Professor Herman Matthijs is sceptisch over het voorstel van voorzitter Stephanie D’Hose (Open VLD) om de Senaat af te schaffen.
Je hoort het niet elke dag: de voorzitster van een parlement wil de door haar geleide instelling afschaffen. Maar Senaatsvoorzitter Stephanie D’Hose (Open VLD) stelt dit nu voor. Wat er dan in de plaats van de Senaat moet komen is niet duidelijk. Een Senaat van burgers? En hoe worden die dan aangesteld? Ooit is er gesuggereerd om de samenstelling bij lottrekking te doen. Zowaar de comeback van ‘de loteling’ of een complete aanfluiting van een democratie. Een parlement is maar legitiem als het verkozenen is door de kiesgerechtigden. Dat zou toch de regel moeten zijn in een liberaal parlementair systeem.
Huidige situatie
De Senaat telt momenteel 60 leden, waarvan er 50 worden afgevaardigd door de Parlementen van de deelstaten. De overige tien senatoren zijn de zogenaamde niet verkozen gecoöpteerde leden. De bekendste van deze groep is MR-leider Georges-Louis Bouchez.
Raakt de Senaat wel afgeschaft?
Ooit waren er veel meer senatoren. Bij de verkiezingen van 1991 telde deze vergadering liefst 185 leden, namelijk: 106 rechtstreekse verkozenen, 50 senatoren aangeduid door de provincieraden. Die twee groepen coöpteerden nog eens 26 leden en Prins Albert was senator van rechtswege. Het laagst aantal senatoren telde dit land na de verkiezingen van 1831: 51 leden.
De algemene uitgavenbegroting van het Rijk 2022 begroot de kostprijs van de Senaat op 39.556.000 euro. Dat was 39,6 miljoen in 2021 en 40 miljoen in 2020. De duurste Senaat was die van het jaar 2013 met een bedrag 71,4 miljoen euro. Het personeel en de fractiekosten zijn de belangrijkste uitgaven in de Senaat. Want enkel de 10 gecoöpteerde senatoren krijgen een wedde – een half parlementair loon – en er is nog een goed gevulde pensioenkas. Ter vergelijking, de Kamer van Volksvertegenwoordigers kost 144,1 miljoen voor het jaar 2022.
Bij een afschaffing van de Senaat blijft er een budgettaire kost ten aanzien van de statutaire personeelsleden en de pensioenrechten van de Senatoren. Als men de Senaat wil hervormen tot een zogenaamd burgerparlement dan gaat de huidige kost grotendeels blijven bestaan. Ook nog goed om weten: toen de financiering van de politieke partijen via de Senaat in 2014 werd afgeschaft, heeft dit niet geleid tot minder geld voor de politieke partijen, want de bijdrage vanuit de Senaat werd overgenomen door de Kamer.
Artikel 77 van de grondwet beperkt de bevoegdheden van de Senaat en dat is een gevolg van de zesde staatshervorming. Die zesde staatshervorming heeft van de Senaat een onverkozen parlement gemaakt met zeer beperkte bevoegdheden. In feite moet een zevende staatshervorming ook via de Senaat passeren. Tevens valt de wetgeving omtrent de Duitstalige Gemeenschap en de financiering van de politieke partijen (wet 4 juli 1989) onder de bevoegdheid van de Senatoren. Ook speelt de Senaat nog een rol in de aanduiding van de leden voor het Grondwettelijk Hof.
Is afschaffen mogelijk?
Het probleem van de Senaat is al jaren geleden gecreëerd. Het is een Parlement zonder budgettaire en fiscale bevoegdheden.
Als men de Senaat wil afschaffen dan vereist dat een grondwetswijziging met een twee derde meerderheid. Als iedereen aanwezig zou zijn bij de stemming in het halfrond , dan is dat in de Kamer van Volksvertegenwoordigers 100 op 150 ja-stemmen en in de Senaat 40 op 60 leden. Indien de huidige regering-De Croo het eens zou zijn over een afschaffing/hervorming van de Senaat – en daar is geen zekerheid over! – dan moet de regering steun zoeken bij de oppositie. Want de regering-De Croo heeft maar 87 Kamerleden. De grotere federale oppositiepartijen (N-VA, Vlaams Belang en de communisten of tezamen 55 zetels in de Kamer) zullen wel voor een afschaffing van de Senaat stemmen.
Maar de vraag tot afschaffing van de huidige Senaat is vooral te horen bij de Vlaamse partijen. Er moet op gewezen worden dat de Franstalige partijen 61 leden hebben in de Kamer en 25 in de Senaat. Gaan zij instemmen? Een tweederde meerderheid lijkt erg onwaarschijnlijk te halen in de Kamer alsook in de Senaat. Ook moet er op gewezen worden dat de verklaring tot grondwetsherziening van 2019 hierover niets zegt.
Conclusie
Het probleem van de Senaat is al jaren geleden gecreëerd. Het is een Parlement zonder budgettaire en fiscale bevoegdheden. De basis van de parlementaire democratie is de macht van dat parlement over het geld van de staat. De Senaat is een machteloze en nutteloze instelling. Daarbij komt nog dat de Senaat zeer beperkte bevoegdheden heeft en daardoor zijn dagen niet gevuld krijgt. Toch blijft de vraag hoe men aan een tweederde meerderheid zal geraken in de Kamer en in de Senaat om dat tweede deel van het federale Parlement af te schaffen. De kans is dus zeer reëel dat de Senaat na de volgende – eventueel vervroegde – federale verkiezingen nog bestaat. En dat men op weg naar 2030 nog eens zal spreken over de toekomst van de Senaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier