, met heel veel kandidaat-burgemeesters?
Renaat Landuyt: ‘Iedereen maakt er herexamens van, iedereen wil nóg eens burgemeester proberen te worden. (fijntjes) Voor een paar jaar, ofzo. (CD&V-schepen Dirk De fauw wil, als hij burgemeester wordt, na vier jaar zijn sjerp doorgeven aan Franky Demon, red.) Ik moet niet aan de kiezer vragen: geef me eens een kans. Ik doe het heel graag, maar als de Bruggeling zegt dat het niet meer hoeft, zal ik even blij zijn dat ik ook op een andere manier kan genieten van de rest van mijn leven. Ik heb ambitie, maar mijn persoonlijk geluk hangt er niet vanaf.’
Mocht het mislukken, betekent dat dan het einde van de politieke carrière van Renaat Landuyt?
Renaat Landuyt: ‘Als ik één stem minder krijg dan de vorige keer, dan kies ik voor mijn eigen leven (in 2012 behaalde Renaat Landuyt 12.499 voorkeurstemmen, red.). Dan is het signaal dat ik niet kon verkopen wat ik heb gedaan. Ik denk dat ik een tamelijk grote inzet heb, veel uren klop en toch een soort gezinsleven probeer te onderhouden. De goesting is enorm, maar het verliezen van het burgemeesterschap zou me niet persoonlijk treffen. Ik heb zicht op een goed leven na het werken.’
Meneer Crombez, u heeft altijd gezegd dat SP.A 20 procent moet halen, of dat u dat gepresenteerd zal krijgen. Is oktober van dit jaar uw eerste examen?
John Crombez: ‘Iedere verkiezing is een examen. Belangrijk is wat er in de steden gebeurt, in hoeveel coalities we geraken en hoeveel stemmen we in totaal halen. Op die drie punten zal onze analyse gebeuren. Van de leden heb ik de verantwoordelijkheid gekregen, die zal ik ook nemen als de resultaten niet goed zijn. Daar zal ik geen seconde over aarzelen. Dat ik op niets kan terugvallen, doet er niet toe. Ik zal niet blijven zitten tegen beter weten in.’
Kan SP.A in Brugge samenwerken met N-VA’er Pol Van Den Driessche?
Renaat Landuyt: ‘Als het in het belang van Brugge is, dan doen we het. De grote ideologieën spelen niet mee op het gemeentelijk niveau. Ik heb één basislijn: wil je besturen voor iedereen – en niet enkel voor de extreme flaminganten – en zo lang mogelijk? Als ze militairen willen inzetten tegen meisjesbendes, dan zeg ik neen. We hebben de beveiliging verhoogd, maar dat kun je niet zien. Wij willen geen voorbijrijdende camions met soldaten. N-VA vindt het geestig dat de mensen een beetje bang zijn. Sluipenderwijs ga je naar een agressieve maatschappij.’
Meneer Crombez, kriebelt het om zelf aan de slag te gaan in de lokale politiek?
John Crombez: ‘Heel eerlijk: ja. Als je het vertrouwen vraagt van mensen om hun stad te besturen, is dat de lastigste, de meest directe maar ook de schoonste manier om aan politiek te doen. Maar het is niet omdat het kriebelt, dat je ook moet doen. Politiek is een groepsgebeuren, de dingen die je voor je partij moet doen zijn niet altijd die die je zelf wil.’
En eerst moet Johan Vande Lanotte plaats ruimen. Spreekt hij al over het einde van zijn carrière?
John Crombez: ‘Johan?’ (lacht)
Renaat Landuyt: ‘Al sinds 2007 zegt Johan dat hij gaat stoppen. (lacht) Niemand gelooft dat. Waarin ik hem wel geloof is dat zijn opvolging goed geregeld zal zijn.’
Meneer Landuyt, is de persoon naast u een goeie opvolger voor Johan Vande Lanotte?
Wil je iets progressiefs bereiken, moeten SP.A en Groen zoveel mogelijk samen gaan. Maar een groep binnen Groen wil dit niet.
