Ewald Pironet

‘Regering-Michel II is niet alleen regering in lopende zaken, maar ook van weglopende ministers’

Ewald Pironet Senior writer

Wie dacht dat de politici de voorbije weken bezig waren met de toekomst van ons land, dacht verkeerd. Ze waren druk doende met hun eigen toekomst.

‘Er moet zo snel mogelijk worden overgegaan tot regeringsvormingsgesprekken’, zo luidt de voornaamste boodschap van de informateurs Johan Vande Lanotte (SP.A) en Didier Reynders (MR). Daar zijn een batterij goede redenen voor. Bijvoorbeeld het grote begrotingstekort. Volgens de Nationale Bank groeit het structurele begrotingstekort bij ongewijzigd beleid van 1,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2019 naar 2,3 procent van het bbp of 11,1 miljard euro in 2021. De Nationale Bank hamert er al jaren op dat we naar een structureel evenwicht moeten, omdat je niet ongestraft jaar in, jaar uit boven je stand kunt leven. Om het tekort weg te werken, moeten er maatregelen worden genomen en beleidskeuzes worden gemaakt. Daar dient een regering voor.

De regering-Michel II is niet alleen een regering in lopende zaken, maar ook van weglopende ministers.

In afwachting van een nieuwe regering is de uitvoerende macht in handen van de regering ‘in lopende zaken’. Ze zorgt voor het dagelijks bestuur waarvoor geen belangrijke nieuwe besluitvorming nodig is. Ze kan wel dringende politieke ingrepen doen die niet uitgesteld kunnen worden, omdat ze anders schade zouden toebrengen aan het land. In 2011 besliste de regering-Leterme II in lopende zaken bijvoorbeeld om Dexia te nationaliseren om het Belgische spaargeld te beschermen. Probleem is wel dat de regering-Michel II in lopende zaken na de verkiezingen van 26 mei slechts steunt op 38 van de 150 Kamerzetels. Bij elke stap die ze zet, is het dus zeer de vraag of daar een democratische meerderheid achter staat.

Bovendien is de regering-Michel II niet alleen een regering in lopende zaken, maar ook een regering van weglopende ministers. Vicepremier Kris Peeters (CD&V) verhuist naar het Europees Parlement. Zijn bevoegdheden als minister van Werk, Economie en Consumenten worden overgenomen door partijgenoot Wouter Beke, die daarnaast ook nog ontslagnemend partijvoorzitter én burgemeester van Leopoldsburg is. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) werd dan weer vicepremier. Dit alles ‘om de continuïteit te garanderen’, zo klinkt het bij CD&V. Een weinig geloofwaardige uitleg voor een stoelendans waarbij twee van de drie CD&V-ministers betrokken zijn.

Nog erger is dat de twee belangrijkste MR-regeringsleden van Michel II openlijk solliciteren voor een andere, goedbetaalde functie. Zowel premier Charles Michel als minister van Buitenlandse Zaken en vicepremier Didier Reynders kijkt uit naar een prestigieuze Europese baan. Reynders liet de voorbije weken zijn verantwoordelijkheid als minister én als informateur even voor wat ze was om campagne te voeren voor een persoonlijke carrièreswitch. Hij hoopte secretaris-generaal te worden van de Raad van Europa maar greep ernaast, ondanks zijn drukke gelobby tijdens de werkuren.

Uit niets blijkt dat de vorming van een federale en een Vlaamse regering urgent is. Uit alles blijkt dat het verdelen van de postjes prioritair is.

Ook bij de oppositie draaide het de voorbije weken om de postjes. Bij de SP.A, bijvoorbeeld, vroeg en kreeg John Crombez een uitzondering op zijn eigen cumulverbod zodat hij een zitje in de Kamer kan combineren met het voorzitterschap. Maar in de eerste plaats mikt hij toch op een ministerspost. Ook opmerkelijk was dat Bert Anciaux tot zijn eigen verbazing werd opgevist als gecoöpteerd senator voor de socialisten, nadat hij de politiek al vaarwel had gezegd. ‘De SP.A heeft nood aan een ernstige vernieuwing. Ik zal de partij daarin graag mee ondersteunen. Het komt eropaan terug geloofwaardig aan politiek te doen’, debiteerde Anciaux in alle ernst.

Op Vlaams niveau is het niet veel beter. Ook daar zagen we een postjespolonaise: minister-president Geert Bourgeois (N-VA) verkaste naar het Europees Parlement, werd opgevolgd door partijgenote Liesbeth Homans en zo kon Ben Weyts vicepremier worden. Ondertussen lieten Theo Francken en Zuhal Demir weten dat ze minister willen worden in de Vlaamse regering en wordt Jan Jambon naar voren geschoven als minister-president. Ja, het wordt dringen bij de N-VA. Vlaams formateur Bart De Wever, die ook N-VA-voorzitter, Vlaams Parlementslid én burgemeester van Antwerpen is, blijkt helemaal niet gehaast met de vorming van de Vlaamse regering. Na een maand praten met het Vlaams Belang – ook al raakt dat niet in de regering – gaat hij van 6 tot 14 juli op werkbezoek naar Colombia. First things first.

Uit niets blijkt dat de vorming van een federale en een Vlaamse regering urgent is. Uit alles blijkt dat het verdelen van de postjes prioritair is. Dag, kiezer!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content