Renaat Landuyt: ‘Ik ken de Oostende politieke situatie niet voldoende om daar uitspraken over te doen. Ik wil ook niet over andere afdelingen spreken, want dan riskeer ik dat ze zich met de mijne komen moeien.’ (lacht)
John Crombez: ‘Johan en ik hebben een goeie verstandhouding, maar we spraken er nog geen seconde over.’
In Oostende komt SP.A op met een stadslijst, Brugge blijft trouw aan de naam SP.A.
John Crombez: ‘Na meer dan twintig jaar socialistisch burgemeesterschap wilde Johan Vande Lanotte de manier van besturen participatiever en breder maken. Dat zich dat vertaalt naar een opener stadslijst is niet onlogisch. Dat maakt het niet gemakkelijker, omdat ik daar als voorzitter woon. Maar in alle vorige verkiezingen zijn we in 4 op de 10 gemeenten in een samenwerkingsverband opgekomen. Dat dit in Brugge niet gebeurt, vind ik heel logisch. Daar hebben we straks één leidinggevende legislatuur achter de rug, in Oostende zijn dat er al vier.’
Louis Tobback noemde dat in Knack een gebrek aan zelfvertrouwen.
John Crombez: ‘Ik noem het een gedurfde keuze. Ann Vanheste is in De Panne al enkele keren onder D.A.S. opgekomen. Heeft er haar ooit iemand gezegd: Ann, dat is een gebrek aan zelfvertrouwen?’
Renaat Landuyt: ‘Wanneer je de geschiedenis van Brugge bekijkt, zijn we altijd als SP.A opgekomen, maar telkens zeer open. Iedere zes jaar hebben we nieuw bloed dat kan getuigen van onze open mentaliteit. Annick Lambrecht: dat was een groene op onze lijst. De vorige lijsttrekker van Groen, Sammy Roelant, staat nu bij ons. Ikzelf werd aangesproken door Frank Van Acker. Niet omdat ik wortels in de partij had, wel omdat ik in het verhaal paste.’
Zijn er in Brugge plannen geweest voor een samenwerking met Groen?
Renaat Landuyt: ‘In Brugge is dat altijd moeilijk geweest. Annick Lambrecht is indertijd met Veerle Declercq naar ons overgestapt, omdat de volledige groep van Groen niet wilde. Nu was er opnieuw een conflict tussen wie wel en niet wilde samenwerken. Wil je iets progressiefs bereiken, moeten SP.A en Groen zoveel mogelijk samen gaan. Maar een groep binnen Groen wil dit niet. Dat is bijzonder spijtig omdat ik me als iemand op de rand tussen rood en groen zie. De keuze van Groen voor de zeer jonge lijsttrekker is een verloren kans. Als ik Raf Reuse vraag of hij zijn studies zal stoppen als hij schepen kan worden, verwijt hij me dat ik bezig ben met postjes. Maar in gemeentelijk beleid is het cruciaal om beleid te willen voeren. Met die keuze gaf Groen het signaal: voor ons gaat het over profilering, niet over inzet voor Brugge. Ik vind het spijtig dat Groen-kiezers enkel voor een symboliek zullen stemmen. Oké, met de jongste lijsttrekker haal je de nationale pers, maar wat betekent dit voor Brugge?’
John Crombez: ‘Annick en Veerle hebben door hun keuze voor SP.A veel meer kunnen veranderen rond mobiliteit, groen en milieu dan diegenen die vanuit de oppositie blijven roepen.’
Renaat Landuyt: ‘Dat is ook de stap die Sammy Roelant zet: hij wil praktisch werken, aan beleid doen.’
John Crombez: ‘Waarom samenwerken niet lukt in Brugge en Oostende, die vraag stel je aan de verkeerde.’
Wouter De Vriendt vindt SP.A in Oostende een traditionele machtspartij.
Renaat Landuyt: ‘We hebben toch het beste tegenvoorbeeld? Annick heeft een volledige carrière kunnen maken. En haar stempel kunnen drukken, tot ergernis van velen.’
John Crombez: ‘In plaats van zo’n venijnig zinnetje over machtspolitiek te formuleren, zou De Vriendt beter mee helpen beslissen over duurzaamheid en mobiliteit. Elders in het land zeggen ze ‘ja’ tegen samenwerking, hier krijg je dit antwoord. Nochtans, als je rood en groen kan laten samenwerken, krijg je gedurfde dingen zoals het circulatieplan in Gent. Plannen die strategisch normaal niet gedaan worden omwille van de reacties, maar die je móét doen. In Gent nemen de luchtkwaliteit en verkeersveiligheid toe, in Antwerpen stijgt het aantal fietsdoden.’
Renaat Landuyt: ‘Alle lijnen van Brussel komen samen op de grond van je gemeente. De burgemeesters pakken ze vast en de ministers bekijken ze met bewondering. De aanpak van de vluchtelingenstroom is een voorbeeld van hoe het voor een stadsbestuur heel concreet wordt. Dan moet je een consequente houding bepalen. Dat doen we nog altijd: we nemen de mensen op, er wordt in alle mogelijke talen uitgelegd wat de wettelijke weg is, we hebben vrije plaatsen in de nachtopvang in Brugge…’
Al sinds 2007 zegt Johan Vande Lanotte dat hij gaat stoppen. Niemand gelooft dat.
Wat vond u van de aanpak van de Brugse burgemeester? Zijn harde aanpak was niet sociaal, klonk het.
John Crombez: ‘De aanpak van de Brugse burgemeester was goed, ja. Wanneer mensen in nood zijn, moet je ze helpen. Die hulp moet een heel duidelijk aanbod zijn, en je moet daar niet van afwijken. Iedere afwijking levert een nieuwe discussie op. Op een moment zei de regering: we gaan 300 mensen in het centrum van Oostende huisvesten. Wij hebben geweigerd hen onder te brengen in één gebouw en hebben hen verspreid over de stad. Het was gewoon niet sociaal van de regering om zo’n probleem zonder oplossing te clusteren. De lokale mensen moeten oplossen wat ze nationaal verzuimen te doen. Weet je, Brugge heeft een vluchtende, verlaten moeder met een doofblind kindje geholpen. Daar hoor je niemand over.’
Renaat Landuyt: ‘Er zitten een pak vluchtelingen in het centrum van het centrum van Brugge, zonder dat daar commentaar op wordt gegeven. Het is de grootste opvang in de regio, we hebben er nooit problemen mee gehad omdat we daar geen grote verklaringen over afleggen. Wij doen meer dan het puur theoretische.’
John Crombez: ‘Wantoestanden als in het noorden van Frankrijk hebben ónze burgemeesters vermeden. In Oostende hebben we dezelfde kritieken van dezelfde mensen gehad, want ook wij zijn een havenstad.’
Over de havens gesproken: Pol Van Den Driessche zegt dat de politiek ver weg moet blijven van onze havens.
John Crombez: ‘Als hij daar weg blijft, dan zijn we het eens.’ (lacht)
Renaat Landuyt: ‘De haven van Antwerpen heeft het Brugse model overgenomen, waarmee we in 2013 zijn gestart. De ene helft is een weerspiegeling van het schepencollege, de andere helft bestaat uit ondernemers. Zo kom je tot een vlottere samenwerking tussen de haven en de regio. De raad van bestuur is een operationele vergadering, met figuren die hun verantwoordelijkheid opnemen. Daar kan je niet aan politique politicienne doen. De haven is ons overheidsbedrijf dat onze economie in de regio, tot in Kortrijk, mee moet trekken. We moeten niets oprichten, we hebben het al. Als Van Den Driessche iets zegt, moet hij weten waarover hij spreekt. De volgende stap, en Pol Van Den Driessche zal verschieten, is nog meer bedrijfsleiders uit de regio in de raad van bestuur laten zetelen. Maar dan wel uit de bedrijven zelf, en geen vertegenwoordigers uit belangengroepen.’
John Crombez: ‘Inderdaad, ik hoor bij de bedrijven zelf ook andere verhalen dan bij de koepels. Zij spreken over belastinghervormingen en minder werkloosheidsuitkeringen, maar de bedrijven vragen een betere infrastructuur. Dát zal het verschil maken tussen slagen en falen. Er is de voorbije drie jaar vier miljard bespaard op mobiliteit en trafiek. De mobiliteit en de ontsluiting van de havens vind ik cruciaal. Ik geef toe: ik was geen voorstander van een brede aanwezigheid van de politiek in de Zeebrugse haven, maar ik heb me vergist. Als de samenwerking goed is, gaat dat snel. De ontwikkeling in onze havens moeten we bekijken op de toegevoegde waarde en tewerkstelling, niet op de parameters die om de zoveel maanden in de krant komen. Je kan groeien, zonder bijkomende jobs.’
Wouter De Vriendt pleit om al het maritieme onderwijs naar West-Vlaanderen te halen. Hij klaagde het wegtrekken van het onderwijs uit Oostende aan.
John Crombez: ‘Zijn formulering is niet juist, dat gebeurt wel meer bij iemand die nog nooit bestuurd heeft. Ik gun het hem, dan zal hij de complexiteit ervan begrijpen. Niet alles is weg, maar het is wel een werkpunt voor Oostende. Onze onderwijscluster was vroeger sterker, de industriële ingenieurs op de dijk waren een begrip. Jeugd en onderwijs zijn belangrijk voor een stad, maar de schoolgroepen beslissen wat het meest optimaal is…’
Renaat Landuyt: ‘Wij hebben het geluk dat alle universiteiten komen. Van elke onderwijsinstelling hebben we een afdeling. We tellen nu 8.500 studenten, zes jaar geleden zaten we nog rond de 5.000. Heel Sint-Michiels is een onderwijssite geworden. De volgende stap is om de link met de haven te leggen. Men zegt dat de havencijfers vorig jaar slecht waren, maar de tewerkstellingscijfers waren dat niet, hé. We hebben krapte op de arbeidsmarkt, we hebben die scholen en opleidingen nodig.’
Twee van uw boutades zijn: ‘Het is soms een kwestie van de Bruggeling te overtuigen dat er al veel bezig is’ en ‘De Bruggeling moet je soms tegen zijn zin gelukkig maken’. Dat het overtuigen moeilijk gaat, bewijst Facebook. Er is zelfs een haatpagina tegen u, met crowdfunding gefinancierd.
John Crombez: ‘Is dat waar?’
Renaat Landuyt: ‘Via verschillende kanalen weet ik intussen vanuit welke hoek die berichten komen. Op de FB-pagina ‘Landuyt Luistert Niet’ kwam al het negatieve terecht. Wie positief reageerde, werd geschrapt. Als dit een voorsmaakje is van wat we zullen krijgen, is dat dikke shit. Ik heb het in mijn carrière enkel erger zien worden. Qua kritiek kan ik niet klagen. Ik heb alle hoeken van de gemeenteraadszaal gezien, ook van de pers. Maar het is aan het keren. Mensen zeggen: ge doet gij dat tóch goed. Op den duur is bepaalde kritiek niet meer geloofwaardig. Dat het zo persoonlijk wordt, tot ze tot in je privé stoken, is voor mijn kinderen enorm ambetant.’
John Crombez: ‘Het is nog maar een voorbode, sommige partijen en politici gaan hier een regel van maken. Belangrijk: hoe zullen échte media hier mee omgaan? Zal het nog belangrijk zijn dat we zeggen hoe Brugge eruit moet zien, of zullen fakecampagnes en zwartmakerij interessanter zijn om over te schrijven?’
Renaat Landuyt: ‘Persoonlijke contacten zijn het beste wapen. Je luistert tóch, hoor ik. Als ik me even te goed voel, dan ga ik even op Facebook en sta ik weer met beide voeten op de grond.’ (lacht)
Dit interview verscheen oorspronkelijk bij Krant van West-Vlaanderen.
Verkiezingen 2018
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier